ECLI:NL:RBMNE:2022:1562
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling zorgkosten door VGZ Zorgverzekeraar N.V. wegens onvoldoende onderbouwing
In deze zaak vorderde VGZ Zorgverzekeraar N.V. betaling van zorgkosten van € 186,32, plus wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van de gedaagde, die van januari 2015 tot en met december 2017 verzekerd was bij VGZ. De gedaagde betwistte de vordering en concludeerde tot afwijzing. De kantonrechter heeft de vorderingen van VGZ afgewezen, omdat VGZ haar vordering onvoldoende gemotiveerd had onderbouwd. De kantonrechter oordeelde dat VGZ niet voldoende inzichtelijk had gemaakt welke zorgkosten de gedaagde verschuldigd was, mede omdat er onduidelijkheid bestond over de geleverde zorg en de betalingsregelingen die waren overeengekomen. Hierdoor werd ook de vordering tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. VGZ werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde, die in persoon procedeerde, waardoor de kosten aan zijn kant op nihil werden begroot.