ECLI:NL:RBMNE:2022:1511

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 april 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
16-705327-18
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot taakstraf voor schuldwitwassen met betrekking tot luxegoederen en contante stortingen

Op 13 april 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schuldwitwassen. De zaak betreft de periode van 30 januari 2017 tot en met 16 januari 2018, waarin de verdachte in Bunschoten-Spakenburg en andere locaties betrokken was bij het witwassen van een geldbedrag van € 14.775,00, twee online betalingen van in totaal € 5.911,02, een Audi A1 en een Rolex-horloge. De verdachte verscheen niet op de terechtzitting, maar haar raadsman heeft een verklaring gegeven over de herkomst van de goederen en geldbedragen. De officier van justitie eiste een taakstraf van 200 uren, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wist dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, maar dat zij had moeten vermoeden dat dit het geval was. De rechtbank sprak de verdachte vrij van opzetwitwassen, maar achtte schuldwitwassen bewezen. De rechtbank legde een taakstraf op van 150 uren, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De in beslag genomen Audi A1 en Rolex-horloge werden verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705327-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 april 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres 1] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 maart 2022.
Verdachte is niet ter terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. J.G. Kabalt, advocaat te Breukelen, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zich in de periode van 30 januari 2017 tot en met 16 januari 2018 te Bunschoten-Spakenburg en/of Amersfoort en/of Rijnsburg in vereniging schuldig heeft gemaakt aan (gewoonte)witwassen en/of schuldwitwassen van:
  • een geldbedrag van € 14.775,00;
  • twee online betalingen/overboekingen van in totaal € 5.911,02;
  • een personenauto (Audi A1);
  • een Rolex-horloge.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte zich vanaf mei 2017 schuldig heeft gemaakt aan opzetwitwassen van een Rolex, een Audi A1 en contante stortingen ter hoogte van € 13.500,00. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte partieel vrij te spreken van het medeplegen en het gewoontewitwassen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Bij monde van haar raadsman heeft verdachte aangevoerd dat zij een verifieerbare verklaring heeft gegeven over de herkomst van de goederen en de geldbedragen, die niet op voorhand onaannemelijk is. Deze verklaring is als volgt.
Verdachte en haar echtgenoot [A] hebben voor hun verloving en bruiloft een bedrag van minimaal € 25.000,00 gekregen. Ook heeft verdachte een geldbedrag van € 4.000,00 tot
€ 6.000,00 van haar ex-partner via Western Union ontvangen. Daarnaast heeft verdachte in 2015 en 2016 gewerkt, waarbij ze haar salaris contant betaald kreeg.
Het Rolex-horloge is gekocht met het cadeaugeld van de bruiloft. De auto heeft verdachte cadeau gekregen van [A] . Volgens de raadsman was verdachte niet bij de betaling aanwezig. Om die reden wist zij niet hoe de auto is betaald. Er kon van haar ook niet worden verwacht dat zij vragen aan [A] stelde over de betaling van de auto, omdat het een cadeau betrof. Verdachte kon volgens de verdediging niet weten dat het geld van haar man van misdrijf afkomstig was en had dat ook niet hoeven vermoeden.
Het had op de weg van het Openbaar Ministerie gelegen nader onderzoek te doen naar deze verklaring, maar dat heeft het Openbaar Ministerie niet gedaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De inkomsten van verdachte en haar echtgenoot
Uit de door de Belastingdienst verstrekte gegevens bleek dat [A] in 2017 een inkomen had van 7.567 euro bruto en in 2016 een inkomen van 7.983 euro bruto. Er was van hem geen vermogen bekend. Van [verdachte] waren geen inkomensgegevens bekend. Wel ontving zij studiefinanciering a 4.250 euro in de onderzochte periode van 01-01-2016 tot en met 26-02-2018. Er was van haar geen vermogen bekend. [2]
Het aantreffen van de Rolex en Audi
Op 18 januari 2018 werd binnengetreden in [adres 2] , [plaats] . In de zijnaden van de stoelen werden twee Rolex-horloges aangetroffen. [3] Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
- Rolex-horloge, kleur rosé; [4]
- voertuig Audi A1, kenteken [kenteken] . [5]
Factuur van de Rolex
Rolex Datejust, [modelnummer]
€ 8.000,00
Contant. [6]
Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [A]
V: In welke auto rijdt je vrouw?
A: Audi A1. [7]
Proces-verbaal van bevindingen van 18 maart met de verklaring van getuige [getuige]
De Audi stond vanaf 02-10-2017 op naam van [verdachte] . Over de verkoop verklaarde [getuige] :
Ik werd gebeld door een man. Deze man heeft de Audi gekocht. Ik zie dat hij belde met het telefoonnummer [telefoonnummer] . De twee personen op de profielfoto zijn ook de twee personen (man en vrouw) die hier samen kwamen en het proefritje hebben gemaakt. Twee dagen later kwamen ze, dezelfde twee personen, voor de overschrijving en de betaling van de Audi. [8] Ik herinner me dat hij de ongeveer € 8.000,- contant betaalde met biljetten van € 50,-.
Tijdens het verhoor toonde [getuige] aan mij de WhatsApp-profielfoto, behorend bij het telefoonnummer [telefoonnummer] . Op deze foto herkende ik de man als [A] en de vrouw als [verdachte] . [9]
Contante stortingen
Rekening [rekeningnummer] op naam van [verdachte] , contante stortingen:
Datum
Bedrag
30-01-2017
€ 275,00
09-03-2017
€ 550,00
09-03-2017
€ 450,00
14-06-2017
€ 700,00
24-07-2017
€ 1.100,00
24-07-2017
€ 300,00
31-08-2017
€ 800,00
26-09-2017
€ 450,00
20-10-2017
€ 150,00
24-10-2017
€ 7.000,00
31-10-2017
€ 1.500,00
29-12-2017
€ 1.500,00
Totaal
€ 14.775,00 [10]
De rekeningafschriften van verdachte
[verdachte]
Rekeningnummer [rekeningnummer]
Rentedatum
Tegenrekening/omschrijving
Mutaties af (debet)
24-10
[bedrijf 1]
€ 4.488,00
25-10
[bedrijf 2]
€ 1.423,02 [11]
Bewijsoverwegingen
Witwassen
De rechtbank stelt voorop dat de door het Openbaar Ministerie aangedragen feiten en omstandigheden een vermoeden van witwassen rechtvaardigen. In het bijzonder acht de rechtbank relevant dat (i) verdachte in het bezit is van luxegoederen (het Rolex-horloge en de Audi A1) die met contant geld (door haar partner) zijn gekocht, (ii) verdachte relatief forse contanten bedragen op haar bankrekening heeft gestort en (iii) verdachte en haar partner niet over een inkomen of vermogen beschikken dat de herkomst van deze goederen en geldbedragen (voorshands) kan verklaren. Dat betekent dat van verdachte een verklaring over de legale herkomst van deze goederen en geldbedragen mag worden verlangd die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is.
Verdachte heeft zich tijdens haar verhoren bij de politie steeds op haar zwijgrecht beroepen. Ook is zij niet ter zitting verschenen. De raadsman heeft namens verdachte een verklaring voor de herkomst van de geldbedragen en de aangetroffen goederen naar voren gebracht.
De rechtbank is van oordeel dat de door de raadsman gegeven verklaring niet aan de genoemde maatstaf voldoet. De verklaring is niet concreet en niet verifieerbaar. Zo heeft verdachte niet verklaard wie de directe familieleden waren die het geld cadeau hebben gegeven, wie haar ex-partner was en/of wie haar loon contant betaalde. Verdachte had eenvoudig een gastenlijst van de bruiloft, de naam van haar ex-partner en de naam van een leidinggevende bij haar werkgever kunnen doorgeven. Dat had van verdachte in dit geval, gezien het vermoeden van witwassen, ook mogen worden verwacht.
Een concrete en verifieerbare verklaring voor een legale herkomst van de ten laste gelegde geldbedragen en goederen ontbreekt dus. Het dossier biedt ook geen andere aanwijzingen voor een eventuele legale herkomst hiervan. Gelet op deze stand van zaken was het Openbaar Ministerie niet gehouden nader onderzoek te doen naar de door de raadsman gegeven verklaring.
De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de ten laste gelegde geldbedragen en goederen van een misdrijf afkomstig zijn.
Opzet of schuld?
De rechtbank is er niet van overtuigd dat verdachte wist dat de geldbedragen en goederen van een misdrijf afkomstig waren. Het dossier biedt daar onvoldoende aanknopingspunten voor. De rechtbank is het met de officier van justitie en raadsman eens dat evenmin het medeplegen kan worden bewezen. De rechtbank zal verdachte daarom partieel vrijspreken van het (gewoonte)witwassen en het medeplegen.
Omdat verdachte en haar partner geen van beiden een legale bron van inkomsten en/of vermogen hadden die de contante stortingen en de gedane uitgaven kunnen verklaren, is de rechtbank er wél van overtuigd dat verdachte op zich minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de luxegoederen en het contante geld uit een misdrijf afkomstig waren. Van een partner of echtgenoot hoeft weliswaar niet verwacht te worden dat zij tot in detail op de hoogte is van de financiële situatie van haar partner, maar het verschil tussen de legale inkomsten van medeverdachte [A] en de feitelijke uitgaven is zo groot dat verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat haar partner illegaal inkomsten verwierf. De rechtbank acht dus bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode 30 januari 2017 tot en met 16 januari 2018 te Bunschoten-Spakenburg en/of elders in Nederland, telkens
onderstaande voorwerpen voorhanden heeft gehad, te weten
- geldbedragen van in totaal ongeveer 14.775,- euro, bestaande uit meerdere contante stortingen op een bankrekening ten name van verdachte [verdachte] ,
onderstaande voorwerpen heeft omgezet, te weten:
- twee online betalingen/overboekingen van in totaal 5.911,02 euro vanaf een bankrekening ten name van verdachte [verdachte] , en
onderstaande voorwerpen voorhanden heeft gehad en/of van onderstaande voorwerpen gebruik heeft gemaakt, te weten:
- een personenauto (merk/type/kenteken: Audi/A1/ [kenteken] ) en
- een horloge (merk/type/model: Rolex/Datejust/ [modelnummer] ),
terwijl zij telkens redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
schuldwitwassen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 200 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op het tijdsverloop, verzocht een geheel voorwaardelijke taakstraf en/of gevangenisstraf op te leggen. Ook heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis, met de omstandigheid dat verdachte voor haar zoontje moet zorgen en met het feit dat zij een eigen bedrijf heeft.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich gedurende een periode van een jaar schuldig gemaakt aan schuldwitwassen. Zij heeft een Rolex-horloge, een Audi A1 en geldbedragen voorhanden gehad en gebruikt voor betalingen, terwijl zij moest vermoeden dat deze door een misdrijf waren verkregen. (Schuld)witwassen is een ernstig feit dat bijdraagt aan de instandhouding van criminaliteit. Witwassen vormt ook een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 17 februari 2022, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
De straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierin wordt voor een fraudedelict met een benadelingsbedrag van € 10.000,00 tot € 70.000,00 een gevangenisstraf van twee tot vijf maanden of een taakstraf als oriëntatiepunt gegeven.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank de overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), in aanmerking genomen. In een zaak als de onderhavige geldt als uitgangspunt dat binnen een termijn van twee jaar na aanvang van de redelijke termijn vonnis dient te worden gewezen. In deze zaak gaat de rechtbank uit van het moment waarop verdachte in verzekering is gesteld als het moment dat de redelijke termijn is aangevangen, te weten op 16 januari 2018. Tussen die datum en de datum van het vonnis – 13 april 2022 – ligt een periode die de redelijke termijn met ruim twee jaar overschrijdt. Dit tijdsverloop is niet aan verdachte te wijten, terwijl zij de negatieve consequenties ervan wel heeft moeten ondervinden. Om die reden is de oplegging van een gevangenisstraf naar het oordeel van de rechtbank niet passend. Daarnaast zal vanwege de termijnoverschrijding strafvermindering worden toegepast.
De rechtbank acht, alles afwegende en gelet op wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd, in beginsel een taakstraf van 170 uren passend. Gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank de straf echter matigen tot een taakstraf van 150 uren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Deze straf is lager dan geëist, omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de Rolex en de Audi A1 verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de Rolex en de Audi terug te geven aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen Audi A1 en het Rolexhorloge verbeurd verklaren. Met betrekking tot deze voorwerpen is het bewezen verklaarde feit begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 420quater van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • Rolex horloge, kleur rosé (goednummer 438087 );
  • Voertuig Audi A1 [kenteken] (goednummer 438091 ).
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Slager, voorzitter, mrs. G. Schnitzler en A.M.M. Lemmen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 april 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode 30 januari 2017 tot en met 16 januari 2018 te Bunschoten-Spakenburg en/of Amersfoort en/of Rijnsburg, gemeente Katwijk en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s), (telkens) onderstaand(e) voorwerp(e)n verworven en/of voorhanden gehad, te weten
- één of meer geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 14.775,- euro, bestaande uit meerdere, in elk geval één of meer, contante stortingen op een bankrekening ten name van verdachte [verdachte]
(o.a. witwasdossier: overzicht contante stortingen p.622 jo bankafschriften p.640 t/m 675)
en/of
onderstaande voorwerp(en) omgezet, te weten:
- twee, in elk geval één of meer online betalingen/overboekingen van in totaal (ongeveer) 5.911,02 euro vanaf een bankrekening ten name van verdachte [verdachte] ,
(o.a. witwasdossier: overzicht contante stortingen p. 622 jo 668 & algemeen dossier p. 176 jo 280) -
en/of
onderstaande voorwerpen voorhanden gehad en/of van onderstaande voorwerpen gebruik gemaakt, te weten:
- een personenauto (merk/type/kenteken: Audi/A1/ [kenteken] )
(o.a. algemeen dossier: inbeslagname Audi Al p.42 jo pv aankoop Audi A1 p. 124-126)
en/of
- een horloge (merk/type/model: Rolex/Datejust/ [modelnummer] )
(o.a. witwasdossier: factuur p.792, algemeen dossier: p.40, pv taxatie horloges 127-129, pv factuur Rolex Datejuste p. 130-134, telefoonberichten p. 139-145 + 242-251 & bezoek juwelier 146-147)
terwijl zij en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(artikel 420bis/ter onder b jo 47 Wetboek van Strafrecht)
EN/OF
zij in of omstreeks de periode 30 januari 2017 tot en met 16 januari 2018 te Bunschoten-Spakenburg en/of Amersfoort en/of Rijnsburg, gemeente Katwijk en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, (telkens) onderstaand(e) voorwerp(e)n verworven en/of voorhanden gehad, te weten
- één of meer geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) 14.775,- euro, bestaande uit meerdere, in elk geval één of meer, contante stortingen op een bankrekening ten name van verdachte [verdachte]
(o.a. witwasdossier: overzicht contante stortingen p.622 ja bankafschriften p.640 t/m 675)
en/of
onderstaande voorwerp(en) omgezet, te weten:
- twee, in elk geval één of meer online betalingen/overboekingen van in totaal (ongeveer) 5.911,02 euro vanaf een bankrekening ten name van verdachte [verdachte] ,
(o.a. witwasdossier: overzicht contante stortingen p.622 jo 668 & algemeen dossier p. 176 jo 280)
en/of
onderstaande voorwerpen voorhanden gehad en/of van onderstaande voorwerpen gebruik gemaakt, te weten:
- een personenauto (merk/type/kenteken: Audi/ A1/ [kenteken] ) (o.a. algemeen dossier: inbeslagname Audi A1 p.42 ja pv aankoop Audi Al p. 124-126)
en/of
- een horloge (merk/type/model: Rolex/Datejust/ [modelnummer] ) (o.a. witwasdossier: factuur p.792, algemeen dossier: p. 40, pv taxatie horloges 127-129, pv factuur Rolex Datejuste p.130-134, telefoonberichten
p.139-145 + 242-251 & bezoek juwelier 146-147)
terwijl zij en/of haar mededader(s) (telkens) redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(artikel 420quater onder b jo 47 Wetboek van Strafrecht)
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2018016942 C, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 820. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van 4 juni 2018, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 592.
3.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 januari 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina 40.
4.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 januari 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina 41.
5.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 januari 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina 42.
6.Een factuur van 6 december 2017, pagina 134.
7.Een proces-verbaal van verhoor van [A] van 17 januari 2018, pagina 482.
8.Een proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Audi A1) van 19 maart 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , pagina 125.
9.Een proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Audi A1) van 19 maart 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , pagina 126.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 april 2018, verbalisant [verbalisant 2] , pagina 622.
11.Een rekeningafschrift op naam van [verdachte] (bijlage bij proces-verbaal van bevindingen op pagina 622 e.v.), pagina 668.