ECLI:NL:RBMNE:2022:1884
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken verklaring van erfrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 9 mei 2022, hebben de erven van een overleden eiser beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Het beroep betreft de waarde van een onroerende zaak op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) voor het belastingjaar 2021. De gemachtigde van de eisers heeft het beroep ingesteld zonder de benodigde gegevens van de erfgenamen te vermelden, wat in strijd is met de artikelen 6:5 en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat zij voldoende informatie had om zonder zitting uitspraak te doen. De rechtbank heeft de eisers gewezen op het verzuim om een verklaring van erfrecht over te leggen en hen verzocht dit binnen vier weken te herstellen. Aangezien eisers niet op deze brief hebben gereageerd, kon de rechtbank niet vaststellen dat de gemachtigde namens alle erfgenamen optrad.
Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het beroep niet inhoudelijk behandeld zal worden. De rechtbank heeft beslist dat eisers geen gelijk krijgen en ook geen proceskostenvergoeding ontvangen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen.