ECLI:NL:RBMNE:2022:1806

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
UTR - 21 _ 4035
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering verklaring van geen bezwaar op basis van veiligheidsonderzoek AIVD met betrekking tot vertrouwensfunctie

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eiseres had een verklaring van geen bezwaar aangevraagd in het kader van een sollicitatie voor een vertrouwensfunctie als taal- en cultuurspecialist Russisch bij een overheidsinstelling. De Minister weigerde deze verklaring op basis van een veiligheidsonderzoek door de AIVD, waarin werd geconcludeerd dat er onvoldoende waarborgen waren dat eiseres de vertrouwensfunctie naar behoren zou kunnen vervullen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen deze weigering ongegrond verklaard.

De rechtbank overwoog dat de Minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er risico's waren op ongewenste beïnvloeding, gezien de banden van eiseres met Rusland en haar Russische nationaliteit. Eiseres had gesolliciteerd naar een functie die kwetsbaar is voor beïnvloeding door buitenlandse inlichtingendiensten. De rechtbank oordeelde dat de Minister voldoende gemotiveerd had dat de risico's voor de nationale veiligheid niet konden worden uitgesloten. Eiseres voerde aan dat de beslissing op aannames was gebaseerd en dat zij en haar partner juist goed voorbereid waren op de functie, maar de rechtbank vond deze argumenten niet overtuigend genoeg om de beslissing van de Minister te weerleggen.

De rechtbank concludeerde dat de belangen van de nationale veiligheid zwaarder wogen dan de persoonlijke belangen van eiseres. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het toekennen van vertrouwensfuncties en de rol van veiligheidsonderzoeken in dit proces. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4035

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.P.K. Ruperti),
en

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder

(gemachtigde: mr. M.E. Nijmeijer ).

Procesverloop

In het besluit van 25 februari 2021 (primair besluit) heeft verweerder de afgifte van een verklaring van geen bezwaar geweigerd.
In het besluit van 27 augustus 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 22 maart 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verder is verschenen [A] , de partner van eiseres.

Overwegingen

Feiten
1. In juni 2020 heeft eiseres gesolliciteerd naar de vertrouwensfunctie van taal- en cultuurspecialist Russisch c.q. audiobewerker bij de [naam] . Op 30 oktober 2020 is eiseres aangemeld bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) voor een veiligheidsonderzoek A in verband met de vervulling van deze functie.
Bestreden besluit
2. Verweerder heeft de weigering gebaseerd op artikel 8 van de Wet veiligheidsonderzoeken en de Leidraad persoonlijke gedragingen en omstandigheden. Bij de beoordeling heeft verweerder ook de Beleidsregel veiligheidsonderzoeken betrokken. Volgens verweerder zijn er onvoldoende waarborgen dat eiseres de vertrouwensfunctie in alle opzichten naar behoren zal vervullen. Uit het jaarverslag 2019 van de AIVD blijkt dat Rusland interesse heeft in de modus operandi en de medewerkers van Nederlandse overheidsinstellingen, waaronder de [naam] . Volgens verweerder kan het risico op ongewenste beïnvloeding in het geval van eiseres niet worden uitgesloten. Uit het veiligheidsonderzoek is verweerder gebleken dat eiseres banden heeft met Rusland en personen woonachtig in Rusland. Eiseres heeft ook de Russische nationaliteit en familie in Rusland, waar eiseres in principe jaarlijks op bezoek gaat. Daarnaast is de partner van eiseres meerdere keren naar Rusland gereisd. Volgens verweerder bestaat er een reële kans dat eiseres de interesse van de Russische inlichtingen- en/of veiligheidsdiensten wekt of heeft gewekt. Dit kan tot gevolg hebben dat eiseres belemmerd wordt in haar onafhankelijke belangenafweging Daarnaast is niet uitgesloten dat eiseres of haar familie onder druk wordt gezet door de Russische veiligheidsdiensten om de gewenste kennis te vergaren als bekend wordt dat eiseres bij de [naam] werkt. Verweerder stelt dat het belang van eiseres om de vertrouwensfunctie uit te oefenen niet opweegt tegen het belang van de nationale veiligheid.
Het beroep van eiseres
3. Eiseres voert aan dat verweerder het besluit uitsluitend heeft gebaseerd op aannames. Het is niet gegrond op concrete gedragingen of feiten. Volgens eiseres is het risico op ongewenste beïnvloeding in haar geval juist kleiner, omdat zij en haar partner Russische studies hebben gestudeerd aan een erkende onderwijsinstelling waar hoge kwaliteit onderwijs wordt aangeboden. Zij beschikken hierdoor over gedegen en genuanceerde kennis over het land en het regime. Daarnaast heeft eiseres het risico op ongewenste beïnvloeding zo klein mogelijk gehouden. Zij heeft bewust contact met Russen afgehouden, afgezien van haar familie. Daarnaast heeft zij haar familie niet verteld over haar sollicitatie bij de [naam] . Dat eiseres niet snel door haar familie beïnvloed zal worden, volgt uit het feit dat eiseres bereid is om niet meer haar oma te bezoeken in Rusland. Eiseres bezocht haar oom in Rusland niet. Verder voert eiseres aan dat het besluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Door het weigeren van de verklaring van geen bezwaar is eiseres niet in staat om de door haar geambieerde functie te vervullen. Dit treft eiseres in haar financiële belangen. In de sollicitatieprocedure is niet eerder aan eiseres vermeld dat haar Russische nationaliteit een obstakel zou vormen. Sterker nog aan eisers is verteld door de selectiecommissie dat dit geen obstakel vormt.
4. Van toepassing zijn onder meer artikel 4, derde lid, artikelen 7 en 8 van de Wet Veiligheidsonderzoeken, de Beleidsregels veiligheidsonderzoeken (2018) en de Leidraad persoonlijke gedragingen en omstandigheden.
De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb kennisgenomen van de aan het besluit van de minister ten grondslag gelegde gegevens uit het veiligheidsonderzoek.
5. De rechtbank is van oordeel dat de verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat er onvoldoende waarborgen waren dat eiseres onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende verplichtingen getrouwelijk zal vervullen. Zij overweegt daartoe als volgt.
6. Uitgangspunt is dat het om een vertrouwensfunctie gaat, waarover verweerder ter zitting heeft toegelicht dat het een hele kwetsbare functie is in het hart van het inlichtingenwerk. Ongewenste beïnvloeding bij de uitvoering daarvan (en met de omgang met staatsgeheime informatie) moet dan ook worden vermeden. Het risico dat dit toch kan gebeuren heeft verweerder afdoende gemotiveerd met de overwegingen over activiteiten van de Russische veiligheidsdiensten in combinatie met de omstandigheden van eiseres. Uit de stukken komt naar voren dat de Russische veiligheidsdiensten actief op zoek zijn naar personen die hen van inlichtingen kunnen voorzien. In de memo die de rechtbank heeft ingezien worden omstandigheden geschetst die een persoon meer dan gemiddeld kwetsbaar maken om (langdurig) te worden benaderd en beïnvloed. Gelet op de omstandigheden van eiseres, te weten haar Russische staatsburgerschap, de familieleden woonachtig in Rusland, haar reizen en verblijf in Rusland (en dat van haar partner) heeft verweerder terecht geconcludeerd dat dit risico in de situatie van eiseres niet kan worden uitgesloten. Daarnaast bestaat het risico dat familieleden onder druk worden gezet wat de kwetsbaarheid van eiseres doet toenemen. De rechtbank acht de kwetsbaarheid van eiseres in dit opzicht afdoende aannemelijk gemaakt, ook al zou eiseres ervan afzien haar familieleden in Rusland nog langer te bezoeken. Dat eiseres zich van de risico’s bewust is en daardoor juist minder kwetsbaar is, heeft verweerder als onvoldoende tegenwicht mogen beschouwen ten opzichte van de mogelijkheden en werkwijze van de Russische inlichtingendiensten. Dat de mogelijke invloed van een buitenlandse inlichtingendienst op aannames zijn gebaseerd, betekent niet dat de eindconclusie onvoldoende gemotiveerd is. De kwetsbaarheid van de functie is immers een gegeven. Dit gecombineerd met hetgeen over de werkwijze van de buitenlandse inlichtingendienst bekend is, maakt dat er een risico op beïnvloeding aannemelijk is en dat die met het oog op de staatveiligheid vermeden moet worden.
7. Voor zover eiseres stelt dat het risico moet blijken uit feitelijke gedragingen volgt de rechtbank dat niet. Ook in de brief aan de Tweede Kamer van 23 november 2020 waarnaar zij heeft verwezen, staat dat het naast feitelijk gedrag gaat om feitelijke omstandigheden. Er zijn vanuit verweerder geen bezwaren tegen eiseres als persoon. Dit neemt de kwetsbaarheid evenwel niet weg. Verweerder mag hierbij rekening houden met de in de Leidraad persoonlijke gedragingen en omstandigheden verwoorde omstandigheid dat het vaak voorkomt dat de betrokkene zelf niet door heeft dat er contact is met een buitenlandse inlichtingendienst.
8. De rechtbank kan zich voorstellen dat eiseres weinig rekening heeft gehouden met een negatieve uitkomst en zich onrechtvaardig behandeld voelt omdat zij de indruk heeft gekregen dat haar Russische afkomst geen obstakel hoeft te vormen om aangenomen te worden. Juridisch betekent dit echter niet dat de uitkomst anders moet uitpakken. Eiseres wist vanaf het begin van de sollicitatie dat een veiligheidsonderzoek deel uitmaakte van de procedure en dat hiervoor een apart onderzoek zou worden ingesteld. Van eiseres mag worden verwacht dat zij begrijpt dat voorlichters tijdens de informatiebijeenkomst of de gesprekspartners tijdens de selectieprocedure niet op de uitkomst hiervan vooruit konden lopen.
9. Er is ook geen sprake van dat de beslissing voor eiseres onevenredig nadelig uitpakt. Het betrof een sollicitatie waar een veiligheidsonderzoek deel van uitmaakte. Dit houdt nou eenmaal in dat ook als de geschiktheid als zodanig niet in geding is, de afloop alsnog negatief kan uitvallen. Afgezet tegen het belang van bescherming van de staatsveiligheid is het individuele financiële belang of de moeite die eiseres in de sollicitatie heeft gestoken onvoldoende zwaarwegend om te oordelen dat verweerder tot een andere afweging had moeten komen.
10. Het beroep is ongegrond. Van onzorgvuldige besluitvorming of gebrekkige motivering van het besluit is niet gebleken.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, rechter, in aanwezigheid van mr. R.P. Stehouwer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 mei 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.