ECLI:NL:RBMNE:2022:1762
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van Tozo-uitkering en beoordeling van het urencriterium in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een eenmanszaak, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Tozo-regeling, maar deze aanvraag werd door verweerder aangemerkt als een Tozo1-aanvraag. De eiser stelde dat zijn bedrijf financieel geraakt was door de coronacrisis en dat hij voldeed aan het urencriterium van 1225 uren per jaar. Echter, verweerder trok de Tozo-uitkering per 1 april 2020 in en vorderde een bedrag van € 15.963,78 terug. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd dat hij aan het urencriterium voldeed en dat zijn bedrijf financieel geraakt was door de coronacrisis. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van de eiser ten onrechte als een Tozo1-aanvraag was aangemerkt, maar dat dit niet leidde tot een gegrond beroep. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om de uitkering in te trekken en terug te vorderen.