In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 mei 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige (voornaam)]. De ouders van [minderjarige (voornaam)] verblijven op een onbekend adres in Turkije, wat complicaties met zich meebrengt voor de uitvoering van de machtiging. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland hebben verzocht om de ondertoezichtstelling van [minderjarige (voornaam)] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de opvoedsituatie van [minderjarige (voornaam)], vooral gezien de wisselende verklaringen van de moeder over de veiligheid van het kind en de relatie met de vader. De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige (voornaam)] onder toezicht te stellen van de GI voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de ouders moeten terugkeren naar Nederland en moeten meewerken met de GI om de situatie te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders hebben het recht om binnen drie maanden in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.