In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging Golfclub Almeerderhout en de Minister voor Langdurige Zorg en Sport. De golfclub had een subsidie aangevraagd op grond van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) ter hoogte van € 19.369,70. De Minister heeft echter het subsidiebedrag vastgesteld op € 15.150,96, waarbij de inruilwaarde van oude machines in mindering is gebracht op de subsidiabele kosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze beslissing van de Minister niet onredelijk is, aangezien de BOSA-regeling bepaalt dat alleen de daadwerkelijke investeringskosten subsidiabel zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitleg van de Minister over de kosten in lijn is met de doelstellingen van de regeling en dat de inruilwaarde van de oude machines terecht in mindering is gebracht.
De golfclub was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat de inruilwaarden onterecht waren afgetrokken, en dat de uitleg van het kostenbegrip door de Minister niet paste binnen de systematiek van de BOSA. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de Minister op juiste wijze heeft gehandeld en dat de inruilwaarde van de machines niet subsidiabel is. De rechtbank heeft ook het beroep van de golfclub op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat de situatie van sponsoring niet vergelijkbaar is met de inruil van machines. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de golfclub ongegrond verklaard, wat betekent dat de Minister's beslissing om het subsidiebedrag lager vast te stellen standhoudt.