ECLI:NL:RBMNE:2022:1459
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschillen over naheffingsaanslagen parkeerbelasting en de toepassing van coulancebeleid door de gemeente Weesp
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp over meerdere naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Eiseres had in totaal vijf naheffingsaanslagen ontvangen, die alle betrekking hadden op het niet betalen van parkeerbelasting op verschillende data in mei 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op de betreffende data haar voertuig had geparkeerd zonder de verschuldigde parkeerbelasting te betalen, wat niet in geschil was. Eiseres voerde aan dat zij door persoonlijke omstandigheden niet op de hoogte was van de parkeerregels en dat het onredelijk was om voor één keer parkeren vijf keer te moeten betalen.
De rechtbank overwoog dat de gemeente de verplichting heeft om duidelijk te maken waar en wanneer parkeerbelasting moet worden betaald, maar dat ook de parkeerder een onderzoeksplicht heeft. De rechtbank concludeerde dat het voor eiseres voldoende duidelijk had moeten zijn dat er betaald parkeren gold op de betreffende locatie. De rechtbank wees erop dat er borden en parkeerautomaten aanwezig waren die de parkeerder op de hoogte hadden kunnen stellen van de betalingsverplichting.
Daarnaast deed eiseres een beroep op het coulancebeleid van de gemeente, maar de rechtbank oordeelde dat dit beleid niet van toepassing was op haar situatie. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Schuman, in aanwezigheid van mr. C.L. Fix, griffier.