ECLI:NL:RBMNE:2022:1956
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C. Quak
- A.A.T. Werner
- J. Wiersma
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met cocaïne-invoer
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2022 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren voor het medeplegen van de (verlengde) invoer van cocaïne vanuit Colombia en het vervoeren daarvan binnen Nederland. De rechtbank oordeelt dat de verdachte een wezenlijke rol heeft gespeeld in het invoerproces door de pakketten op te halen voor verdere distributie. De verdachte is echter vrijgesproken van de ten laste gelegde hennepkwekerij, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de ontnemingsvordering. De vordering van de officier van justitie, die strekte tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 46.053,00, is afgewezen omdat de onderliggende strafzaak niet heeft geleid tot een veroordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ontbreken van een veroordeling wegens een strafbaar feit de ontvankelijkheid van de ontnemingsvordering in de weg staat.