ECLI:NL:RBMNE:2022:1849
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift onroerendezaakbelasting niet-ontvankelijk verklaard door de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de eigenaar van een object in Amersfoort, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. De heffingsambtenaar had op 30 januari 2021 de waarde van het object vastgesteld op € 731.000,- voor het belastingjaar 2021, met als waardepeildatum 1 januari 2020. Eiser ontving een aanslag onroerendezaakbelastingen op basis van deze waarde. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar op 23 juni 2021 niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.
Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 7 februari 2022, die via een Teams-beeldverbinding plaatsvond, is het onderzoek geschorst om partijen de gelegenheid te geven nadere reacties in te dienen. De rechtbank heeft de zaak op 21 maart 2022 opnieuw behandeld. De kern van het geschil was of de heffingsambtenaar terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Eiser voerde aan dat er geen deugdelijke verzendadministratie was en dat niet aannemelijk was gemaakt dat de beschikking op 30 januari 2021 was verzonden.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende had aangetoond dat de aanslag op tijd was verzonden en ontvangen door eiser. De rechtbank verwierp de argumenten van eiser en concludeerde dat de heffingsambtenaar terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 mei 2022.