ECLI:NL:RBMNE:2022:1436
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na einduitspraak
Op 31 maart 2022 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de wrakingskamer bestaande uit mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en de leden mr. A.M. Crouwel en mr. E.W.A. Vonk. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van de rechters in een andere zaak, zaaknummer 536623 / HA RK 22-73. De wrakingskamer heeft besloten om geen mondelinge behandeling van het verzoek te houden. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Echter, het recht op wraking vervalt zodra er een einduitspraak is gedaan in de zaak. In dit geval was de wrakingsprocedure al afgesloten met een eindbeslissing op 31 maart 2022, waardoor het indienen van een nieuw wrakingsverzoek niet meer mogelijk was. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat verzoekster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek. De beslissing is op 12 april 2022 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mr. R.C. Stijnen, voorzitter, en de leden mr. M.M. Janssen en mr. H.B.W. Beekman, met mr. F.G.T. Russcher-Jansen als griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.