ECLI:NL:RBMNE:2022:1673

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 april 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
AWB - 22 _ 1087
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wegens ontbreken spoedeisend belang

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 april 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De verzoeker, in de hoedanigheid van bewindvoerder, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, dat de ondersteuning in de vorm van Zorg in Natura (ZiN) had toegekend in plaats van een persoonsgebonden budget (pgb). De verzoeker stelde dat er een spoedeisend belang was, omdat de zorg op korte termijn zou kunnen stoppen, wat zou leiden tot een noodsituatie voor de verzoeker.

Tijdens de zitting op 12 april 2022 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van de verzoeker en de vertegenwoordigers van de verweerder gehoord. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang aanwezig was, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de zorg daadwerkelijk zou stoppen. De verzoeker had geen bewijs geleverd dat de pgb-beheerder de zorg op korte termijn zou beëindigen, en bovendien was de gevraagde zorg in ZiN al toegekend. De voorzieningenrechter oordeelde dat het besluit van de verweerder niet evident onrechtmatig was en dat de belangenafweging in het voordeel van de verweerder uitviel.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de opmerking dat de uitspraak een voorlopig karakter heeft en de rechtbank in een eventueel bodemgeding niet bindend is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1087
uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 april 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[verzoekster], in de hoedanigheid van bewindvoerder van
[verzoeker], te [plaats] , verzoekster
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, verweerder

(gemachtigde: I.D. Badrising-Anroedh en M. van Manen).

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder Ondersteuning Thuis op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) toegekend. De ondersteuning is tijdelijk verlengd in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) voor de maand oktober 2021. Daarna is de ondersteuning toegekend in de vorm van Zorg in Natura (ZiN) voor de periode van 1 november 2021 tot en met 30 november 2022.
[verzoeker] (hierna: de verzoeker) heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2022. Verzoekster was aanwezig. Ook [moeder] (hierna: de moeder) is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Verzoekster heeft op 13 april 2022 een persoonsgebonden budgetplan Wmo voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021 ingediend bij de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft besloten om het onderzoek niet te heropenen en deze informatie niet mee te wegen in de beoordeling. Het document gaat namelijk over een andere periode dan waar de voorzieningenrechter over moet oordelen in deze procedure.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
1. In 2020 heeft verzoeker voor het eerst een aanvraag ingediend om ondersteuning te krijgen op grond van de Wmo. Verweerder heeft in eerste instantie de zorg toegekend in de vorm van ZiN. Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt. De bezwaarschriftencommissie heeft geconcludeerd dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft uitgevoerd naar de pgb-vaardigheid van de moeder en geadviseerd om een pgb af te geven. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder het bezwaar gegrond verklaard en de ondersteuning in de vorm van een pgb toegekend.
2. Op 10 mei 2021 heeft verzoeker een melding gemaakt bij verweerder om de ondersteuning te verlengen vanaf 1 oktober 2021. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met de generalist van het Sociaal Wijkteam. Verweerder heeft vervolgens meerdere e-mails met vragen naar de moeder gestuurd om haar pgb-vaardigheid te beoordelen. Daarna heeft verzoeker een aanvraag ingediend. De Wmo-consulent heeft een rapportage opgesteld over de pgb-vaardigheid van de moeder. Verweerder kent de ondersteuning toe in het besluit van 11 oktober 2021, maar geeft deze na een tijdelijke verlenging van het pgb af in ZiN door zorgaanbieder Kwintes. Op 29 oktober 2021 dient de moeder antwoorden in op de tien vragen over de pgb-vaardigheid. Op 16 november 2021 maakt verzoeker bezwaar. Op
8 maart 2022 heeft een hoorzitting plaatsgevonden met de bezwaarschriftencommissie. Een dag later heeft verzoekster een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend bij de rechtbank. Verweerder wacht momenteel op het advies van de bezwaarschriftencommissie voordat hij een beslissing op bezwaar neemt.
Het bestreden besluit
3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat er twijfels zijn over de pgb-vaardigheid van de moeder, waardoor de ondersteuning in pgb-vorm is afgewezen. Volgens verweerder wilde de moeder geen nadere informatie verstrekken. Het blijkt niet dat zij weet welke rechten en plichten een pgb-beheerder heeft, hoe zij de administratie moet voeren en hoe zij er voor moet zorgen dat de kwaliteit gewaarborgd blijft.
Het verzoek
4. Verzoeker wil de Ondersteuning Thuis in de vorm van een pgb krijgen voor de periode van 1 november 2021 tot en met 30 november 2022. Verzoekster voert aan dat de moeder jarenlang als pgb-beheerder heeft opgetreden onder de Jeugdwet en dat dit altijd goed gegaan is. Daarnaast zijn de leerdoelen al jaren hetzelfde en deze zullen niet veranderen. Verweerder houdt zich niet aan de termijnen, reageert niet op contactverzoeken en legt niet uit welke informatie nodig is. Bovendien kan Kwintes niet de juiste zorg bieden aan verzoeker, omdat het gebouw niet veilig is voor verzoeker vanwege zijn allergieën. Kwintes heeft zelf medegedeeld dat de zorg beter door de pgb’er gegeven kan worden, omdat de medewerkers geen verstand hebben van de ziekte van verzoeker.
Beoordeling
5. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Spoedeisend belang
6. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter moet daarom eerst kijken of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld.
7. Verzoekster heeft tijdens de zitting haar zorgen geuit over de mogelijkheid dat de pgb’er mogelijk gaat stoppen met de ondersteuning, omdat zij herhaaldelijk vraagt wanneer het besluit van verweerder komt. Het is echter niet onderbouwd dat de pgb’er daadwerkelijk de zorg op korte termijn gaat beëindigen. Evenmin is aangetoond dat verzoeker in een noodsituatie komt te verkeren, als de hulpverlening stopt. Bovendien heeft verweerder de gevraagde uren voor zorg wel toegekend in ZiN. Tot nu toe maakt verzoeker geen gebruik van deze ondersteuning. Uit de medische stukken blijkt niet dat de hulp vanuit Kwintes ongeschikt zou zijn voor verzoeker of dat Kwintes de zorg niet wil bieden. Verder is niet gebleken dat verzoekster met verweerder contact heeft opgenomen over de mogelijkheden van het inzetten van een andere zorgverlener die ZiN levert. De voorzieningenrechter is vanwege deze redenen van oordeel dat er geen sprake is van een spoedeisend belang.
Voorlopig rechtmatigheidsoordeel
8. Omdat de voorzieningenrechter vindt dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft, kan zij de voorziening alleen nog treffen als het besluit van verweerder evident onrechtmatig is. Met evident onrechtmatig wordt bedoeld dat het voor de voorzieningenrechter overduidelijk is dat het standpunt van verweerder niet correct is en in de bezwaarfase dus geen stand zal houden. De voorzieningenrechter moet dit kunnen vaststellen zonder grondig onderzoek te doen naar de relevante feiten en/of de wettelijke bepalingen van de zaak. De voorzieningenrechter oordeelt op basis van de aangevoerde argumenten en wat er op de zitting is besproken dat het niet overduidelijk is dat het bestreden besluit onjuist is.
Belangenafweging
9. Er is dus geen spoedeisend belang en het besluit is ook niet evident onrechtmatig. Wat verzoekster als belang voor het treffen van een voorlopige voorziening heeft aangevoerd, acht de voorzieningenrechter – nu geen sprake is van spoedeisend belang of van een evident onrechtmatig besluit – onvoldoende om de belangenafweging in haar voordeel uit te laten vallen.
Conclusie
10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
Afspraken tijdens de zitting
11. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat tussen partijen op de zitting afspraken gemaakt zijn. De moeder heeft toegezegd uiterlijk 19 april 2022 aan verweerder een overzicht te sturen van de persoonsgegevens van de pgb’ers, de uren voor ondersteuning per dag en welke zorg verleend is in de periode van 1 november 2021 tot en met 12 april 2022. Wanneer verweerder deze gegevens binnen de gestelde termijn ontvangt, zal verweerder deze meenemen in de beoordeling van het bezwaar.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. drs. N.L.K.J. Li, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
28 april 2022.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.