In deze zaak gaat het om de vraag of ASR SCHADEVERZEKERING N.V. zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat [eiser sub 1] c.s. geen recht heeft op vergoeding van de schade die is ontstaan door een brand in een leegstaand pand. [eiser sub 1] c.s. is gezamenlijk eigenaar van een voormalig boerderijcomplex en heeft een opstalverzekering en een milieuschadeverzekering afgesloten bij ASR. Na een brand in een van de stallen claimt [eiser sub 1] c.s. schadevergoeding, maar ASR wijst de dekking af op basis van het feit dat er wijzigingen in de bestemming van het pand hebben plaatsgevonden die niet zijn gemeld. ASR stelt dat het pand in de periode voor de brand is verhuurd aan een arbeidsmigrant en dat er een hennepkwekerij in het pand heeft gezeten, wat volgens de verzekeringsvoorwaarden een meldplicht met zich meebrengt.
De rechtbank oordeelt dat de aanwezigheid van een arbeidsmigrant, een ontmantelde hennepkwekerij en kraken op zichzelf leiden tot een wijziging van de bestemming van het pand. Dit betekent dat [eiser sub 1] c.s. verplicht was om deze wijzigingen te melden aan ASR. De rechtbank concludeert dat ASR terecht de schadevergoeding heeft geweigerd, omdat [eiser sub 1] c.s. niet aan zijn mededelingsplicht heeft voldaan. De vorderingen van [eiser sub 1] c.s. worden afgewezen en zij worden veroordeeld in de proceskosten.