Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- Ten aanzien van het van aangever [aangever 7] weggenomen bedrag geldt dat verdachte uitsluitend verantwoordelijk is voor het wegnemen van een bedrag ter hoogte van (in totaal) € 5.000,--.
- Ten aanzien van het van aangever [aangever 8] weggenomen bedrag geldt dat verdachte uitsluitend verantwoordelijk is voor het wegnemen van een bedrag ter hoogte van (in totaal) € 2.000,--.
- Ten aanzien van het van aangeefster [aangeefster] weggenomen bedrag geldt dat verdachte uitsluitend verantwoordelijk is voor het wegnemen van een bedrag ter hoogte van (in totaal) € 500,--.
- Ten aanzien van de van aangevers [aangever 1] , [aangever 2] , [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] en [aangever 6] weggenomen bedragen is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2022;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 21 juni 2018, genummerd PL0600-2018273339-1, opgemaakt door Politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, inhoudende de aangifte van [aangever 7] , opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier met registratienummer PL0900-2018197023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 21 juli 2018, genummerd PL2000-2018170050-1, opgemaakt door Politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, inhoudende de aangifte van [aangever 8] , opgenomen op pagina 61 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 23 juni 2018, genummerd PL0900-2018179447-1, opgemaakt door Politie Eenheid Midden-Nederland, district Oost-Utrecht, inhoudende de aangifte van [aangever 9] , opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 26 juli 2018, genummerd PL2100-2018147558-1, opgemaakt door Politie Eenheid Oost-Brabant, district ’s-Hertogenbosch, inhoudende de aangifte van [aangever 10] , opgenomen op pagina 126 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 13 augustus 2018, genummerd PL0600-2018364458-1, opgemaakt door Politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, inhoudende de aangifte van [aangever 11] , opgenomen op pagina 151 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 18 juli 2018, genummerd PL1100-2018137402-1, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Hollland, district Noord-Holland-Noord, inhoudende de aangifte van [aangeefster] , opgenomen op pagina 173 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer van 19 juli 2018, genummerd PL1100-2018137402-2, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Hollland, district Noord-Holland-Noord, inhoudende de verklaring van [aangeefster] , opgenomen op pagina 177 e.v. van voornoemd dossier, met als bijlage een bankafschrift (p. 180);
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 22 augustus 2018, genummerd PL2100-2018167905-1, opgemaakt door Politie Eenheid Oost-Brabant, district ’s-Hertogenbosch, inhoudende de aangifte van [aangever 12] , opgenomen op pagina 189 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2018, genummerd PL0900-2018197023, opgemaakt door Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2018, genummerd PL0900-2018243885, opgemaakt door Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 89 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 juli 2018, genummerd PL0900-2018179447-3, opgemaakt door Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 104 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 augustus 2018, genummerd PL2100-2018147558-2, opgemaakt door Politie Eenheid Oost-Brabant, district ‘s-Hertogenbosch, opgenomen op pagina 135 e.v. van voornoemd dossier;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2018, genummerd PL0900-2018243834, opgemaakt door Politie Midden-Nederland, opgenomen op pagina 163 e.v. van voornoemd dossier;
- een geschrift, te weten een foto, opgenomen op p. 186 en op p. 373 van genoemd dossier, kennelijk op vordering (p. 182 van voornoemd dossier) verkregen van de Rabobank [adres] , met een beeld van een bankopname ten bedrage van € 500,00 op 13 juli 2018 van de bankrekening van aangever [aangeefster] ;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 september 2018, genummerd PL2100-2018167905-3, opgemaakt door Politie Eenheid Oost-Brabant, district ‘s-Hertogenbosch, opgenomen op pagina 199 e.v. van voornoemd dossier.
anderepersonen die geld hebben gepind. De rechtbank acht derhalve uitsluitend de feiten waar verdachte
zelfbetrokken is geweest bij de wegnemingshandelingen door geld te pinnen wettig en overtuigend bewezen.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
phishing-fraude. Hoewel het niet verdachte is geweest die op geraffineerde wijze de slachtoffers afhandig heeft gemaakt van de pinpassen en pincodes, heeft verdachte als katvanger een belangrijke rol vervuld. Verdachte heeft met zijn handelen ervoor gezorgd dat zijn mededaders uit het zicht van justitie zijn gebleven, van de buit hebben kunnen profiteren en ongestoord konden doorgaan met het plegen van dergelijke strafbare feiten. De modus operandi waarmee verdachte en zijn mededaders hebben geopereerd, getuigt van brutaliteit en doortraptheid. Verdachte heeft met zijn handelen de integriteit van het financiële en economische verkeer geschaad. Verdachte heeft kennelijk enkel gedacht aan zijn eigen financieel gewin en op geen enkele wijze heeft hij zich rekenschap gegeven van de gevolgen voor de slachtoffers en de maatschappij. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
9.BENADEELDE PARTIJ
Coöperatieve Rabobank U.A.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvan
10 maanden;
5 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijdvan
twee (2) jarenvast;