ECLI:NL:RBMNE:2022:1863

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
16/238899-21 en 16/078340-22 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging, bedreiging en vernielingen met gevangenisstraf en contact- en locatieverbod

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 16/238899-21 en 16/078340-22. De verdachte is veroordeeld voor belaging, bedreiging en vernielingen. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 6 maanden, met een contact- en locatieverbod voor de duur van 3 jaar, in het kader van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. De zaak betreft een reeks van bedreigingen en vernielingen die de verdachte heeft gepleegd tegen zijn ex-vriendin en haar familie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde partij, door onder andere herhaaldelijk te bellen, dreigende berichten te sturen en ruiten van de woning van de benadeelde te vernielen. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen behandeld, waarbij schadevergoeding is toegewezen aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de vordering van DV&O, die schadevergoeding vorderde voor vernieling van een enkelband, volledig toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde straffen en maatregelen als passend en geboden beschouwd, gezien de ernst van de feiten en het gedrag van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/238899-21 en 16/078340-22 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 mei 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
thans gedetineerd te P.I. Alphen, locatie [locatie] ,
(hierna: verdachte).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 april 2022
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. P.H.W. Spoelstra, advocaat te Gouda, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer 1] naar voren hebben gebracht.
Tevens waren terechtzitting aanwezig:
- benadeelde partij [slachtoffer 2] ,
- benadeelde partij [slachtoffer 3] ,
- mw. [A] , namens Slachtofferhulp Nederland.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte t.a.v. parketnummer 16/238899-21:
feit 1 primair:in de periode van 31 juli 2021 tot en met 8 oktober 2021 te Utrecht en/of Delft en/of Den Haag [slachtoffer 1] heeft belaagd;
subsidiair:in de periode van 31 juli 2021 tot en met 8 oktober 2021 te Utrecht en/of Delft en/of Den Haag [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
feit 2:in de periode van 31 juli 2021 tot en met 1 augustus 2021 te Utrecht ruiten van de woning aan de [straat] , toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of Mitros, heeft vernield;
feit 3:op 4 september 2021 ruiten van de woning aan de [straat] , toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of Mitros, heeft vernield
feit 4:op 4 september 2021 te Utrecht [slachtoffer 2] heeft bedreigd;
feit 5:op 8 oktober 2021 te Utrecht autobanden van [benadeelde] heeft vernield;
en ten aanzien van parketnummer 16/078340-22 dat verdachte:
in de periode van 21 maart 2022 tot en met 22 maart 2022 te Utrecht een enkelband van DV&O heeft vernield.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 16/238899-21:
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair, feit 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Parketnummer 16/078340-22:
De officier van justitie acht het onder feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle onder parketnummer 16/238899-21 ten laste gelegde feiten en heeft hiertoe aangevoerd dat de overtuiging dat verdachte degene geweest is die de ten laste gelegde feiten heeft begaan ontbreekt. Ten aanzien van het onder parketnummer 16/078340-22 heeft de raadsman zich, gelet op de bekennende verklaring van verdachte, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 16/238899-21:
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1:
[slachtoffer 1] heeft meerdere aangiftes gedaan tegen verdachte. Uit deze aangiftes blijkt onder meer het volgende:
“Op […] 31 juli 2021 […] heb ik [verdachte] ’s nummer geblokkeerd. [2] [verdachte] bleef mij echter bellen. […] Ik heb toen wel een paar keer opgenomen, om te zeggen dat hij moest stoppen met bellen. […] [verdachte] heeft mij op […] 31 juli 2021 ook meerdere Whatsappberichten gestuurd. Hierin las ik onder andere dat hij schreef:
- Ik snij je kanker moeder en je kanker familie in kanker stukjes […].
- Ik ram al je kanker tanden uit je kanker bek
- Je gaat zien hoe ik je ga snijden. […]
In de dagen die hierop volgden bleef [verdachte] mij bellen. Ik denk dat hij soms wel 100 keer per dag belde, ook al had ik hem geblokkeerd. Ook bleef hij mijn broertje [slachtoffer 2] bellen. [3] Ik kreeg een filmpje van mijn zusje [B] dat [verdachte] in de straat liep. […] Wel heeft hij die middag een baksteen tegen onze voorruit en een baksteen tegen de ruit aan de achterkant in de tuin gegooid. […] Tussen 21:00 uur en 21:30 uur was ik in de keuken aan de achterkant van de woning. Ik hoorde een harde knal en zag mijn familieleden geschrokken naar buiten rennen. Ik zag [verdachte] toen heel hard wegrijden met een zwarte Volkswagen Up. [4] […] Op […] 1 augustus 2021 zag ik in mijn telefoon dat [verdachte] mij erg vaak probeerde te bellen. In totaal heeft [verdachte] mij die dag […] 136 keer gebeld. […] Op deze dag heeft mijn moeder telefonisch contact gehad met [verdachte] om te praten over de situatie. Ik hoorde van mijn moeder dat hij agressief was aan de telefoon. [5]
Op […] 19 augustus 2021 […] stuurde hij een filmpje waarop ik zag dat hij onderweg was naar Utrecht. Hierop heb ik zijn nummer weer geblokkeerd. [6]
23:06 deed hij een video-oproep […]. Ik merkte aan hem dat hij boos werd […]. Ik zag dat hij me daarna vijf keer heeft gevideobeld. […] Hij heeft mijn broertje toen gebeld. […] Daarna was hij stil tot 1:53 uur, toen heeft hij mij 15 keer gebeld via Whatsapp […]. Daarna heeft [verdachte] mij nog negentien keer gebeld tussen 2:19 uur en 2:32 uur. […] Die nacht is hij om 3:35 uur weer gaan bellen en heeft hij mij 10 keer gebeld. […] Overdacht heeft hij mij weer gebeld, 23 keer via Whatsapp. [7]
Op […] 20 augustus 2021, omstreeks 1.30 uur, werd ik gebeld door mijn moeder. Die zei dat [verdachte] haar had gebeld om te zeggen dat ik naar huis moest gaan. Die avond heeft hij ook mijn broertje [slachtoffer 2] meerdere keren gebeld. Ik zag dat [verdachte] mij vrijdag 20 augustus 2021 om 4.02 uur, stuurde:
- Ik steek je levend in brand
- Ik ga je in stukjes snijden […]
- Jij gaat in busje mee
- In stukjes ga je. [8]
Op […] 25 augustus [
2021] belde [verdachte] mij weer […] Hij heeft mij die dag […] 80 […] keer gebeld. [9]
Op […] 4 september 2021 zag ik dat ik Whatsappberichten van [verdachte] binnen kreeg. Ik zag dat daarin stond:
- Ik maak je dood.
Ik kreeg ook een screenshot van hem doorgestuurd met Whatsappberichten die hij naar [slachtoffer 2] had doorgestuurd. […] Ik ben door mijn moeder gebeld dat [verdachte] weer voor de deur had gestaan en dat hij een baksteen door de ruit had gegooid. [10]
Op […] 7 oktober [
2021] stapte ik, mijn zusje [B] en mijn moeder de auto uit voor onze woning, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . […] Ik zag dat de Dacia onze kant op reed en precies voor de toegangshal van onze flat stil ging staan. Ik, mijn zusje en mijn moeder zagen dat de bestuurder in de Dacia [verdachte] was. [11] […] Op bovenstaande datum en op 8 oktober 2021 werd ik continue gebeld door [verdachte] .” [12]
Getuige [getuige] heeft het volgende verklaard:
Op zaterdag 31 juli 2021 was ik op bezoek bij mijn nichtje [slachtoffer 1] . Ook haar broertje, moeder en overige familie waren aanwezig in de woning. Toen wij even later met elkaar gingen eten hoorde ik een harde klap. Ik keek naar buiten en zag dat een man weg rende. Ik kon niet goed zien wie het precies was maar het postuur kwam overeen met de man die ik ken als de ex-vriend van [slachtoffer 1] . Kort nadat ik de man had weg zien rennen werd mijn nichtje gebeld. Het was haar ex-vriend die haar belde. Ik hoorde hem tegen [slachtoffer 1] zeggen; "Je bent mijn vrouw en niemand anders krijgt je. Ik vermoord je en ik vermoord je broertje". Ik hoorde [slachtoffer 1] tegen hem zeggen dat hij haar met rust moest laten. Vervolgens werd mijn neefje [slachtoffer 2] gebeld. Het was wederom de ex-vriend van [slachtoffer 1] . Ik hoorde de ex-vriend tegen mijn neefje zeggen: "Ik ga alles kapot maken, ik heb die baksteen gegooid."
Even later werd mijn nichtje [slachtoffer 1] weer gebeld. Ik vertelde mijn nichtje dat ik dit keer wel op zou nemen. Ik hoorde een stem die ik herken als de stem van de ex-vriend van [slachtoffer 1] . Ik hoorde dat hij tegen mij zei: "Wie ben jij? Ik vermoord je. Ze is mijn vrouw, ze is van mij. Ik maak jullie één voor één dood. Ik schiet jullie kapot." Het waren hele enge dreigementen. Mijn familie en ik voelen ons niet veilig. Ik schat in dat de ex-vriend van [slachtoffer 1] psychische problemen heeft. [13]
Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte blijkt onder meer het volgende:
“Ik zag dat er in de telefoon van de verdachte […] in de periode van 7 oktober 2021, om 18:54:53 uur, tot en met 8 oktober 2021, om 07:27:03 uur, […] 1711 keer was ingebeld op het telefoonnummer van [slachtoffer 1] .” [14]
Feit 2:
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] blijkt onder meer het volgende:
“Ik doe aangifte van vernieling van de ruit van onze woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . […] De woning huren we van Mitros. […] Op […] 31 juli 2021, tussen 23:00 en 24:00 uur, hoorde ik een knal […]. Ik rende toen naar de tuin en zag de huurauto van [verdachte] wegrijden. Dit betrof een Volkswagen Up met kenteken [kenteken] […] Ik zag vervolgens dat er krassen zaten op het linker raam aan de achterkant van de woning […]. [15]
Als bijlage bij de aangifte is een huurcontract van de Volkswagen Up met kenteken [kenteken] gevoegd. Hieruit blijkt onder meer het volgende:
“Hierna te noemen verhuurder:
Naam: [verdachte] […]
Merk en type auto: Volkwagen Up
Kenteken auto: [kenteken] ” [16]
Feit 3:
Uit de aangifte van [slachtoffer 3] blijkt onder meer het volgende:
“Op […] 4 september 2021, omstreeks 10:30 uur, bevond ik mij op de [adres] in [woonplaats] . Ik was thuis en zag dat de ramen heel waren. […] Om 13:30 reed ik naar huis. [17] […] Ik zag dat de eerste raam aan de kant van de weg vernield was aan de achterzijde. Ik zag ook dat het raam aan de voorzijde ook vernield was. [18]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] horen een drietal kinderen als getuige. Zij verklaren als volgt:
“- dat zij een harde bonk tegen een raam hoorden;
- dat zij daarna een man weg zagen rennen in de richting van de achterzijde van de school die gelegen is tegen de [straat] aan;
- dat deze man een pet, een zwarte broek, zwarte schoenen en handschoenen droeg;
- dat deze man ongeveer 20 jaar oud was; […]
- dat deze man in een wit- met roodkleurig busje stapte […] en wegreed. [19]
[slachtoffer 2] heeft in zijn aangifte ook het volgende verklaard:
“Mijn buurvrouw kwam vervolgens naar mij toe en liet mij een wazige foto zien. Mijn buurvrouw vertelde dat de dader weg was gereden met een Witte Caddy. Het kenteken zou beginnen met [nummer] en er zou ‘Express’ op staan.” [20]
Verbalisant [verbalisant 3] verklaart onder meer het volgende:
“Ik […] trof op de [straat] te [woonplaats] een voertuig aan dat voldeed aan de beschrijving. Ik zag dat het kenteken [kenteken] betrof. Ik […] zag dat een man uitstapte. [21] […] Ik zag op het rijbewijs van de man dat het verdachte [verdachte] betrof.” [22]
Feit 4:
Ook [slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan tegen verdachte. In zijn aangifte verklaart hij onder meer:
“[…] 4 september 2021 […]. [verdachte] appte mij […]. Hij begon mij ook voiceberichten te sturen. [23]
Noot verbalisant: ik vraag de aangever een aantal van die geluidsberichten af te spelen. Ik hoor […] het volgende:
- je gaat zien, ik ga je pakken;
- ik sla je total loss;
- geef mij je adres kanker hoer;
- […] zie wat ik met je moeder ga doen;
[…]
Vraag verbalisant:ik hoor ook een stukje Berbers. Wat zegt [verdachte] daar?
Antwoord aangever:hij zegt in het Berbers dat hij mij gaat snijden. [24]
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] blijkt dat de teksten die verdachte per Whatsapp naar [slachtoffer 2] heeft gestuurd de volgende inhoud hebben:
“Op […] 4 september 2021 […] Ik kreeg ook een screenshot van hem doorgestuurd met Whatsappberichten die hij naar [slachtoffer 2] had doorgestuurd. Daarop zag ik dat hij stuurde:
- Ik maal je dood.
- […] ik breek al je kk botten in je lichaam.
- ik ga naar je huis
Ik herkende de stem van [verdachte] in alle acht voice-memo’s die de politieagente mij liet horen.” [25]
Feit 5:
[slachtoffer 1] heeft namens het slachtoffer [benadeelde] aangifte gedaan van vernieling. [26] In een andere aangifte heeft zij hierover het volgende verklaard:
“Op 8 oktober 2021 […] liep mijn vader naar zijn auto, een blauwe Volkswagen Golf 6, met kenteken [kenteken] , deze stond geparkeerd op de [straat] . […] Toen hij uitstapte zag hij dat alle vier de banden van bovenstaand voertuig lek geprikt waren. […] De politie […] is ter plaatse gekomen. Omdat hij [
[verdachte]] continue bleef bellen zei de politie neem toch maar een keer op om te kijken wat hij gaat zeggen. Ik nam de telefoon op en hoorde dat het [verdachte] was en dat hij zei dat ik vier nieuwe banden voor mijn vader moest gaan kopen. [27]
Verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] verbaliseren:
“Op vrijdag 8 oktober 2021 […] bleek dat alle vier de banden van het voertuig van vader lek gestoken waren. Dit voertuig betrof een donkerblauwe Volkswagen Golf […]. Op de zijkant van de rechterachterband zat een snede veroorzaakt door het steken met een steekvoorwerp.” [28]
Parketnummer 16/078340-22:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van inverzekeringstelling van verdachte van 28 maart 2022, genummerd PL0900-2022079833-6, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina 51;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van DV&O van 29 maart 2022, genummerd PL0900-2022079833-7, opgemaakt door de politie Noord-Nederland, doorgenummerde pagina 8 tot en met 19.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten aanzien van parketnummer 16/238899-21:
t.a.v. feit 1 primair:
op meerdere tijdstippen in de periode van 31 juli tot en met 8 oktober 2021, te Utrecht, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door in de periode van 31 juli tot en met 1 augustus 2021
- (via whatsapp) contact op te nemen met die [slachtoffer 1] en onder meer de bedreigende woorden te uiten: "Ik snij je kankermoeder en je kankerfamilie in kankerstukjes" en "Ik ram al je kankertanden uit je bek" en "Je gaat zien hoe ik je ga snijden" en
- die [slachtoffer 1] veelvuldig (136 keer) te bellen en
- zich op te houden bij de woning van voornoemde [slachtoffer 1] (op/aan de [adres] te [woonplaats] ) en één ruit te vernielen en
- telefonisch contact op te nemen met familieleden van die [slachtoffer 1] en bedreigende woorden te uiten tegen die familieleden en in de periode van 19 tot en met 20 augustus 2021
- (via whatsapp) contact op te nemen met die [slachtoffer 1] en onder meer de bedreigende woorden te uiten: "Ik steek je levend in de brand" en "Ik ga je in stukjes snijden" en "Jij gaat in busje mee" en "In stukjes ga je"
- die [slachtoffer 1] veelvuldig (72 keer) te (video)bellen en een video te sturen en
- telefonisch contact op te nemen met de moeder en de broer van voornoemde [slachtoffer 1] en op of omstreeks 25 augustus 2021
- die [slachtoffer 1] veelvuldig (80 keer)te bellen en op 4 september 2021
- (via whatsapp) contact op te nemen met die [slachtoffer 1] en de dreigende woorden te uiten: "Ik maak je dood " en
- zich op te houden bij de woning van voornoemde [slachtoffer 1] (op/aan de [adres] te [woonplaats] ) en meerdere ruiten te vernielen, en
- contact op te nemen met familieleden van die [slachtoffer 1] en bedreigende woorden te uiten tegen die familieleden en in de periode van 7 oktober tot en met 8 oktober 2021
- die [slachtoffer 1] veelvuldigte bellen en
- zich op te houden bij de woning van voornoemde [slachtoffer 1] (op/aan de [adres] te [woonplaats] ) met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
t.a.v. feit 2:
op één tijdstip in de periode van 31 juli tot en met 1 augustus 2021 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk één ruit (van een woning aan de [adres] te [woonplaats] ), toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of Mitros, heeft beschadigd;
t.a.v. feit 3:
op 4 september 2021 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk meerdere ramen (van een woning aan de [adres] te [woonplaats] ), toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of Mitros, heeft vernield;
t.a.v. feit 4:
op 4 september 2021 te Utrecht, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door
- (via whatsapp) de woorden te uiten: "Ik maak jou dood" en "Ik breek al je kk botten in je lichaam" en "Ik ga naar je huis" en
- (via geluidsberichten) de woorden te uiten: "Je gaat zien, ik ga je pakken" en "Ik sla je total loss" en "Geef mij je adres kankerhoer" en"Zie wat ik met je moeder ga doen" en "Ik ga je snijden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
t.a.v. feit 5:
op 8 oktober 2021 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk meerdere autobanden, toebehorende aan [benadeelde] , heeft vernield;
en t.a.v. parketnummer 16/078340-22:
in de periode van 21 maart 2022 tot en met 22 maart 2022 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk (een bevestigingstrap van) een enkelband en een transponder (van het type Buddi Smart Tag 4 met serienummer [serienummer] ), toebehorende aan het Ministerie Justitie en Veiligheid, de Dienst Justitiële Inrichtingen en/of de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), heeft vernield.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. parketnummer 16/238899-21:
feit 1 primair:
belaging;
feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 4:
bedreiging met enig met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
feiten 3 en 5 en t.a.v. parketnummer 16/078340-22:
telkens: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 150 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om de maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [benadeelde] en een locatieverbod voor de [adres] te [woonplaats] voor de duur van drie jaren, met bepaling van vervangende hechtenis van twee weken bij iedere overtreding.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd het contact- en locatieverbod dadelijk uitvoerbaar te verklaren, omdat er een reële kans bestaat dat verdachte zich weer belastend gaat gedragen ten aanzien van de genoemde personen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om te volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 30 maart 2022, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Op 25 augustus 2016 is verdachte (onherroepelijk per 9 september 2016) veroordeeld voor bedreiging tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 dagen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-vriendin. Verdachte heeft zich op indringende wijze aan zijn ex-vriendin opgedrongen en heeft het hele gezin betrokken bij dit conflict. Zo heeft hij onder meer het broertje van zijn ex-vriendin bedreigd, contact opgenomen met de moeder en het zusje van zijn ex-vriendin en meerdere keren de ruiten van hun woning beschadigd en/of vernield. Ook heeft hij de autobanden van de vader van zijn ex-vriendin vernield. Verdachte heeft enkel gehandeld vanuit zijn eigen behoeftes en heeft aangetoond geen enkel respect te hebben voor andermans eigendommen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij tijdens de schorsing, terwijl hem een contact- en locatieverbod was opgelegd, door is gegaan met het zoeken van contact met aangeefster en zich wederom heeft opgehouden in de omgeving van haar woning. Dit maakt het handelen van verdachte bijzonder intimiderend. Vervolgens is de schorsing van verdachte opgeheven en na enige tijd heeft hij een nieuwe kans gekregen. Dit keer met als voorwaarde dat hij zou meewerken aan elektronisch toezicht. Ook deze voorwaarde was verdachte niet nagekomen. Verdachte heeft zijn enkelband doorgeknipt en daarvan zelfs een video gemaakt en deze verzonden naar zijn toezichthouder. Verdachte heeft hiermee laten zien dat hij zich (wederom) niet kan houden aan de hem opgelegde bijzondere voorwaarden en geen respect heeft voor autoriteiten. De rechtbank rekent hem dit alles zwaar aan.
Strafoplegging
Gelet op de hoeveelheid feiten en de ernst hiervan kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. De rechtbank ziet geen heil in het opleggen van een voorwaardelijke straf, gelet op het verloop van het schorsingstoezicht. De rechtbank ziet meer in de 38v-maatregel, die doeltreffender kan worden ingezet bij overtreding daarvan.
Vrijheidsbeperkende maatregelen
Verdachte is zelfs na het opleggen van een contact- en locatieverbod in het kader van zijn schorsingsvoorwaarden niet opgehouden met het vertonen van belastend gedrag tegen aangeefster en haar familie. De rechtbank zal ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten bevelen dat verdachte:
- zich niet ophoudt binnen een straal van 100 meter van de [adres] te [woonplaats] ;
- op geen enkele wijze, direct noch indirect, contact zal zoeken en/of hebben met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [benadeelde] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van drie jaren en bepaalt dat, voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, per overtreding van het contact- en locatieverbod een vervangende hechtenis voor de duur van twee weken wordt opgelegd, met een maximum van zes maanden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich opnieuw belastend zal gedragen jegens bovenstaande personen. De rechtbank beveel daarom dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BENADEELDE PARTIJEN

Benadeelde partij [slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.898,00. Dit bedrag bestaat uit € 498,00 materiële schade en € 5.400,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/238899-21, feit 1 ten laste gelegde.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering voor wat betreft het materiële gedeelte kan worden toegewezen. De gevorderde immateriële schade dient te worden gematigd tot € 2.500,00 en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard te worden. De officier van justitie vordert tevens de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente vanaf 31 juli 2021.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om de vordering voor zover die ziet op de gevorderde immateriële schade te matigen tot € 1.203,00.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] als gevolg van het hiervoor onder feit 1 ten laste gelegde rechtstreekse schade heeft geleden.
Materiële schade
[slachtoffer 1] heeft in totaal € 498,00 gevorderd, ten behoeve van het aanschaffen en monteren van beveiligingscamera’s rondom haar woning op 6 september 2021. Deze kosten zijn redelijkerwijs toe te rekenen aan en het rechtstreekse gevolg van de bewezen verklaarde belaging. De beveiligingscamera’s zijn immers aangeschaft in de hiervoor bewezenverklaarde periode om de door het handelen van verdachte ontstane gevoel van onveiligheid te verminderen. De schadepost is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en de rechtbank zal dit deel van de vordering toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 6 oktober 2021 – de uiterste betaaltermijn zoals vermeld op de factuur – tot de dag van volledige betaling en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Immateriële schade
[slachtoffer 1] heeft in totaal € 5.400,00 gevorderd aan immateriële schade. De rechtbank overweegt dat, gelet op het hierboven onder parketnummer 16/238899-21, feit 1 bewezenverklaarde, sprake is van een normschending die naar haar aard en ernst heeft geresulteerd in een aantasting in de persoon van de benadeelde partij ‘op andere wijze’ zoals bedoeld in artikel 6:106, eerste lid onder b van het Burgerlijk Wetboek. Verdachte heeft haar gedurende een lange periode gedreigd met de dood, maar aangeefster en haar familie ook fysiek bejegend door ruiten in te gooien, banden lek te steken en zich rondom de woning op te houden. Deze vorm van intimidatie is zo heftig dat het zonder meer voorstelbaar is dat aangeefster psychische schade heeft geleden. Het recht om een immateriële schadevergoeding dient naar billijkheid te worden vastgesteld. De rechtbank heeft hierbij ook rekening gehouden met de bedragen die in soortgelijke zaken worden toegewezen. De rechtbank acht een bedrag van € 2.000,00 billijk en zal de vordering van de immateriële schade dan ook tot dit bedrag toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2021 tot aan de dag van volledige betaling en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, omdat behandeling van dat gedeelte van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/238899-21, feit 2 en 3 ten laste gelegde.
9.4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, omdat er geen bedrag aan (im)materiële schade aan de vordering is gekoppeld.
9.5
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat de benadeelde partij geen belanghebbende is. De raadsman heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen omdat er geen schadebedrag is genoemd.
9.6
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
Benadeelde partij DV&O
DV&O heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 302,50. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/078340-22 ten laste gelegde.
9.7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de vordering in haar geheel toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente.
9.8
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat de vordering kan worden toegewezen, nu verdachte het feit bekent en hij de schade graag wil vergoeden.
9.9
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 16/078340-22 bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden. Deze schade is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd en wordt door de rechtbank vastgesteld op het gevorderde bedrag ter hoogte van € 302,50. De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.
Oplegging van de schadevergoedingsmaatregel acht de rechtbank niet opportuun, nu deze maatregel niet bedoeld is ten behoeve van een professionele (overheids)partij zoals de DV&O is.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 38v, 38w, 57, 63, 285, 285b en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals die artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Contact- en locatieverbod
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 3 jaren;
- beveelt dat verdachte
  • zich niet ophoudt binnen een straal van 100 meter van het adres [adres] te [woonplaats] ;
  • zich onthoudt van contact, zowel direct als indirect, met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [benadeelde] ;
- beveelt dat voor ieder geval dat niet aan de maatregel wordt voldaan, de maatregel wordt vervangen door 14 dagen hechtenis, met een maximum van 6 maanden;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
- waarbij de politie opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van deze contact- en locatieverboden;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 2.498,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, waarvan een gedeelte van € 498,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling en een gedeelte van € 2.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.498,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling en een gedeelte van € 2.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 34 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
- verklaart [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij DV&O
- wijst de vordering van DV&O toe tot een bedrag van € 302,50;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan DV&O van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel voorlopige hechtenis op het moment dat de straf gelijk is aan het voorarrest.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Böhmer, voorzitter, mrs. H.A. Gerritse en P.M. Leijten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Steijns, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 mei 2022.
De voorzitter is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat t.a.v. parketnummer 16/238899-21:
1. hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 juli tot en met 8 oktober 2021, te Utrecht en/of Den Haag en/of Delft, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door in de periode van 31 juli tot en met 1 augustus 2021
- (via whatsapp) contact op te nemen met die [slachtoffer 1] en onder meer de bedreigende woorden te uiten: "Ik snij je kankermoeder en je kankerfamilie in kankerstukjes" en/of "Ik ram al je kankertanden uit je bek" en/of "Je gaat zien hoe ik je ga snijden" en/of
- die [slachtoffer 1] veelvuldig (136 keer), althans meermalen te bellen en/of
- zich op te houden bij de woning van voornoemde [slachtoffer 1] (op/aan de [adres] te [woonplaats] ) en/of één of meerdere ruiten te vernielen en/of
- telefonisch contact op te nemen met familieleden van die [slachtoffer 1] en/of bedreigende woorden te uiten tegen die familieleden en/of in de periode van 19 tot en met 20 augustus 2021
- (via whatsapp) contact op te nemen met die [slachtoffer 1] en onder meer de bedreigende woorden te uiten: "Ik steek je levend in de brand" en/of "Ik ga je in stukjes snijden" en/of "Jij gaat in busje mee" en/of "In stukjes ga je"
- die [slachtoffer 1] veelvuldig (72 keer), althans meermalen te (video)bellen en/of een video te sturen en/of
- telefonisch contact op te nemen met de moeder en/of te broer van voornoemde [slachtoffer 1] en/of op of omstreeks 25 augustus 2021
- die [slachtoffer 1] veelvuldig (80 keer), althans meermalen te bellen en/of op of omstreeks 4 september 2021
- (via whatsapp) contact op te nemen met die [slachtoffer 1] en de dreigende woorden te uiten: "Ik maak je dood vandaag" en/of
- zich op te houden bij de woning van voornoemde [slachtoffer 1] (op/aan de [adres] te [woonplaats] ) en/of één of meerdere ruiten te vernielen, en/of
- contact op te nemen met familieleden van die [slachtoffer 1] en bedreigende woorden te uiten tegen die familieleden en/of in de periode van 7 oktober tot en met 8 oktober 2021
- die [slachtoffer 1] veelvuldig, althans meermalen te bellen en/of
- zich op te houden bij de woning van voornoemde [slachtoffer 1] (op/aan de [adres] te [woonplaats] ) met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2021 tot en met 4 september 2021 te Utrecht en/of Den Haag en/of Delt, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ik snij je kankermoeder en je kankerfamilie in kankerstukjes" en/of
- "Ik ram je kankertanden uit je bek" en/of
- "Je gaat zien hoe ik je ga snijden" en/of
- "Ik steek je levend in brand" en/of
- "Ik ga je in stukjes snijden" en/of
- "Ik maak je dood vandaag"
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2. hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 juli tot en met 1 augustus 2021 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere ruiten (van een woning aan de [adres] te [woonplaats] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of Mitros, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3. hij op of omstreeks 4 september 2021 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere ramen/ruiten (van een woning aan de [adres] te [woonplaats] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of Mitros, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4. hij op of omstreeks 4 september 2021 te Utrecht, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- (via whatsapp) de woorden te uiten: "Ik maak jou dood" en/of "Ik breek al je kk botten in je lichaam" en/of "Ik ga naar je huis" en/of
- (via geluidsberichten) de woorden te uiten: "Je gaat zien, ik ga je pakken" en/of "Ik sla je total loss" en/of "Geef mij je adres kankerhoer" en/of "Zie wat ik met je moeder ga doen" en/of "Ik ga je snijden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5. hij op of omstreeks 8 oktober 2021 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere autobanden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
en t.a.v. parketnummer 16/078340-22:
hij in of omstreeks de periode van 21 maart 2022 tot en met 22 maart 2022 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk (een bevestigingstrap van) een enkelband en/of een transponder (van het type Buddi Smart Tag 4 met serienummer [serienummer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan aan het Ministerie Justitie en Veiligheid, de Dienst Justitiële Inrichtingen en/of de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 november 2021, genummerd PL0900-2021321899, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina’s 1 tot en met 79 en het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 6 september 2021, genummerd PL0900-2021283431, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina’s 1 tot en met 101. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 19.
3.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 20.
4.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 87.
5.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 88.
6.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 20.
7.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 89.
8.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 20.
9.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 90.
10.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900-2021283431), pagina 21.
11.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] ( PL0900-2021321899), pagina 4.
12.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] ( PL0900-2021321899), pagina 5.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van getuige (PL0900-2021283431), pagina 99
14.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] ( PL0900-2021321899), pagina 78.
15.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 33.
16.fotobijlage bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900- 2021283431), pagina 38.
17.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] (PL0900- 2021283431), pagina 39.
18.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] (PL0900- 2021283431), pagina 40.
19.een proces-verbaal van bevindingen (PL0900- 2021283431), pagina 10.
20.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] (PL0900- 2021283431), pagina 32.
21.een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] (PL0900- 2021283431), pagina 12.
22.een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] (PL0900- 2021283431), pagina 13.
23.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] (PL0900- 2021283431), pagina 30.
24.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] (PL0900- 2021283431), pagina 30.
25.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900-2021283431), pagina 21.
26.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900-2021321899), pagina 28.
27.een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (PL0900-2021321899), pagina 5.
28.een proces-verbaal van bevindingen (PL0900-2021321899), pagina 38.