ECLI:NL:RBMNE:2022:1892
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Woningurgentie op grond van relatiebeëindiging en de beoordeling van de woningbehoefte van kinderen
In deze zaak heeft eiseres, een alleenstaande moeder van vier kinderen, een aanvraag voor woningurgentie ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. De aanvraag werd afgewezen op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, omdat verweerder van mening was dat de vader van de kinderen in de woningbehoefte kon voorzien. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 4 mei 2022 uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vader van de kinderen, ondanks dat het hoofdverblijf bij eiseres is, verantwoordelijk blijft voor de woningbehoefte van de kinderen. Eiseres heeft echter betoogd dat de vader niet in staat is om in die behoefte te voorzien, mede door de omstandigheden van hun relatie en de zorgregeling. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vader in de woningbehoefte kan voorzien, gezien de omstandigheden waaronder de kinderen leven en de zorgtaken die de vader op zich zou moeten nemen.
De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit vernietigd wegens strijd met de zorgvuldigheids- en motiveringsplicht. Tevens is geoordeeld dat er sprake is van een dreigende dakloosheid voor eiseres en haar kinderen, en dat de hardheidsclausule niet correct is toegepast. De voorzieningenrechter heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de kinderen in acht moeten worden genomen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, omdat het beroep gegrond is verklaard en er geen spoedeisend belang meer was.