ECLI:NL:RBMNE:2022:1447

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
UTR 21/5059
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om vrijstelling van de arbeidsplicht op basis van medisch advies

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die sinds 4 mei 2015 een bijstandsuitkering ontvangt, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had verzocht om vrijstelling van de arbeidsplicht, omdat hij ziek is en niet kan werken. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen, gebaseerd op een medisch advies van Calder Werkt, dat concludeerde dat eiser belastbaar is voor 8 uur per dag en 40 uur per week, met een advies om te starten met maximaal 20 uur per week.

Eiser was het niet eens met deze conclusie en voerde aan dat hij meerdere lichamelijke beperkingen heeft en daarom vrijgesteld moet worden van de arbeidsplicht. Tijdens de zitting op 9 maart 2022 heeft eiser aangegeven dat hij geopereerd moet worden, maar dat er nog geen concrete datum voor de operatie is. De rechtbank heeft de zaak behandeld en overwogen dat verweerder het bestreden besluit op juiste gronden heeft genomen, aangezien eiser geen contra-expertise of nieuwe gegevens heeft overgelegd om het medisch advies te betwisten.

De rechtbank concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het medisch advies en dat verweerder het verzoek om vrijstelling van de arbeidsplicht op goede gronden heeft afgewezen. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/5059

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 april 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M. el Ahmadi),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. W. van Beveren).

Procesverloop

In het besluit van 18 juni 2021 (primair besluit) heeft verweerder aan eiser geen vrijstelling verleend van de arbeidsplicht. [1]
In het besluit van 4 november 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 9 maart 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

Inleiding
1. Eiser (en zijn echtgenote) ontvangen sinds 4 mei 2015 een bijstandsuitkering op grond van de Pw. Rond juni 2020 heeft eiser aan verweerder doorgegeven dat hij ziek is en daardoor niet kan (gaan) werken. Na deze mededeling van eiser heeft verweerder een medisch onderzoek door Calder Werkt (hierna: Calder) laten verrichten. In het medisch onderzoek van 26 maart 2021 staat dat eiser belastbaar is voor 8 uur per dag en 40 uur in de week. Over de opbouw in urenbelasting wordt door Calder wel geadviseerd om te starten met maximaal 20 uur in de week.
Standpunt eiser
2. Eiser is het hier niet mee eens en voert aan dat hij vrijgesteld moet worden van de arbeidsplicht. Eiser heeft namelijk meerdere lichamelijke beperkingen en kan daarom niet (gaan) werken. Op de zitting heeft eiser nog toegelicht dat hij geopereerd moet worden, maar dat daarvoor nog geen concrete datum is.
Beoordeling
3. In deze procedure is de vraag aan de orde of verweerder op juiste gronden heeft besloten om eiser geen vrijstelling te verlenen van de arbeidsplicht.
4. De rechtbank overweegt als volgt. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op een medisch advies van Calder. Dit advies is een deskundigenadvies. Eiser heeft in bezwaar geen contra-expertise ingediend of nieuwe aanvullende gegevens overgelegd. Het medisch advies is door eiser daarom onvoldoende gemotiveerd betwist. Weliswaar heeft eiser gesteld dat hij nu onder behandeling staat bij een medisch specialist, maar deze stelling is verder niet onderbouwd. Daarnaast heeft de rechtbank heeft geen aanleiding om de twijfelen aan de juistheid en zorgvuldige wijze van totstandkoming van het advies. Verweerder mocht het bestreden besluit dan ook baseren op het medisch advies. Nu in het medisch advies is geconcludeerd dat er bij eiser geen sprake is van arbeidsongeschiktheid op medische gronden, heeft verweerder het verzoek om vrijstelling van de arbeidsplicht op goede gronden afgewezen. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
Conclusie
5. Eiser krijgt geen gelijk. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 april 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Participatiewet (Pw).