Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[verweerster sub 1] ,
[verweerster sub 2],
[verweerster sub 3],
[verweerster sub 4],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft [verzoeker (voornaam)] een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter om twee deskundigen te benoemen voor de waardebepaling van aandelen die zijn overleden ouders hielden in [onderneming 1] BV en [onderneming 2] BV. De peildatum voor de waardering is de datum van overlijden van zijn moeder in [2014]. De verzoeker stelt dat de aandelen aan hem zijn gelegateerd volgens het testament van zijn moeder, terwijl de andere partijen, [verweerster sub 1 (voornaam)], [verweerster sub 2 (voornaam)], [verweerster sub 3 (voornaam)], en [verweerster sub 4 (voornaam)], het verzoek afwijzen en zelf deskundigen willen benoemen. De kantonrechter heeft de zaak op 13 april 2022 mondeling behandeld en op 18 mei 2022 uitspraak gedaan. De rechter heeft geoordeeld dat de uiterste wil van de moeder niet kan worden verkort door toepassing van artikel 4:51 BW, en dat de aandelen aan [verzoeker (voornaam)] moeten worden geleverd, met inachtneming van de waarde per [2014]. De kantonrechter heeft drs. A.J. Molenaar en drs. J.P. van Ree benoemd als deskundigen om de waarde van de aandelen vast te stellen. Tevens zijn de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.