ECLI:NL:RBMNE:2022:144
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesvertegenwoordiging
Op 19 januari 2022 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen in een wrakingszaak. Verzoeker had op 5 januari 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. G.L.M. Urbanus, de rechter in een echtscheidingszaak met zaaknummer 16/520823/FA RK 21-948. Het wrakingsverzoek werd op 6 januari 2022 aangevuld, maar verzoeker werd in de gelegenheid gesteld om het verzoek te laten ondertekenen door een advocaat, aangezien procesvertegenwoordiging verplicht was in deze procedure.
De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek niet geldig was omdat het niet was ondertekend door een advocaat, zoals vereist volgens artikel 2.1.2 van het wrakingsprotocol van de Rechtbank Midden-Nederland en de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Verzoeker was op de hoogte gesteld van deze verplichting en kreeg de kans om het verzuim te herstellen, maar dit gebeurde niet binnen de gestelde termijn van een week.
Daarom verklaarde de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De procedure in de onderliggende zaak, die door het wrakingsverzoek was geschorst, moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.