ECLI:NL:RBMNE:2022:1460
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschillen over naheffingsaanslagen parkeerbelasting en de toepassing van coulancebeleid door de gemeente Weesp
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Weesp, en de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp. Eiser had in de periode van 4 tot en met 17 juni 2021 twaalf naheffingsaanslagen parkeerbelasting ontvangen. De heffingsambtenaar verklaarde de bezwaren van eiser tegen deze aanslagen ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 3 maart 2022 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen parkeerbelasting had voldaan op de data waarop de naheffingsaanslagen waren opgelegd. Eiser betoogde dat hij slechts eenmaal had geparkeerd en dat er daarom maar één naheffingsaanslag opgelegd had mogen worden. De rechtbank oordeelde echter dat de Gemeentewet het mogelijk maakt om per kalenderdag een naheffingsaanslag op te leggen, ongeacht of het voertuig verplaatst is. Dit betekent dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd.
Daarnaast deed eiser een beroep op het coulancebeleid van de gemeente, maar de rechtbank oordeelde dat dit beleid niet van toepassing was op zijn situatie. De rechtbank verklaarde de beroepen met de zaaknummers 21/3492, 21/3493, 21/3494, 21/3497, 21/3498, 21/3499, 21/3500 en 21/3502 niet-ontvankelijk en verklaarde de beroepen met de zaaknummers 21/3491, 21/3495, 21/3496 en 21/3501 ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd en de gemeente heeft het door eiser betaalde griffierecht vergoed.