Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
18 maart 2022 in de zaken tussen
[eiseres 1] , [eiser 2] en
Rechtbank Midden-Nederland
Op 18 maart 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de omgevingsvergunning voor het bouwen van twee hoogspanningsmasten in Abcoude. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen had op 22 december 2020 een omgevingsvergunning verleend aan een derde belanghebbende. Deze vergunning werd door eisers, waaronder [eiser 1], [eiseres 1], [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4] en [eiseres 2], bestreden. De rechtbank oordeelde dat de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan, omdat het college niet had gemotiveerd dat de masten voldeden aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit 2012. De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond en vernietigde de bestreden besluiten van het college. Tevens werd het college opgedragen het betaalde griffierecht en de proceskosten aan de eisers te vergoeden.
De rechtbank concludeerde dat het college de aanvraag om de omgevingsvergunning niet correct had getoetst aan de relevante bestemmingsplanregels en het Bouwbesluit 2012. De rechtbank stelde vast dat de bouw van de masten in strijd was met artikel 16.2 van de planvoorschriften, dat voorwaarden bevatte over de toegestane bouwhoogte en de magneetveldzone van de leiding. Het college had erkend dat de aanvraag niet aan deze eisen voldeed, maar had dit niet onderkend in zijn besluitvorming. De rechtbank oordeelde dat de bestreden besluiten gebrekkig waren en dat het college opnieuw op de bezwaren van eisers moest beslissen.
De uitspraak benadrukte het belang van een zorgvuldige toetsing van omgevingsvergunningen aan zowel het bestemmingsplan als het Bouwbesluit. De rechtbank paste geen bestuurlijke lus toe, omdat de uitkomst van een nieuwe afweging door het college te onzeker was. De rechtbank wees partijen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.