ECLI:NL:RBMNE:2022:169
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van bestuur en motiveringsgebrek in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen. De zaak betreft een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had in eerste instantie een verzoek ingediend dat gedeeltelijk was toegewezen, maar het college had later besloten om meer informatie openbaar te maken. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarna de rechtbank het beroep op 29 april 2021 heeft behandeld.
In een tussenuitspraak van 10 juni 2021 heeft de rechtbank het college de gelegenheid gegeven om een motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom bepaalde zinnen in een memo geweigerd werden op basis van de Wob. Het college heeft hierop een aanvullende motivering ingediend, maar eiser was van mening dat deze niet voldeed.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 11 januari 2022 geoordeeld dat het college het motiveringsgebrek niet had hersteld. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat de eerste twee geweigerde zinnen openbaar gemaakt moesten worden. Tevens werd het college opgedragen om het betaalde griffierecht en proceskosten aan eiser te vergoeden. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.