Uitspraak
1.De procedure
- de brief van drs. K. Aachboun namens verzoeker van 7 april 2022 met daarin het wrakingsverzoek gericht tegen mr. J.P. Killian;
- de schriftelijke reactie van mr. Killian van 19 april 2022.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 10 mei 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. J.P. Killian, de behandelend kantonrechter in een civiele herroepingsprocedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechter, aangezien deze lid is van de Klachtencommissie van de politie eenheid Midden-Nederland. De verzoeker stelde dat de rechter hierdoor een band heeft met de politie, die betrokken was bij de zaak, en dat dit de onpartijdigheid van de rechter zou kunnen schaden.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De kamer oordeelde dat het lidmaatschap van de klachtencommissie niet automatisch leidt tot een schijn van partijdigheid. De rechter is onafhankelijk en de klachtencommissie behandelt klachten over de politie, wat niet betekent dat er een objectieve vrees voor partijdigheid bestaat. De wrakingskamer benadrukte dat de onpartijdigheid van de rechter wordt verondersteld, tenzij het tegendeel vaststaat. De argumenten van de verzoeker werden niet overtuigend genoeg geacht om aan te nemen dat de rechter vooringenomen zou zijn.
Daarnaast werd opgemerkt dat verzoeker te laat een argument aanvoerde over de eerdere functie van de rechter als rechter-commissaris, waardoor dit buiten beschouwing werd gelaten. De wrakingskamer heeft de procedure van de verzoeker met het zaaknummer 9392244 / UC EXPL 21-5868 opgedragen om voortgezet te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.