4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen t.a.v. parketnummer 16/201230-21:
De verklaring van [getuige 1] (vader van [slachtoffer] ) voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Plaats delict: Eemplein (…) Amersfoort.
Op maandag 26 juli 2021 was ik samen met mijn gezin bestaande uit mijn vrouw [getuige 2] , zoontje [slachtoffer] (7 jaar), dochter [B] (4 jaar) en ik (…). (…) omstreeks 14.50 uur liepen wij ter hoogte van de Gall&Gall. Ik zag dat er een man uit de Albert Heijn kwam lopen. Ik zag dat hij een bier blikje in zijn handen had. Ik zag dat deze man ongeveer 2 meter voor [slachtoffer] liep. Ik zag toen het volgende gebeuren:
- dat de man zich omdraaide;
- dat de man een voorwaartse trap maakte in de richting van [slachtoffer] ;
- dat de trap voorwaarts met veel kracht was;
- dat de trap op hoofdhoogte was van [slachtoffer] ;
- dat de trap rakelings langs [slachtoffer] heen ging;
- dat [slachtoffer] helemaal verstijfd was;
(…)
De verklaring [getuige 2] (moeder van [slachtoffer] ) voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op maandag 26 juli 2021 (…) wilden we teruglopen naar de auto die geparkeerd stond onder het Eemplein.
- dat een man voor mijn zoontje liep in dezelfde richting;
- dat de man plotseling was omgedraaid in de richting van mijn zoontje en man;
- dat het in mijn ooghoek leek alsof de man in de richting van mijn zoontje trapte, ik zag het been naar beneden gaan;
- (…)
- dat de man een agressieve houding had richting mijn zoon. Hij maakte zichzelf groot en boog zich als het ware over mijn zoontje heen en begon te praten met een verheven stem;
(…)
Ik zag dat mijn zoontje helemaal verstijfd was en lijkbleek wegtrok.
De verklaring van [getuige 3] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik ben getuige geweest van het voorval op het Eemplein in Amersfoort wat zich op 26 juli heeft afgespeeld. (…) (…) samen met mijn dochter liep ik een gezin tegemoet. Ik zag dat het gezin bestond uit vader, moeder en twee kinderen. (…) Voor hun zag ik een man lopen waarvan ik het vermoeden had dat hij flink onder invloed was. (…). Ik zag dat de man erg dichtbij het gezin stond, ik denk zelf binnen een meter van het gezin af. Ik zag dat de man met zijn been een soort schijnbeweging maakte in de richting van het gezin. Ik zag dat de schijnbeweging een soort trappende beweging was.
De bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] of één van hen voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op maandag 26 juli 2021 omstreeks 15.00 uur (…). (…) kregen wij de opdracht (…) om ons met spoed te begeven naar de Gall en Gall slijterij op het Eemplein te Amersfoort. (…) Toen we de man staande hielden zagen wij dat het de ons ambtshalve bekende [verdachte] betrof. Wij zagen dat [verdachte] een halve liter blik bier wilde openen (…) Ook vandaag zagen wij dat [verdachte] in kennelijke staat van dronkenschap was. (…) [verdachte] zei: Ik deed alleen dit maar raakte niets. Wij zagen dat [verdachte] hierbij een trappende beweging maakte. Dit betreft een trap die doorgaans als afhoudtrap of voorwaartse trap kan worden getypeerd. Ik heb [verdachte] vervolgens de cautie medegedeeld waarna hij nog diverse malen dezelfde trappende beweging herhaalde en slecht verstaanbaar zei dat hij slechts een trappende beweging maakte en er niks mee raakte. (…) Al met al maakte [verdachte] een dronken en agressieve indruk op mij.
De verklaring van verdachte voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Vraag van de rechter-commissaris: De vader zegt dat de trap op hoofdhoogte was van zijn zoontje en rakelings langs zijn zoontje ging.
Antwoord verdachte: (…) Het is niet rakelings langs zijn gezicht geweest, het is best dichtbij geweest (…)
Overwegingen t.a.v. van parketnummer 16/201230-21
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de aangifte voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte op 26 juli 2021 op het Eemplein te Amersfoort liep. Verdachte was toen in kennelijke staat van dronkenschap en had een blik bier in één van zijn handen. Achter verdachte liep een gezin van vier personen, waarvan ook de 7-jarige [slachtoffer] deel uitmaakte. Verdachte heeft zich omgedraaid en vervolgens van korte afstand een trappende beweging gemaakt in de richting van het hoofd van [slachtoffer] . Hierna heeft verdachte in de richting van [slachtoffer] nog een agressieve en intimiderende houding aangenomen. De genoemde trappende beweging richting het hoofd van [slachtoffer] is naar het oordeel van de rechtbank van dien aard geweest en onder zodanige omstandigheden geschied dat bij [slachtoffer] de redelijke vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hieronder in rubriek 5 is weergegeven.
De bewijsmiddelen en overwegingen t.a.v. parketnummer 16/159584-21
Verdachte heeft het onder 16/159584-21 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 februari 2021;
- de aangifte van [aangever] , namens [bedrijf] .
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hieronder in rubriek 5 is weergegeven.