In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en een minderjarige gedaagde, vertegenwoordigd door haar ouders. De zaak betreft de vergoeding van orthodontische behandelingen die door de zorgverzekeraar Univé zijn goedgekeurd, maar waarvoor de rekeningen niet tijdig zijn ingediend. Infomedics vorderde betaling van een rekening van € 292,84, maar de gedaagde verweerde zich door te stellen dat de rekeningen te laat waren ingediend en dat zij niet verantwoordelijk was voor de betaling omdat zij minderjarig was op het moment van de behandeling.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde gelijk had. De orthodontist had de zorgverzekeraar tijdig om goedkeuring gevraagd en de gedaagde had geen verwijt te maken over het niet indienen van de rekeningen. De rechter stelde vast dat de orthodontist en Infomedics de rekeningen bij de zorgverzekeraar hadden moeten indienen. Infomedics kreeg geen gelijk, omdat zij niet kon aantonen dat de orthodontist niet wilde meewerken aan de indiening van de rekeningen. De kantonrechter concludeerde dat de ouders van de gedaagde als wettelijk vertegenwoordiger hadden gehandeld en dat de gedaagde daardoor contractspartij was geworden. De vordering van Infomedics werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot.