Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene] ,geboren op
Rechtbank Midden-Nederland
Op 7 april 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 17 maart 2022 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan meervoudige psychiatrische en somatische problematiek, waaronder een verslavingsstoornis. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 maart 2022 was betrokkene niet aanwezig, maar op 7 april 2022 werd zij gehoord in de instelling waar zij verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om op vrijwillige basis zorg te ontvangen en dat haar verslaving haar leven beheerst, wat leidt tot ernstige risico's voor haar gezondheid en die van haar ongeboren kind.
De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het uitoefenen van toezicht. De rechtbank oordeelde dat de verslavingsstoornis van betrokkene zo ingrijpend is dat deze als een psychische stoornis moet worden aangemerkt volgens de Wvggz. De rechtbank heeft ook de noodzaak van verplichte anticonceptie als onderdeel van de zorgmachtiging erkend, om toekomstige zwangerschappen te voorkomen en de gezondheid van betrokkene en haar kind te beschermen.
De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 7 oktober 2022, omdat eerdere pogingen om betrokkene te helpen niet succesvol waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn en dat de verplichte zorg noodzakelijk en proportioneel is. De beschikking is openbaar uitgesproken en schriftelijk vastgelegd op 21 april 2022, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.