ECLI:NL:RBMNE:2022:1879

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
22/1454
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor kap van bomen

Op 11 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, allen afkomstig uit [woonplaats], hebben bezwaar aangetekend tegen een omgevingsvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest was verleend voor de kap van vier van de acht bomen op een perceel met kadastraal perceelnummer A04545 in [woonplaats]. De omgevingsvergunning was verleend met een herplantplicht voor één boom. Verzoekers willen niet dat de bomen gekapt worden en hebben de voorzieningenrechter gevraagd om de omgevingsvergunning te schorsen totdat op hun bezwaar is beslist.

Tijdens de zitting op 11 mei 2022 was vergunninghouder, die de omgevingsvergunning had aangevraagd, niet aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en geconcludeerd dat er onduidelijkheid bestond over welke bomen daadwerkelijk gekapt mochten worden, aangezien de nummering van de bomen in de aanvraag niet overeenkwam met de nummering in de bomen effectenanalyse (BEA) uit 2016. Deze onduidelijkheid leidde tot het oordeel dat het belang van de verzoekers bij het behoud van de bomen zwaarder weegt dan het belang van de vergunninghouder bij de kap.

De voorzieningenrechter heeft daarom de omgevingsvergunning geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Tevens is bepaald dat het college het griffierecht van € 184,- aan verzoekers moet vergoeden en dat de reiskosten van verzoekers tot een bedrag van € 9,40 door het college moeten worden betaald. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.E.G. van Heukelom, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1454
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 mei 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekers] , [verzoekers] en [verzoekers] allen uit [woonplaats] , verzoekers

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest (het college)

(gemachtigde: mr. T. Mol en L. Smit).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [vergunninghouder] uit [woonplaats]
(gemachtigde: R. Leeflang).

Inleiding

Derde-partij (hierna: vergunninghouder) heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor de kap van acht bomen op het perceel met kadastraal perceelnummer A04545 in [woonplaats] . Het college heeft in het besluit van 8 maart 2022 de omgevingsvergunning geweigerd voor de kap van vier bomen en de omgevingsvergunning verleend voor de kap van de overige vier bomen. Als compensatie voor de kap van deze bomen wordt aan vergunninghouder in de omgevingsvergunning een herplantplicht opgelegd voor de herplant van 1 boom.
Tegen de verleende omgevingsvergunning hebben verzoekers een bezwaarschrift ingediend. Verzoekers willen niet dat de bomen gekapt worden. Tegelijkertijd hebben zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen en de omgevingsvergunning te schorsen totdat op het bezwaar van verzoekers is beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 mei 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [verzoekers] , [verzoekers] en de gemachtigden van het college. Vergunninghouder was, zonder voorafgaand bericht, niet aanwezig.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst de omgevingsvergunning tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan verzoekers moet vergoeden;
- bepaalt dat het college de reiskosten van verzoekers moet betalen tot een bedrag van € 9,40

Overwegingen

Bij de aanvraag om de omgevingsvergunning heeft vergunninghouder een plattegrond bijgevoegd waarop de acht bomen staan weergegeven die vergunninghouder wil kappen. Vergunninghouder heeft deze acht bomen genummerd.
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning heeft het college zich gebaseerd op het advies van de heer [boombeheerder] , boombeheerder bij de gemeente [woonplaats] . In dit advies verwijst [boombeheerder] naar een bomen effectenanalyse (BEA) uit 2016 die tijdens de vaststelling van het geldende bestemmingsplan is opgesteld. In deze BEA zijn de acht bomen die vergunninghouder wil kappen ook beoordeeld en weergegeven op een plattegrond waar de bomen ook zijn genummerd.
De nummering uit de BEA komt niet overeen met de nummering die vergunninghouder gebruikt bij zijn aanvraag. Hierdoor bestaat bij de voorzieningenrechter onduidelijkheid over de vraag welke bomen gekapt mogen worden op grond van de omgevingsvergunning. De toelichting die het college op de zitting heeft gegeven, heeft de onduidelijkheid niet geheel weggenomen. Hierdoor bestaat het risico dat bij de daadwerkelijke kap van de vier bomen niet de bomen worden gekapt die gekapt mogen worden op basis van de omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat het belang bij het behoud van de bomen op dit moment zwaarder weegt dan het belang dat vergunninghouder heeft bij de kap van de vier bomen. Daar komt bij dat het college op de zitting heeft toegelicht dat vergunninghouder bereid is te wachten met de kap van de bomen tot er op het bezwaar van verzoekers is beslist.
Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst moet het college het griffierecht aan verzoekers vergoeden. Ook moet het college de reiskosten betalen die verzoekers hebben gemaakt voor het bijwonen van de zitting. Deze reiskosten bedragen € 9,40.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2022 door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.E.G. van Heukelom, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.