Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
verder ook te noemen [A] ,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde de stichting Woonpalet ontbinding van de huurovereenkomst met [A] vanwege het aantreffen van hennepplanten in de achtertuin van de huurwoning. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van beroeps- of bedrijfsmatige teelt, aangezien het ging om drie hennepplanten die bestemd waren voor eigen gebruik. De kantonrechter stelde vast dat er geen specifieke clausule in de huurovereenkomst was opgenomen die het kweken van hennep verbood. Bovendien was er onvoldoende bewijs van overlast voor de omgeving, en de anonieme klachten waren niet overtuigend genoeg om te concluderen dat [A] zich niet als een goed huurder had gedragen. De rechter weegt ook de persoonlijke omstandigheden van [A] mee, zoals zijn kwetsbare gezondheid en langdurige woonverleden in [plaats]. De vordering van Woonpalet werd afgewezen, en de proceskosten werden aan Woonpalet opgelegd.