In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die als pakketbezorger werkzaam was. De verdachte werd beschuldigd van het verduisteren van een grote hoeveelheid postpakketten, met een totale waarde van minstens 90.000 dollar, die aan hem waren toevertrouwd door zijn werkgever. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 juli 2021 in Almere en/of Utrecht samen met anderen deze postpakketten heeft verduisterd. Tijdens de zitting op 29 april 2022 heeft de verdachte de feiten bekend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij dit samen met anderen heeft gedaan, waardoor hij voor het medeplegen is vrijgesproken.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering uit rancune jegens zijn werkgever en heeft zichzelf verrijkt door de verduisterde goederen te verkopen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte en de aanbevelingen uit een reclasseringsrapport. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 70 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en daarnaast een taakstraf van 120 uren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht bij de reclassering.