ECLI:NL:RBMNE:2022:1960

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
AWB - 22 _ 1219
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen examenresultaat in de mobiliteitsbranche

Op 24 mei 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de uitslag van het examen ‘Instructie geven en coachen’, en verweerder, IBKI Examinering en certificering voor de mobiliteitsbranche. Eiser had op 31 januari 2022 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder, die op 9 februari 2022 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde. De rechtbank oordeelde dat op grond van artikel 8:4, derde lid, sub b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 7:1 van de Awb geen beroep en geen bezwaar openstaat tegen de beoordeling van het examenresultaat. De rechtbank bevestigde dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard, en dat het beroep van eiser kennelijk ongegrond was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1219

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 mei 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

IBKI Examinering en certificering voor de mobiliteitsbranche, verweerder

(gemachtigde: mr. B. Wallage).

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van
9 februari 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser heeft op 31 januari 2022 bezwaar gemaakt tegen de uitslag van het examen ‘Instructie geven en coachen’ in het kader van de scholing van een rijinstructeur. Volgens verweerder kan tegen dit besluit geen bezwaar gemaakt worden. Verweerder heeft daarom het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
3. In deze zaak gaat het over de beoordeling van het kennen of kunnen van een kandidaat die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst. Daartegen staat op grond van artikel 8:4, derde lid, sub b van de Awb en artikel 7:1 van de Awb geen beroep en geen bezwaar open. Als toch bezwaar wordt gemaakt, moet het bestuursorgaan het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren. Dit is bevestigd in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:BL:RVS:2018:3428). De rechtbank oordeelt daarom dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard.
4. Het beroep is kennelijk ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
mr. drs. N.L.K.J. Li, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.