4.4.1Bewijsmiddelen
Inleiding
Uit het onderzoek volgt dat de aangevers via whatsapp- en sms-berichten over een te verrichten betaling een link toegestuurd kregen die afkomstig leek te zijn van diverse bedrijven, bijvoorbeeld Marktplaats. In deze berichten werden zij bewogen die link aan te klikken, om daarna op een website terecht te komen die eruit zag als een officiële website van die banken of bedrijven (een phishingwebsite). Met het invullen van diverse inloggegevens voor hun bankaccounts zodat tot betaling kon worden overgegaan, werden die gegevens afgevangen door de beheerder(s) van die nagemaakte website. Vervolgens werden (in sommige gevallen) vanaf de rekening van het slachtoffer diverse overboekingen gedaan naar de rekening van een zogenaamde geldezel (money mule) met de bedoeling om het geld daarna door middel van een pinopname te cashen.
Bovenstaande werkwijze, te categoriseren als online betaalfraude, meer specifiek phishing of smishing, kenmerkt zich door een aantal typologieën, zoals het gebruiken maken van leads lijsten (lijsten met bijvoorbeeld telefoonnummers die kunnen worden gebruikt om een bericht te versturen naar een groot aantal potentiële slachtoffers), het gebruik van bepaalde technische hulpmiddelen, zoals SMS Burst Tooling, de wijze van oplichting (het sturen van een linkje, dat lijkt op een legitiem betaalverzoek, waarna het slachtoffer op een phishingwebsite komt) en het gebruik van geldezels (money mules) met de bedoeling om het geld daarna door middel van een pinopname te cashen.
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Aangiften
Aangifte van [aangever 1] met bijlage:
Op 23 januari 2021 ontving ik op mijn mobiele telefoon een sms van het telefoonnummer
[telefoonnummer] .De sms had de volgende tekst: [WoningNet]: Uw inschrijving bij Woningnet verloopt op 25 Januari 2021. Uw inschrijving verlengen wij met een jaar als u de verlengingskosten van 14,35 euro betaald. Betaal nu via de onderstaande link, en voorkom dat Uw abonnement wordt stopgezet. https [link] . Een schermafdruk van deze sms is bij de aangifte gevoegd.Ik heb vervolgens op de link geklikt. Ik ging er vanuit dat de sms afkomstig was van Woningnet. Toen ik op de URL in de sms geklikt had, werd ik doorgelinkt naar een betaalsite. Ik heb ingelogd met mijn internetbankieren, maar er leek een storing in te zitten. Mijn bankrekeningnummer is [rekeningnummer] . Ik heb met een andere telefoon de URL opnieuw geopend. Ik heb gelijk telefonisch contact gezocht met mijn bank, de Volksbank. Er bleken twee transacties van mijn spaarrekening te zijn overgeboekt. De bank heeft kunnen voorkomen dat het geld daadwerkelijk is overgeschreven. Op 25 januari 2021 kreeg ik een mail van de bank met daarin informatie over de cybercrime. Uit deze mail is op te maken dat ik via de betaallink op een nagemaakte website terecht was gekomen. De fraudeur heeft een nieuwe mobiele telefoon gekoppeld aan mijn internetbankieren. Bij de transacties is gebruikt gemaakt van het volgende IP adres:
[IP-adres].
Aangifte van [aangever 2] met bijlagen:
Ik doe ook aangifte namens mijn man, [benadeelde 1] , geboren op [1968] te [geboorteplaats] , en zoons [benadeelde 2] , geboren op [2007] te [geboorteplaats] en [benadeelde 3] , geboren op [2004] te [geboorteplaats] . Op 4 februari 2021 kreeg ik een sms van Woningnet, met het telefoonnummer
[telefoonnummer]. In de sms stond de volgende tekst: (Woningnet): Uw inschrijving bij woningnet verloopt op 4 Februari 2021. Betaal nu 14,35 verleningskosten via onderstaande link: https [link] . Ik heb vervolgens op de link geklikt en werd doorgelinkt naar de Rabobank site. Ik heb vervolgens geprobeerd om het bedrag van 14,35 euro middels de random reader over te maken.Wij hebben ook toegang tot de rekeningen van onze zoons. Op 7 februari 2021 kwamen we erachter dat er van al de rekeningen, ook die van onze zoons, geld was overgeboekt. De volgende overboekingen zijn gedaan:
Van onze gezamenlijke rekening, op naam van [rekeninghouder] , met rekeningnummer [rekeningnummer] , zijn de onderstaande overboekingen gedaan naar:
- Bunq B.V [rekeningnummer] , die vervolgens een overboeking heeft gedaan naar [rekeningnummer] , op naam van [A] . Een bedrag van: 100,05 euro, 100,50 euro, 125,50 euro, 225,25 euro, 101,00 euro en 185,18 euro.
Van mijn Rabo totaalrekening, op naam van [aangever 2] , [rekeningnummer] , is de onderstaande overboeking gedaan:
- Bunq B.V [rekeningnummer] , die vervolgens een overboeking heeft gedaan naar [rekeningnummer] , op naam van [A] . Een bedrag van: 15,15 euro.
Van de Rabo jongeren rekening, van mijn zoon [benadeelde 3] [rekeningnummer] , zijn de onderstaande overboekingen gedaan:
- Bunq B.V [rekeningnummer] , die vervolgens overboekingen heeft gedaan naar [rekeningnummer] , op naam van [A] . Een bedrag van: 15,00 euro, 75,50 euro, 15,00 euro, 15,00 euro, 15,00 euro, 15,00 euro en 50,20 euro.
Van de Rabo jongeren rekening, van mijn zoon [benadeelde 2] , is de onderstaande overboeking gedaan:
- Bunq B.V [rekeningnummer] , die vervolgens een overboeking heeft gedaan naar [rekeningnummer] , op naam van [A] . Een bedrag van 100,50 euro.
Bij de aangifte is de screenshot van de sms van Woningnet en een overzicht van de Rabobank, waarop alle overboekingen staan, gevoegd.
Verhoor van aangeefster [aangever 2] :
Ik heb nog een aanvulling op mijn aangifte. Er is namelijk ook misbruik gemaakt van de Rabo GoldCard Visa rekening, met IBAN [rekeningnummer] , op naam van [aangever 2] . De volgende handeling is gedaan met de GoldCard rekening: op 7 februari (
de rechtbank begrijpt 7 februari 2021)is er voor 1.018,94 euro aan goederen besteld bij de Coolblue te Rotterdam.
Aangifte van [aangever 3] met bijlage:
Op 31 januari 2021 ontving ik op mijn mobiele telefoon een sms bericht van het telefoonnummer
[telefoonnummer]. De sms had de volgende tekst: [WoningNet]: uw inschrijving bij Woningnet verloopt op 31 Januari 2021. Betaal nu 14,35 verlengingskosten via de onderstaande link https [link] . Een afdruk van deze sms is als bijlage bij de aangifte gevoegd. Op de URL die in de SMS stond, heb ik vervolgens geklikt. Ik heb dit gedaan omdat ik er van overtuigd was dat deze SMS afkomstig was van Woningnet. Toen ik op de URL in de sms geklikt had, werd ik doorgelinkt naar een betalingssite van Ideal, waarop ik het genoemde bedrag van 14,35euro kon overmaken. Ik heb toen mijn pinpas voorzien van pasnummer [pasnummer] van mijn Rabobankrekening [rekeningnummer] op mijn naam in de passcanner gedaan en mijn pincode ingetoetst. Nadat ik mijn pincode had ingetoetst en de kleurcode van de betaling gescand had, liep de betaling ineens vast. In mijn Rabobank bankieren app zag ik dat er geen afschrijving gedaan was naar woningnet. Ineens werd alles geblokkeerd. Op 31 januari 2021 kreeg ik ineens een mail op mijn mailadres wat gekoppeld is aan de Rabobank dat er een nieuwe bankpas was aangevraagd. Ik had helemaal geen nieuwe bankpas aangevraagd.
Aangifte van [aangever 4] :
Op 31 januari 2021 ontving ik een sms op mijn mobiele telefoon. Ik zag dat de SMS afkomstig was van post.nl. In de sms stond een link. Er stond dat ik voor een pakketje nog kosten moest betalen a drie euro en vijftig cent. Ik heb op het linkje gedrukt, er werd gevraagd naar mijn bank, mijn bankrekeningnummer, mijn pasnummer. Ik heb deze gegevens ingevuld, [rekeningnummer] . Ik zag het logo van de Rabobank, het beeld op mijn telefoon was erg aan het trillen, het beeld werd vernieuwd, ik zag weer het logo van de Rabobank, ook dit beeld trilde, ik zag de tekst "even geduld" in beeld. Hierna zag ik dat er stond dat mijn pincode vervallen was. Op dat moment ben ik gestopt.
Resultaten van de bevraging van de grootbanken naar aanleiding van het IP-adres:
Op 11 februari 2021 werden verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aangehouden op het adres [adres] in [woonplaats] . Het IP-adres bleek te zijn [IP-adres] . Bij vier grootbanken zijn alle gegevens gevorderd van personen die in de periode van 1 november 2020 tot en met 11 februari 2021 hebben ingelogd op de internetbankieren-omgeving dan wel de online bankieren-app van genoemde banken door middel van IP-adres [IP-adres] .
Uit de gegevens van de Volksbank kwam naar voren dat de bankrekening van aangever [aangever 1] via het IP-adres [IP-adres] was benaderd in de periode 8 januari 2021 tot en met 11 februari 2021.Uit de gegevens van de Rabobank kwam naar voren dat de bankrekening van aangever [aangever 2] via het IP-adres [IP-adres] was benaderd in de periode 1 november 2020 tot en met 11 februari 2021.
Verklaring verdachte
Verklaring ter terechtzitting op 28 maart 2022:
Ik wist dat er phishing-activiteiten plaatsvonden in de woning die ik huurde aan de [adres] in [woonplaats] . Op 11 februari 2021 ten tijde van de aanhouding was ik ook in die woning. Ik maakte reclame ten behoeve van de verkoop van de phishing panels op sociale media. Ook bemiddelde ik tussen het vraag en aanbod op sociale media ten behoeve van de phishing-activiteiten. Ik gebruikte het account ‘ [Apple ID] ’ op verschillende digitale (sociale media) platformen. De op de [adres] inbeslaggenomen iPhone X Max Pro is mijn telefoon. Ik gebruik de Apple ID [Apple ID] @icloud.com en gebruik de gebruikersnaam [Apple ID] .
Verklaring medeverdachte
Verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
Op 11 februari 2021 werd er gephisht vanuit de woning aan de [adres] in [woonplaats] .Ik was daar met anderen.Bij het hele project waren meerdere mensen betrokken.Ik heb zelf het phishing paneel gebouwd.
V: Kun je in stapjes uitleggen hoe je begint met phishen?
A: Je maakt een link aan. Je verstuurd een link naar mensen en die sturen deze link weer door aan andere mensen. Als er dan iemand op de link klikte, dan zag ik dat in mijn paneel. Als er dan nog onvolledige gegevens waren, vroeg ik aan degene die op de (phishing) link had geklikt of die persoon overige gegevens ook wilde invullen. Dan gaan we meestal door totdat het slachtoffer stopt of totdat ik in zijn rekening zit. Dan is het tijd om te kijken of de rekening geplunderd kan worden. Dit lukt niet altijd. Als het wel lukte dan kwam er meestal iets van 2000 euro vanaf. Ik had mensen, die hadden mensen met bankpassen en die hadden bankpassen waar het geld naar toe gaat. Van de 2000 euro is er een verdeling, waarvan ik 500 euro overhield. Meestal ging het zo dat er 1000 euro bleef staan en ik 1000 euro contant kreeg. Ik gaf dan 500 euro aan de persoon die de phishing link verstuurd heeft.
V: Hoe vonden jullie elkaar dan?
A: Via via of social media.
V: Wil je iets meer vertellen over voor welke bedrijven/instellingen het door jou zelfgebouwde paneel werd ingezet?
A: Het paneel had meerdere mogelijkheden. Het kon worden ingezet voor meerdere soorten banken en ik had een PostNL versie gemaakt. Als slachtoffers dan op een neplink van een van deze websites drukten via de verstuurde phishing link via sms, kwamen de slachtoffers uit op een nagebouwde website van deze partij waar zij dan hun inloggegevens invulden. Deze gegevens zijn weer in te zien via het paneel.
Bevindingen adres [adres] te [woonplaats]
Bevindingen IP-tap:
Op 11 februari 2021 werd een zogeheten IP-tap aangesloten op het IP-adres [IP-adres] . Het aansluitadres van dit klantnummer is de [adres] te [woonplaats] . Op 11 februari 2021 werd op grond van de verkregen informatie besloten om op dit adres binnen te treden.
Bevindingen naar aanleiding van de doorzoeking:
Op 11 februari 2021 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een woning, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . In de woonkamer van woning werden onder meer 4 ingeschakelde laptops, 22 mobiele telefoons en 76 biljetten van 50 euro in beslaggenomen.In de woonkamer werden verdachte en medeverdachten[medeverdachte 1]en [medeverdachte 2] aangetroffen.
Bevindingen naar aanleiding van gesprek met [getuige] :
[verdachte] is een huurder van mij. Ik verhuur appartementen en woningen.Na 10 of 11 januari 2021 is hij naar de [adres] in [woonplaats] gegaan. [verdachte] heeft de sleutel van de woning rond 10 januari 2021 opgehaald.Wij, verbalisanten, toonden [getuige] een foto van verdachte [verdachte] . Wij hoorde [getuige] zeggen dat hij de persoon op die foto herkende als [verdachte] .
Onderzoek telefoons
Onderzoek naar de telefoon, Apple Iphone 11:
De telefoon heeft IMEI [IMEI-nummer] .Ook is er te zien dat het Apple ID [Apple ID] @icloud.com aan de telefoon is gekoppeld.
Onderzoek naar de telefoon van verdachte, de iPhone X Max Pro:
De telefoon heeft IMEI [IMEI-nummer] .
Met betrekking tot phishing-fraude werden ontzettend veel printscreens afkomstig van het medium snapchat aangetroffen. In deze berichten spreekt met over ‘leads’, lijsten van potentiële slachtoffers. Ook vraagt men actief om geldezels, biedt men ‘leads’ aan en koketteert men met hun (criminele) handelen en het geld wat men hiermee verdient.
Ik, verbalisant, trof een aantal foto’s aan in de map DCIM van het toestel. DCIM staat voor Data Center Infrastructure Management. DCIM is de standaardmap waarin elk apparaat met een camera automatisch foto’s opslaat welke zélf met het toestel zijn gegenereerd, ofwel omdat men een foto’s neemt, of een printscreen maakt van content.
Er werd een afbeelding aangetroffen op het toestel van de internetbankierenomgeving van de Rabobank. In dit geval vraagt men kennelijk een nieuwe bankpas aan die zal worden verzonden naar het adres: [adres] te [woonplaats] . Op dit adres staat blijkens de Gemeentelijke Bevolkings Administratie slechts 1 persoon inschreven:
[aangever 3]
Geboren [1984] te [geboorteplaats] .
Ook werd een afbeelding, een gemaakte foto, van een HP laptop aangetroffen. Deze foto is blijkens de EXIF data genomen op 1-2-2021 02:23:30 en staat opgeslagen in de DCIM-map van het toestel. Op het bureaublad is duidelijk zichtbaar dat het hier gaan om Rabobank internetbankierenomgeving van rekeninghouder [aangever 4] .
In de afbeeldingen werd een printscreen, gemaakt op 9 februari 2021, aangetroffen van een Snapchat chat. Hierin geeft ene [gebruikersnaam 1] de ontvanger een tweetal mailadressen met vermoedelijk bijbehorende wachtwoorden. De mailadressen zijn: [e-mail adres] @gmx.com en [e-mail adres] @gmx.com. Beiden hebben hetzelfde (vermoedelijk) wachtwoord: [wachtwoord] !De mailbox behorende bij [e-mail adres] @gmx.com is onderzocht.Op 7 februari 2021 komt er een mail binnen afkomstig van www. [website] met betrekking tot een voltooide bestelling (onder [nummer] ) gericht aan [C] , [adres] te [woonplaats] .
Er zijn chats aangetroffen tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] en een ander (onbekend gebleven) persoon genaamd ‘ [gebruikersnaam 2] ’, die allen zijn geregistreerd op één dag, 11 februari 2021, de dag van aanhouding. In deze chats geeft vraagt ‘ [gebruikersnaam 2] ’ expliciet om leads, oftewel bel-/maillijsten met potentiële slachtoffers, ‘ [gebruikersnaam 2] ’ geeft aan dit wel te regelen met [verdachte] en [gebruikersnaam 1] geeft aan ‘ op een andere batch te zitten’, ‘ [gebruikersnaam 2] ’ geeft aan over ‘pap’ te beschikken . ‘Pap’ is straattaal voor geld, en in de context van dit onderzoek doelt men op een rekening waarmee men kan frauderen.
Onderzoek naar de telefoon, Iphone X:
Deze iPhone X is in beslag genomen op de [adres] in [woonplaats] op 11 februari 2021.
In de agenda van het toestel is een agenda item opgenomen: mama jarig. Dit is geregistreerd op [datum] . De moeder van verdachte [medeverdachte 2] is geboren op [1976] . In de accounts vond ik de volgende registratie als accountnaam: [accountnaam] . De voornaam van [medeverdachte 2] is [voornaam] .Verder kwam ik een foto tegen, waarop ik het gezicht van [medeverdachte 2] herken. In de images van de telefoon staat een foto in de DCIM map (de map waarin de met de camera van deze telefoon gemaakte opnamen worden vastgelegd), waarop de patiëntenpas van verdachte [medeverdachte 2] staat.
Ik, verbalisant, deed nader onderzoek naar de inhoud van de Iphone X die in beslag is genomen ten tijde van de inval in [woonplaats] op 11 februari 2021. Ik kwam in deze telefoon de volgende gebruikersnaam tegen:
Snapchat: [gebruikersnaam 1] .
Ook kwam ik een filmpje tegen waarvan ik enkele schermafbeeldingen heb opgenomen. Daarop is een ingelogde bankrekening te zien op naam van [aangever 3] . [aangever 3] heeft kennelijk een zorgverzekering bij Zilveren Kruis, want op het filmpje is te zien dat op derekening een afschrijving van Zilveren Kruis is geweest. Nadat de bankierenapp wordt weggeswiped, wordt een klein moment de camera geactiveerd waarop [medeverdachte 2] te zien is, en vervolgens wordt snel doorgeswiped naar de instagram app. Daarop is de gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam 1] ’ te zien.Op een foto kwam ik onderstaande bankrekening tegen van [aangever 3] , rekeningnummer [rekeningnummer] . Er is een grote negatieve bestedingsruimte te zien van bijna € 400.000,-. Deze foto is blijkens de bestandsdata gemaakt op 31 januari 2021.Het is vastgelegd in de DCIM map.Ik zag met betrekking tot deze rekening ook een filmpje, waarvan ik onderstaande screenshots heb gemaakt. Dit is een schermopname van een mobiele telefoon. De persoon op beeld in het midden herken ik als [medeverdachte 2] . Dit filmpje is afkomstig uit de chat met [gebruikersnaam 3] . [medeverdachte 2] stuurt deze in die chat naar hem toe, en zegt vervolgens: lol. That’s 5k profit. I stop work for today.
Onderzoek naar de telefoon, Samsung SM-A20F-DS:
Op 11 februari 2021 werd in de woning aan de [adres] te [woonplaats] een Samsung SM-A20F-DS aangetroffen. Deze telefoon was gekoppeld aan onder andere IMEI [IMEI-nummer] .Ik, verbalisant, zag dat het googleaccount [accountnaam] @gmail.com aan de telefoon gekoppeld was. Ik zag dat er tussen 23 januari (
de rechtbank begrijpt 23 januari 2021) en 6 februari (
de rechtbank begrijpt 6 februari 2021) veelvuldig dezelfde sms’jes zijn verstuurd namens ‘Woningnet’.Het gaat om de volgende sms: [WoningNet]: uw inschrijving bij Woningnet verloopt op 31 Januari 2021. Betaal nu 14,35 verlengingskosten via de onderstaande link https [link] .
Onderzoek naar de telecomgegevens:
De bij ons bekende nummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] , die bij de oplichtingspraktijken zijn gebruikt, zijn op enig moment gebruikt in combinatie met de in [woonplaats] aangetroffen toestellen, specifiek IMEI [IMEI-nummer] . Het nummer [telefoonnummer] is ook gebruikt in combinatie met de in [woonplaats] aangetroffen toestel met IMEI [IMEI-nummer] . Deze IMEI is in gebruik bij [medeverdachte 2] (privétoestel).
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is gebruikt in combinatie met IMEI [IMEI-nummer] (
de rechtbank begrijpt: IMEI [IMEI-nummer]) op 31 januari 2021 tussen 16:28 uur en 17:38 uur. Mastgegevens: [woonplaats] Er zijn ± 34 contacten benaderd met een sms-bericht. Om 16:28 uur worden de 2 eerste sms-berichten gestuurd naar nummer [telefoonnummer] . Dit nummer is in gebruik bij [medeverdachte 2] .
IMEI [IMEI-nummer] , in gebruik van 3 tot en met 9 februari 2021. Mastgegevens: [woonplaats] .
Voor telefoonnummer [telefoonnummer] geldt dat deze is gebruikt in combinatie met IMEI [IMEI-nummer] op 23 januari 2021 tussen 11:10 uur en 18:33 uur. Mastgegevens: [woonplaats] . Er zijn ± 5100 contacten/potentiële slachtoffers benaderd met een sms-bericht.
Uit de historische gegevens van IMEI nummer [IMEI-nummer] in combinatie met oplichtingsnummer [telefoonnummer] blijkt dat er met het volgende slachtoffer contact is geweest:
[telefoonnummer] [aangever 2] Woningnet 04-02-2021
Hieronder volgt een overzicht van de IMEI-nummers op zendmasten in de omgeving van de [straat] . Waar een periode wordt aangegeven geldt over het algemeen dat het niet om elke dag in die periode gaat, maar afwisselende aanwezigheid.
De IMEI-nummers die op de masten in [woonplaats] voorkomen zijn de volgende:
[IMEI-nummer]
[medeverdachte 2]
2 – 11 februari 2021
[IMEI-nummer] *
[medeverdachte 2]
19 januari – 11 februari 2021
[IMEI-nummer] **
[verdachte]
3 december, 2 januari – 11 februari 2021
[IMEI-nummer] ***
[verdachte]
1 – 11 februari 2021
*
de rechtbank begrijpt: [IMEI-nummer]
**
de rechtbank begrijpt: [IMEI-nummer]
***
de rechtbank begrijpt: [IMEI-nummer]
4.4.3Rechtmatigheid onderzoek telefoon
Ten aanzien van de vraag of het onderzoek aan de telefoon van verdachte rechtmatig heeft plaatsgevonden, overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de telefoon die de politie in het onderzoek aan hem toeschrijft, de iPhone X Max Pro, met IMEI-nummer [IMEI-nummer] , zijn telefoon is. Deze telefoon is door de politie inbeslaggenomen en onderzocht.
De rechtbank volgt de verdediging niet in de stelling dat het Prokuratuur-arrest H.K. t. Estland, C-746/18)van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) analoog toegepast kan of moet worden op het onderzoek inhoudende het uitlezen van de telefoons. De uitleg die het HvJ EU in het Prokuratuur-arrest geeft, ziet op de richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie (2002/58/EG). Die richtlijn heeft betrekking op de opslag en verwerking van verkeersgegevens via openbare communicatienetwerken en via openbare elektronische-communicatiediensten. Bij het uitlezen van telefoons gaat het om gegevens die door de betrokkene zelf, in dit geval verdachte, zijn bewaard. Daarop is de richtlijn niet van toepassing.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raadvolgt dat het doen van onderzoek door een opsporingsambtenaar aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken teneinde de beschikking te krijgen over daarin opgeslagen of beschikbare gegevens geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie vereist volgens de wet. Indien de met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd, biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in artikel 94 tot en met artikel 96 Sv daarvoor voldoende legitimatie. Dit zal het geval kunnen zijn indien het onderzoek slechts bestaat uit het raadplegen van een gering aantal bepaalde op de elektronische gegevensdrager of in het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens.
Indien dat onderzoek zo verstrekkend is dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager of het geautomatiseerde werk, kan dat onderzoek jegens hem onrechtmatig zijn. Daarvan zal in het bijzonder sprake kunnen zijn wanneer het gaat om onderzoek van alle in de elektronische gegevensdrager of het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens met gebruikmaking van technische hulpmiddelen. Mede gelet op het vooralsnog ontbreken van een daarop toegesneden wettelijke regeling, overwoog de Hoge Raad – kort gezegd – dat indien het onderzoek na inbeslagneming een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer meebrengt, onderzoek door de officier van justitie en de rechter-commissaris in de rede ligt. Daarbij valt – in het licht van artikel 8 EVRM – wat betreft onderzoek door de rechter-commissaris in het bijzonder te denken aan gevallen waarin op voorhand is te voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zal zijn.
De rechtbank dient vast te stellen of het onderzoek aan de telefoon van verdachte tot gevolg heeft gehad dat er een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte is gemaakt en daarmee sprake is van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek jegens verdachte.
In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat een privételefoon tegenwoordig veel informatie bevat die de gebruiker niet altijd met een derde zou delen, maar dat dit niet inhoudt dat elk onderzoek aan een privételefoon dan ook direct een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer in voornoemde zin oplevert. Daarvoor dient te worden gekeken naar de concrete feiten en omstandigheden van het geval.
De rechtbank constateert dat er bij het onderzoek aan de telefoon van verdachte zeer veel persoonlijke informatie is aangetroffen. De rechtbank denkt daarbij specifiek aan chats tussen verdachte en zijn (ex-)vriendin, chats met zijn zus, informatie over verkeersboetes en de enorme hoeveelheid afbeeldingen (meer dan 75.000) en video’s (ruim 4.000). De rechtbank is van oordeel dat er met het onderzoek aan de telefoon een min of meer volledig beeld is verkregen van het leven van verdachte. Daarmee is in vergaande mate een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte gemaakt. Nu het onderzoek in het licht van artikel 8 EVRM pas had mogen plaatsvinden na toestemming van de rechter-commissaris, is er sprake van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek jegens verdachte.
Voor de vraag welk rechtsgevolg aan dit vormverzuim dient te worden verbonden moet rekening te worden gehouden met het belang dat het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor veroorzaakt wordt. Bij de beoordeling daarvan zijn de omstandigheden van belang waaronder het verzuim is begaan. Daarbij kan ook de mate van verwijtbaarheid van het verzuim een rol spelen. Indien de rechtbank tot het oordeel komt dat niet kan worden volstaan met de vaststelling dat een onherstelbaar vormverzuim is begaan zal zij daaraan een van de in artikel 359a, eerste lid Sv genoemde rechtsgevolgen verbinden.
Bij de vraag welk rechtsgevolg passend is, weegt de rechtbank mee dat zij het aannemelijk acht dat de rechter-commissaris, gelet op de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, in deze zaak hoogstwaarschijnlijk wel een machtiging zou hebben verleend om de telefoon van verdachte uit te lezen. Aanwijzingen die de rechtbank daarvoor heeft is de toestemming die de rechter-commissaris heeft gegeven om de telecommunicatie van verdachte op te laten nemen.
Verder is er naar het oordeel van de rechtbank niet doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling gehandeld. Nu er in de woning aan de [adres] 22 mobiele telefoons zijn aangetroffen en verdachte niet wilde verklaren welke telefoon zijn privételefoon betrof, was het niet op voorhand duidelijk in welke telefoon de privéinformatie zich bevond. Het lijkt er op, blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 18 oktober 2021 in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 2] ,dat de informatie versnipperd naar boven is gekomen. Dat laat onverlet dat de politie zich op enig moment had moeten realiseren dat toestemming voor verder onderzoek vereist was.
Er is dan ook geen sprake van een schending van artikel 6 EVRM (eerlijk proces) noch van een aanzienlijke schending van een ander belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel. De rechtbank zal vanwege de schending van artikel 8 EVRM bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening houden met dit verzuim.
4.4.4Bewijsoverwegingen
4.4.4.1 Algemeen
De rechtbank is van oordeel dat op basis van voornoemde bewijsmiddelen een aantal feiten en omstandigheden kunnen worden vastgesteld.
Diverse aangevers in het onderzoek Boog, waaronder [aangever 1] en [aangever 2] , hebben een sms-bericht ontvangen met daarin een link naar een website die gehost werd vanaf het IP-adres [IP-adres] . Dit IP-adres behoort bij de woning aan het adres de [adres] te [woonplaats] , welke woning door verdachte werd gehuurd. Verdachte is op 11 februari 2021 in die woning aangetroffen. Verdachte wist dat er daadwerkelijk phishing activiteiten in zijn woning plaatsvonden, zo blijkt uit de door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring.
De rechtbank overweegt dat de iPhone X Max Pro, waarvan verdachte heeft erkend dat het zijn privételefoon was, vanwege de aangetroffen inhoud te linken is aan phishing gerelateerde activiteiten. Verdachte heeft zelf ook erkend dat hij met deze telefoon reclame maakte voor phishing panels en bemiddelde (op sociale media) tussen vraag en aanbod in het kader van phishing activiteiten. Gelet op de inhoud van de telefoon is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte dat hij verder niet betrokken was bij het daadwerkelijke phishen ongeloofwaardig.
Ook de stelling van verdachte dat de gebruikersnaam “ [Apple ID] ” wel van hem is maar dat hij die naam van iemand anders heeft overgenomen en dat dus niet alle berichten van die naam van hem afkomstig zijn, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Verdachte heeft dit verder niet onderbouwd en ook niet uitgelegd hoe die berichten dan in de telefoons komen die zijn aangetroffen bij zijn aanhouding.
De rechtbank oordeelt verder dat de iPhone X vanwege de aangetroffen inhoud moet worden toegeschreven aan medeverdachte [medeverdachte 2] .
4.4.4.2 Medeplegen
De rechtbank overweegt dat de in onderhavige zaak toegepaste werkwijze, te categoriseren als online/cybercrime/betaalfraude, in verschillende varianten voorkomt, maar dat er bij dit soort delicten bepaalde vaste patronen horen, zoals hiervoor al is omschreven. Het geheel van handelingen wordt zelden door één persoon verricht, maar vindt in de regel plaats via een nauwkeurig afgestemde taakverdeling, werkwijze en informatiedeling tussen diverse betrokken personen om het traject zo snel mogelijk te laten verlopen voordat slachtoffers in de gaten krijgen dat hun bankrekening wordt leeggehaald.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft vrij specifiek verklaard over zijn rol en die van anderen bij de gepleegde phishing. Zo heeft hij verklaard dat bij het gehele proces van phishing meerdere mensen waren betrokken. Er was sprake van een specifieke takenverdeling. Hij heeft verklaard dat hij met mensen in contact kwam via sociale media. Hij heeft geen namen willen noemen van de mensen met wie hij samenwerkte, maar de rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat er in ieder geval contact is geweest tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Hiervoor wijst de rechtbank in het bijzonder op het feit dat alle verdachten zich op 11 februari 2021 samen in een woning bevonden, terwijl in de woning phishing-activiteiten plaatsvonden, en dat verdachte op die dag samen met [medeverdachte 2] heeft gechat over leads. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat uit de aard van het delict tezamen met de informatie die in de telefoon van verdachte is aangetroffen en zijn eigen verklaring volgt dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een of meer (onbekend gebleven) andere personen ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
4.4.4.3 Aangever [aangever 1]
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan oplichting en computervredebreuk van aangever [aangever 1] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Aangever [aangever 1] heeft op 23 januari 2021 een sms ontvangen, die afkomstig leek te zijn van Woningnet. In een Samsung telefoon die in de woning aan de [adres] is gevonden is een sms-bericht uit naam van Woningnet aangetroffen, nagenoeg identiek aan de sms die door de aangever is ontvangen, en welk bericht tussen 23 januari 2021 tot 6 februari 2021 veelvuldig is verstuurd. Voornoemde Samsung telefoon is gekoppeld met het IMEI-nummer eindigend op [IMEI-nummer] . Uit de telecomgegevens blijkt dat dit IMEI-nummer op 23 januari 2021 de mastgegevens van [woonplaats] heeft aangestraald, alwaar verdachte op dat moment een woning huurde. Daarnaast is in deze telefoon het googleaccount ‘ [accountnaam] @gmail’ aangetroffen. Verdachte heeft erkend dat hij de naam [Apple ID] gebruikte voor verschillende digitale platformen. De rechtbank gaat er op basis van het voornoemde vanuit dat de Samsung telefoon bij verdachte in gebruik was en dat op 23 januari 2021 met die Samsung telefoon een sms-bericht vanuit de naam van Woningnet is gestuurd naar aangever [aangever 1] . De rechtbank is dan ook van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte actief betrokken is geweest bij de oplichting en computervredebreuk van aangever [aangever 1] .
4.4.4.4 Aangeefster [aangever 2]
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, computervredebreuk en diefstal van aangeefster [aangever 2] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Aangeefster heeft op 4 februari 2021 een sms ontvangen met daarin een link, die afkomstig leek te zijn van Woningnet. Nadat aangeefster op deze link heeft geklikt, is gebleken dat er diverse bedragen van verschillende rekeningen zijn afgeschreven. De sms was afkomstig van het telefoonnummer + [telefoonnummer] , dat gebruikt is in combinatie met in [woonplaats] aangetroffen telefoons, waaronder die van [medeverdachte 2] (de Iphone X). Met de telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] , die in [woonplaats] in beslag genomen is, heeft het contact met aangeefster plaatsgevonden. Via het IP-adres [IP-adres] is aangeefster benaderd. Bij dit IP-adres hoorde het adres [adres] in [woonplaats] , de woning die verdachte huurde.
Verder is op 7 februari 2021 een bedrag van de Rabo Goldcard Visarekening van aangeefster afgeschreven ten behoeve van een bestelling bij de Coolblue te Rotterdam, welke bestelling zij niet zelf heeft geplaatst. Uit de telefoon van verdachte blijkt dat verdachte de beschikking had over de gebruikersnaam en het wachtwoord van een GMX mailbox. In die mailbox is een e-mail binnengekomen waaruit blijkt dat een bestelling is gedaan bij de Coolblue in Rotterdam op 7 februari 2021. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte met medeverdachte [medeverdachte 2] actief betrokken is geweest bij deze feiten.
4.4.4.5 Aangeefster [aangever 3]
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en computervredebreuk van aangeefster [aangever 3] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt. [aangever 3] heeft op 31 januari 2021 een sms-bericht ontvangen, dat afkomstig leek te zijn van Woningnet. De sms is afkomstig van telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer is op basis van de telecomgegevens te koppelen aan IMEI [IMEI-nummer] , welk nummer op 31 januari 2021 is gebruikt en daarbij aanstraalde op de mastgegevens in [woonplaats] , waar verdachte een woning huurde. Op de telefoon van verdachte is een foto aangetroffen van een laptop. Deze foto is volgens de brongegevens met die telefoon zelf gemaakt. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het verdachte is die deze foto heeft gemaakt. Op die foto is de internetbankierenomgeving van aangeefster [aangever 3] te zien. In de telefoon, de Iphone X, die de rechtbank op basis van de aangetroffen informatie toeschrijft aan [medeverdachte 2] , is eveneens een filmpje aangetroffen waarop een ingelogde bankrekening is te zien op naam van [aangever 3] . Ook is een foto van de bankrekening van [aangever 3] op die telefoon aangetroffen. Deze foto is gemaakt op 31 januari 2021 en vastgelegd in de DCIM map. Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met [medeverdachte 2] actief betrokken is geweest bij de oplichting en computervredebreuk van aangeefster [aangever 3] .
4.4.4.6 Aangever [aangever 4]
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan oplichting en computervredebreuk van aangever [aangever 4] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Op de privételefoon van verdachte is een foto van een laptopscherm, waarop de internetbankierenomgeving van aangever [aangever 4] te zien is, gezien, die volgens de brongegevens met die telefoon op 1 februari 2021 om 02:23:30 uur, dus kort nadat aangever een sms van Post.nl had ontvangen, zelf is gemaakt. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het verdachte is die deze foto heeft gemaakt en dat verdachte actief betrokken is geweest bij de feiten.