ECLI:NL:RBMNE:2022:142

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 januari 2022
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
16/261708-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verwerven en bezit van kinderporno en dierenporno met bijzondere voorwaarden

Op 20 januari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno en dierenporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 4 december 2020, te Ameide, kinderporno heeft verworven en in bezit heeft gehad, en hiervan een gewoonte heeft gemaakt. De verdachte heeft gedurende deze periode om de dag online gezocht naar kinderpornografisch materiaal, dat hij op zijn computer heeft opgeslagen en gecategoriseerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Bijzondere voorwaarden zijn opgelegd, waaronder de verplichting tot ambulante behandeling en het zich onthouden van het verwerven van kinderporno. De rechtbank heeft ook een partiële vrijspraak uitgesproken voor enkele onderdelen van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat de verdachte kinderporno heeft vervaardigd of verspreid. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan zwaar laten wegen in de strafoplegging, evenals de impact op de slachtoffers van deze misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/261708-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 januari 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1968] te [geboorteplaats] ,
niet ingeschreven in de Basisregistratie personen,
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 januari 2022. De verdachte is daarbij in persoon verschenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. T. Tanghe en van wat verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 4 december 2020, te Ameide, kinderporno heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven en in bezit heeft gehad, en hiervan een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2
in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 4 december 2020, te Ameide, dierenporno heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven en in bezit heeft gehad, en hiervan een gewoonte heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte in de gehele tenlastegelegde periode tussen 14 oktober 2018 en 4 december 2020 kinder- en dierenporno heeft verworven en in bezit heeft gehad, en hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij vanaf ongeveer anderhalf jaar vóór zijn aanhouding op 4 december 2020 via het internet kinderporno heeft gedownload, die hij op zijn computer heeft opgeslagen, bekeken en in mapjes heeft gecategoriseerd. Voorts heeft hij verklaard dat hij ongeveer om de dag online zocht naar kinderporno.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 1
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte kinderporno heeft vervaardigd, aangeboden, verspreid, openlijk tentoongesteld, ingevoerd, doorgevoerd of uitgevoerd. Verdachte zal van deze onderdelen van het onder feit 1 ten laste gelegde dan ook partieel worden vrijgesproken.
Verder concludeert de rechtbank op grond van het dossier [1] dat 21 maart 2019 de eerste datum is waarop verdachte een bestand met kinderporno heeft opgeslagen. Nu niet is komen vast te staan dat verdachte in de periode van 14 oktober 2018 tot 21 maart 2019 kinderporno heeft verworven of in bezit heeft gehad, zal verdachte eveneens van dit gedeelte van de onder de feit 1 ten laste gelegde pleegperiode partieel worden vrijgesproken.
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 2
Uit het dossier blijkt voorts niet dat verdachte dierenporno heeft vervaardigd, aangeboden, verspreid, openlijk tentoongesteld, ingevoerd, doorgevoerd of uitgevoerd. Verdachte zal van deze onderdelen van het onder feit 2 ten laste gelegde dan ook partieel worden vrijgesproken.
Verder acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte in de onder feit 2 ten laste gelegde pleegperiode dierenporno heeft verworven. Op de computer van verdachte is één filmpje met dierenporno aangetroffen, met welk filmpje verdachte op 2 april 2007 een handeling heeft verricht. Dit valt dus buiten de ten laste gelegde pleegperiode waardoor verdachte ook van het verwerven van dierenporno partieel zal worden vrijgesproken.
Ten slotte acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte van het in bezit hebben van dierenporno een gewoonte heeft gemaakt, nu er op de computer van verdachte slechts één toegankelijk filmpje met dierenporno is aangetroffen. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het een gewoonte maken van het bezit van dierenporno.
Bewezenverklaring
Verdachte heeft alle overige onderdelen van de ten laste gelegde feiten bekend en hiervoor geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 januari 2022;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt Proces-verbaal van bevindingen, van 4 december 2020, genummerd PL0900-2020394516-17, opgemaakt door de politie Midden-Nederland (pagina 27 e.v. van het dossier) [2] ;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, van 11 juni 2021, genummerd MDRBD20026-12, opgemaakt door de politie Midden-Nederland (pagina 36 e.v. van het dossier).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
op tijdstippen in de periode gelegen tussen 21 maart 2019 tot en met 4 december 2020 te Ameide, meermalen afbeeldingen, te weten foto’s en filmpjes van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken, heeft verworven en in bezit heeft gehad, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
- het met een penis, vinger(s)/hand of voorwerp oraal, vaginaal of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met de vinger/hand vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met een penis, vinger/hand of de mond/tong, betasten of aanraken van het geslachtsdeel, billen of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met de vinger/hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel of borsten van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met de vinger/hand of voorwerp betasten of aanraken van het eigen geslachtsdeel of de eigen billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt of de onnatuurlijke pose of de wijze van kleden van deze persoon of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling en
- het ejaculeren of zichtbaar maken van een op sperma gelijkende substantie op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2
op tijdstippen in de periode gelegen tussen 21 maart 2019 tot en met 4 december 2020 te Ameide een afbeelding, te weten een filmpje, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen, zakelijk weergegeven, bestonden uit:
- het door een dier anaal penetreren van het lichaam van een volwassen persoon en
- het door een dier likken van de geslachtsdelen of billen van een volwassen persoon en
- het door een volwassen persoon betasten of aanraken van de geslachtsdelen van een dier.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder de feiten 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl hiervan een gewoonte wordt gemaakt
feit 2
een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan een gedeelte van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden:
  • een meldplicht bij de reclassering;
  • het ondergaan van een ambulante behandeling bij De Waag of soortgelijke zorgverlener;
  • het vermijden van kinderporno, waarbij verdachte medewerking verleend aan controle van zijn gegevensdragers.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter zitting verklaard de strafeis hoog te vinden. Verder heeft hij verklaard dat hij weliswaar het nut niet inziet van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, maar zich hier wel aan zal houden als dat door de rechtbank wordt opgelegd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleidende opmerkingen met betrekking tot de strafoplegging
Bij de oplegging van een straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het een gewoonte maken van het verwerven en bezitten van kinderporno. Verdachte heeft gedurende een periode van ruim anderhalf jaar om de dag online gezocht naar kinderpornografisch materiaal. Op zijn computer zijn 34.487 foto’s en 174 video’s met kinderpornografisch materiaal gevonden. Hierbij heeft verdachte de door hem verworven afbeeldingen schijnbaar koelbloedig in mapjes gecategoriseerd, waarbij zelfs werd gerubriceerd naar de mate van het zichtbare lijden van de kinderen. Zo is er een map aangemaakt met de titel ‘ [mapje] ’, waarvan verdachte ter zitting heeft verklaard dat daarin afbeeldingen stonden waarop te zien is dat kinderen aan het huilen zijn. Verdachte is hierover op zitting herhaaldelijk bevraagd, meer specifiek of hij het verwerpelijke van het categoriseren van kinderporno inzag (met onder meer het mapje ‘ [mapje] ’), maar de rechtbank meent dat verdachte met zijn antwoorden onvoldoende blijk heeft gegeven van de ernst van zijn handelen. Verdachte bleef min of meer steken bij een feitelijk antwoord dat hij de kinderporno toch moest indelen in mapjes.
Dit terwijl verdachte wist, of in ieder geval had behoren te weten, dat bij het maken van kinderporno aan kinderen zware (psychische) schade wordt toegebracht. Door te handelen zoals hij heeft gedaan heeft verdachte niet alleen moreel laakbaar gehandeld, maar ook bijgedragen aan de vraag die het maken van kinderporno in stand houdt. De rechtbank rekent dit verdachte ernstig aan.
Ook aan de vraag naar het maken van dierenporno, waarbij aan deze dieren schade wordt toegebracht, is door verdachte door zijn handelen bijgedragen.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit de justitiële documentatie over verdachte, d.d. 9 december 2021, blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Door de reclassering is op 24 december 2021 een rapport over verdachte opgemaakt. In dit rapport schrijft de reclassering dat zij zich geen goed beeld konden vormen van de persoonlijkheid van verdachte, omdat hij weinig inzage gaf in zijn binnenwereld en zich laconiek en afwachtend opstelde. Ondanks het ontbreken van een hulpvraag vanuit verdachte, acht de reclassering nader onderzoek naar zijn persoonlijkheid geïndiceerd om het delictgedrag beter te kunnen verklaren. In het kader van een voorwaardelijk strafdeel kan vanuit de forensische polikliniek de Waag psychopathie middels diagnostiek worden uitgesloten/nagegaan en kan meer zicht komen op delictgerelateerde factoren.
Verdachte is als gevolg van het ten laste gelegde zijn werk verloren en dakloos geworden, en woont tijdelijk in bij familie en kennissen. Hij heeft een schuld van ongeveer
€ 60.000,- bij de Belastingdienst. De reclassering ziet daarom in het kader van re-integratie mogelijkheden voor praktische ondersteuning op de leefgebieden wonen, werken en financiën.
De reclassering schat de kans op herhaling in als gemiddeld, vanwege de instabiliteit op meerdere leefgebieden en de ogenschijnlijke afwezigheid van beschermende factoren. Daarnaast noemt de reclassering diverse houdingsaspecten van verdachte zorgelijk. Zo lijkt hij star te zijn in zorgmijdend gedrag.
Een voorwaardelijk strafdeel kan volgens de reclassering bijdragen aan het waarborgen van reclasseringsinterventies. De reclassering adviseert dan ook bij een bewezenverklaring een voorwaardelijke straf of strafdeel op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een verplichting tot het ondergaan van een ambulante forensische behandeling en een verplichting tot het vermijden van kinderporno en het meewerken aan controle hierop.
De op te leggen straf
Om te bevorderen dat landelijk door rechtbanken voor vergelijkbare feiten ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd, zijn landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging ontwikkeld (de LOVS-oriëntatiepunten).
Het LOVS-oriëntatiepunt voor het een gewoonte maken van het bezit van kinderporno, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. De rechtbank hanteert dit oriëntatiepunt als uitgangspunt.
Dat op een aantal van de door verdachte verworven afbeeldingen geweldshandelingen tegen kinderen worden verricht en verdachte zich - blijkens zijn categorisering van de kinderporno - bewust moet zijn geweest van het lijden van de kinderen, ziet de rechtbank als strafvermeerderende omstandigheden. Verder vindt de rechtbank het zorgelijk dat verdachte, blijkens zijn verklaring ter zitting, niet bereid is om uit zichzelf mee te werken aan gedragsverandering.
Als strafverminderende omstandigheid ziet de rechtbank dat verdachte vanaf het begin van het onderzoek openheid van zaken heeft gegeven.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat in dit geval het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is, om verdachte van het strafwaardige van zijn gedrag te doordringen en zo te voorkomen dat hij in de toekomst in de verleiding komt opnieuw dergelijke feiten te plegen.
Verder zal de rechtbank, ter voorkoming van recidive, van de op te leggen straf een substantieel deel voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaar. Hierbij zullen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden opgelegd.
Het voorgaande leidt ertoe dat de rechtbank een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 14 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid:
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf:
-
veroordeelt verdachtetot een
gevangenisstrafvan
14 (veertien) maanden;
- beveelt dat een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later door de rechter anders wordt gelast, op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
3 (drie) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
 zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
 zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag en zich zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt, waarbij veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering;
 zich ambulant zal laten behandelen door forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, en zich hierbij zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
 zich op welke wijze dan ook onthoudt van:
o gedrag dat is gericht op het verkrijgen van kinderpornografisch materiaal, al dan niet in een digitale omgeving;
o gedrag dat is gericht op communicatie over seksuele handelingen met minderjarigen, al dan niet in een digitale omgeving;
 tijdens de gesprekken met de reclassering bespreekt hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen en zich open opstelt in de gesprekken hierover;
 meewerkt aan (onaangekondigde) controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek ten behoeve van het toezicht op de naleving van deze gedragsvoorschriften, in die zin dat:
o verdachte maximaal driemaal per jaar in het kader van die controle aan de reclassering en (een) eventueel door de reclassering uitgenodigde medewerker(s) van de digitale recherche van het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) de toegang moet verschaffen tot zijn woning;
o verdachte daarbij op verzoek van de reclassering al zijn digitale gegevensdragers tijdens dat huisbezoek ter beschikking moet stellen dan wel moet overhandigen aan de reclasseringswerker(s) en/of de medewerker(s) van de digitale recherche;
o verdachte de reclasseringswerker(s) en/of de medewerker(s) toegang moet verschaffen tot al zijn digitale gegevensdragers, bijvoorbeeld door het geven van benodigde wachtwoorden;
o de controle zich uitdrukkelijk zal beperken tot onderzoek dat is gericht op het zoeken naar (de opbrengst van) overtredingen van de hiervoor geformuleerde gedragsvoorschriften. Dat betekent dat tijdens de controle uitsluitend gezocht mag worden naar (sporen van) het zoeken naar of de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen op de digitale gegevensdragers en naar feiten waaruit blijkt dat de gegevensdragers zijn gebruikt voor communicatie over seksuele handelingen met minderjarigen;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mr. J.G. van Ommeren en
mr. A. Bouteibi, rechters, in tegenwoordigheid van A. van der Zwan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 januari 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij (op een of meer tijdstippen) in de periode gelegen tussen 14 oktober 2018 tot en met 4 december 2020 te Ameide, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s/filmpjes en/of gegevensdragers, te weten een of meer computer(s) en/of een of meer harde schijf(ven), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, de/een vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr 1 t/ 5 en 23 op blz. 49, 50 en 56 in het dossier)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand, vaginaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr 6 op blz 50 in het dossier)
en/of
het met de/een penis, vinger(s)/hand en/of de mond/tong, betasten, aanraken en/of likken van het geslachtsdeel, billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr 7 t/m 11 op blz. 50 t/m 52 in het dossier)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand, betasten, aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr 8 en 11 op blz. 50 en 52 in het dossier)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr 12 t/m 14 op blz. 52 en 53 in het dossier)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(foto nr 15 tm 19 op blz. 53 en 54 in het dossier)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren en/of zichtbaar maken van een op sperma gelijkende substantie op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(foto nr 20 op blz. 54 in het dossier)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
Hij (op een of meer tijdstippen) in de periode gelegen tussen 14 oktober 2018 tot en met 4 december 2020 te Ameide, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s/filmpjes en/of gegevensdragers, te weten een of meer computer(s) en/of een of meer harde schijf(ven), heeft verspreid, openlijk tentoongesteld, vervaardigt, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handeling(en) – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het door een dier anaal penetreren van het lichaam van een (volwassen) persoon en/of
- het door een dier likken van de geslachtsdelen en/of billen van een (volwassen) persoon en/of
- het door een (volwassen) persoon betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier;
(beschrijving op blz 41 in het pv en foto’s op blz. 57 van het dossier)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 11 juni 2021, pag. 39.
2.Wanneer wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 29 september 2021, genummerd 2020394516, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 57.