In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiseres, een besloten vennootschap (B.V.), een vordering ingesteld tegen gedaagden, waaronder een andere B.V. en twee natuurlijke personen, met betrekking tot de terugbetaling van gefactureerde bedragen voor boekhoudkundige diensten. De zaak betreft de vraag of eiseres recht heeft op terugbetaling van facturen die zijn betaald voor diensten die zijn verricht voor een eenmanszaak, die door de bestuurder van eiseres werd geëxploiteerd voordat deze werd omgezet in een B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkzaamheden voor de eenmanszaak zijn verricht en dat de overeenkomst van opdracht niet is overgedragen aan de B.V. Eiseres heeft geen bewijs geleverd van een contractsovername, waardoor zij niet-ontvankelijk is verklaard voor een deel van haar vorderingen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres wel ontvankelijk is voor de vordering die betrekking heeft op de factuur voor administratieve werkzaamheden in het kader van de oprichting van de B.V. Dit deel van de vordering is grotendeels toegewezen, waarbij gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 11.470,- aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente. De overige vorderingen zijn afgewezen en eiseres is niet-ontvankelijk verklaard voor deze delen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.