ECLI:NL:RBMNE:2022:1696
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek ongegrond verklaard in civiele procedure
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 21 april 2022 een verzoek ingediend tot wraking van mr. H.A.M. Pinckaers in de hoofdzaak met zaaknummer 8192009 UC EXPL 20/10139. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling. Verzoeker was gedagvaard door de eisende partij, [bedrijf] B.V., en had bezwaar tegen de beslissing van de rechter om de zitting op 22 april 2022 door te laten gaan, ondanks het verzoek van eiseres om uitstel vanwege de afwezigheid van een getuige. Verzoeker stelde dat de rechter hem niet de gelegenheid bood om vragen te stellen aan de getuige, wat zijn recht op een eerlijk proces zou schenden. De wrakingskamer heeft de onpartijdigheid van de rechter beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing van de rechter om de zitting niet aan te houden een procesbeslissing is en geen grond vormt voor wraking. Het verzoek tot wraking werd ongegrond verklaard, en de wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker niet in behandeling zal worden genomen, gezien de hinder die zijn verzoeken voor de voortgang van de hoofdzaak veroorzaken.