ECLI:NL:RBMNE:2022:1772

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
6 mei 2022
Zaaknummer
UTR 21/4365
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging aanslag roerende zaakbelasting en procesbelang

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde A. Goldhoorn, en de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats]. Eiseres had een aanslag roerende zaakbelasting ontvangen op 30 juni 2021, waarbij de waarde van haar roerende zaak, een ark gelegen aan [adres] in [woonplaats], was vastgesteld op € 94.000,- per waardepeildatum 1 januari 2020. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in de uitspraak op bezwaar van 19 oktober 2021. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld.

De heffingsambtenaar heeft op 15 december 2021 de eerder opgelegde aanslag vernietigd. Tijdens de online zitting op 3 mei 2022 is de zaak behandeld, waarbij eiseres aanwezig was met haar gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd werd door een taxateur. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen procesbelang meer had, aangezien de aanslag al was vernietigd en de vastgestelde waarde van de ark daarmee ook was komen te vervallen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat er pas sprake is van voldoende procesbelang als het resultaat dat eiseres nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt en feitelijke betekenis heeft. Aangezien de aanslag was vernietigd, was er geen mogelijkheid voor een gunstiger resultaat voor eiseres, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4365
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres(gemachtigde: A. Goldhoorn)

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] , verweerder.

Procesverloop

In de beschikking van 30 juni 2021 heeft verweerder aan eiseres een aanslag roerende zaakbelasting opgelegd, waarbij de waarde van de roerende zaak aan de [adres] in [woonplaats] (de ark) is vastgesteld op € 94.000,- voor het belastingjaar 2021, per waardepeildatum 1 januari 2020. Deze waarde is als heffingsmaatstaf gebruikt.
In de uitspraak op bezwaar van 19 oktober 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
In de beschikking van 15 december 2021 heeft verweerder de aanslag roerende
zaakbelasting van 30 juni 2021 vernietigd.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de online zitting van 3 mei 2022. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [taxateur] , taxateur.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- draagt verweerder op het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden.

Overwegingen

1.De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2.De rechtbank moet ambtshalve beoordelen of eiseres voldoende procesbelang heeft bij een beoordeling van haar beroep. Volgens vaste rechtspraak is er pas sprake van voldoende procesbelang als het resultaat dat eiseres met het indienen van beroep nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor eiseres feitelijke betekenis heeft.
3.De rechtbank is van oordeel dat eiseres geen procesbelang meer heeft bij het beroep. Verweerder heeft de aanslag roerende zaakbelasting van 30 juni 2021 immers vernietigd. Daarmee is ook de vastgestelde waarde van € 94.000,- die als heffingsmaatstaf is gebruikt, vernietigd. De vaststelling van de waarde van de ark is namelijk geen afzonderlijke beschikking die los van de aanslag roerende zaakbelasting rechtsgevolgen heeft, maar onderdeel van de aanslag van 30 juni 2021. Eiseres heeft dan ook bereikt wat zij wilde bereiken en het beroep kan voor haar niet tot een gunstiger resultaat leiden.
4.Omdat verweerder de beschikking van 30 juni 2021 heeft vernietigd nadat eiseres beroep heeft ingesteld, draagt de rechtbank verweerder op om aan eiseres het door haar betaalde griffierecht te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit proces-verbaal is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.