Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 mei 2022
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
proces-verbaal verhoor van verdachte: [2]
proces-verbaal verhoor van verdachte: [3]
letselrapportageover [slachtoffer 1] – zakelijk weergegeven – geschreven: [4]
proces-verbaal van verhoor getuige: [5]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 primair
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 april 2022;
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BENADEELDE PARTIJEN
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
[slachtoffer 2]De raadsvrouw heeft ten aanzien van de materiële schade primair verzocht het verzoek af te wijzen en subsidiair om de benadeelde niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Ten aanzien van het verzoek met betrekking tot de immateriële schade heeft de raadsvrouw verzocht dit toe te wijzen tot een bedrag van € 500,--.
Het oordeel van de rechtbank
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
BESLISSING
gevangenisstraf van 90 (negentig) dagen;
86 (zesentachtig) dagenniet zullen worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
120 uren;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.250,--, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag van
- verklaart [slachtoffer 1] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.250,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 22 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 500,--, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bestaande uit immateriële schade;
- verklaart [slachtoffer 2] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal aan te vullen met 10 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te Almere, in elk geval in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer 1]
opzettelijk
van het leven te beroven,
meermalen, althans eenmaal, (met kracht) tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft
getrapt (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
openlijk, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek
toegankelijke plaats, te weten op de [straatnaam]
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1]
door die [slachtoffer 1] ten val te brengen en/of meermalen te
slaan/stompen/schoppen/trappen tegen diens hoofd en lichaam
terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 1] ten
gevolge heeft gehad, te weten 6 gebroken tanden en/of een zware hersenschudding
en/of een gebroken neus en/of wazig zicht en/of diverse andere verwondingen
en/of blauwe plekken;
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te Almere, in elk geval in het arrondissement
Midden-Nederland,
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door tweemaal, althans eenmaal, tegen het hoofd te
stompen/slaan;