Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 5 die op 7 april 2022 aan Bo-ex is betekend;
- productie 1 van de zijde van Bo-ex.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om een executiegeschil naar aanleiding van een kort geding vonnis dat op 23 februari 2022 is gewezen, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat de woning van eiser ontruimd moet worden. Eiser, die zich in een kwetsbare psychische toestand bevindt, heeft een vordering ingesteld om de tenuitvoerlegging van dit ontruimingsvonnis te schorsen. De kantonrechter heeft op 26 april 2022 geoordeeld dat er ruimte is voor een belangenafweging, zoals bedoeld in het Strandhotelarrest van de Hoge Raad. Eiser stelt dat er geen belangenafweging heeft plaatsgevonden in het ontruimingsvonnis en dat zijn situatie, waaronder zijn psychische problemen, niet voldoende is meegewogen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de belangen van eiser bij behoud van zijn woning zwaarder wegen dan de belangen van Bo-ex, de verhuurder, bij de uitvoering van het ontruimingsvonnis. De kantonrechter heeft daarom de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis geschorst in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep. Bo-ex is veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op € 747,00.