ECLI:NL:RBMNE:2022:1409

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
13 april 2022
Zaaknummer
16-320192-20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de meervoudige kamer inzake de veroordeling voor bezit van synthetische drugs en wapens

Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 december 2020 in Woerden samen met anderen betrokken was bij het voorhanden hebben van aanzienlijke hoeveelheden drugs, waaronder MDMA, amfetamine, 2C-B, en GHB, alsook bij het bezit van wapens. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een inhoudelijke behandeling van de zaak op 10 maart 2022, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. M.E.J. van Nieuwenhuizen, en de officier van justitie, mr. G.A. Hoppenbrouwers, zijn vorderingen heeft gedaan. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het bezit van 1334,31 gram MDMA, 293,21 gram amfetamine, 57,31 gram 2C-B, en 1110 pillen Diazepam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachte verantwoordelijk waren voor de aanwezigheid van deze middelen in hun woning, ondanks de ontkenning van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten, waaronder het witwassen van geld en het voorhanden hebben van een vuurwapen dat in een andere auto werd aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 120 uur, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de zorg van de verdachte voor haar kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/320192-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 maart 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 juni 2021 en op 10 maart 2022. Op deze laatstgenoemde datum is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. G.A. Hoppenbrouwers en van hetgeen verdachte en haar raadsvrouw, mr. M.E.J. van Nieuwenhuizen, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
op 17 december 2020 in Woerden, samen met een ander, voorhanden heeft gehad:
-
1334,31 gram MDMA;
-
293,21 gram amfetamine;
-
57,31 gram 2C-B;
-
148,2 kilo GHB;
Feit 2
op 17 december 2020 in Woerden, samen met een ander, 1100 pillen Diazepam voorhanden heeft gehad;
Feit 3
op 17 december 2020 in Woerden, samen met een ander, 19,5 gram hasj voorhanden heeft gehad;
Feit 4
op 17 december 2020 in Woerden, samen met een ander, 863,3 gram fenylazijnzuur voorhanden heeft gehad, terwijl verdachte wist of kon vermoeden dat het bestemd was voor het bereiden van amfetamine;
Feit 5
op 17 december 2020 in Woerden, samen met een ander, een geldbedrag van € 11.650 heeft witgewassen;
Feit 6
op 17 december 2020 in Woerden, samen met een ander, twee pistolen die voor
bedreiging geschikt waren voorhanden heeft gehad;
Feit 7
op 17 december 2020 in Woerden samen met een ander een stiletto voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 tot en met 6 ten laste gelegde. Verdachte was niet op de hoogte van de aanwezigheid van deze middelen/voorwerpen in de woning, schuur of laadruimte van de auto. Ook wist ze niet dat haar partner (tevens medeverdachte) geld bewaarde in een tajin in de keuken. Ze kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de aanwezigheid hiervan in de woning.
Ten aanzien van feit 7 refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak feiten 4 en 5
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 4 ten laste gelegde heeft begaan. In de schuur bij de woning van verdachte zijn weliswaar brokken met fenylazijnzuur aangetroffen, maar voor de bewezenverklaring dat verdachte en/of haar medeverdachte voornemens waren dit te gebruiken voor de productie van amfetamine is geen bewijs voorhanden. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van dit feit.
De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het onder feit 5 ten laste gelegde: het witwassen. Het aangetroffen geldbedrag bevond zich in een tajin, hoog geplaatst op een keukenkast. Niet is komen vast te staan dat verdachte wist of had kunnen weten dat medeverdachte (zwart) geld in die pan bewaarde, dan wel dat verdachte hier enige bijdrage aan heeft geleverd.
4.3.2.
Bewijsmiddelen [1]
Om de leesbaarheid van dit vonnis te vergroten worden de vaak voorkomende bewijsmiddelen als volgt vermeld.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , d.d. 18 december 2020, pagina 29 - 31:
bewijsmiddel A;
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , d.d. 19 februari 2021, pagina 191 – 195 :
bewijsmiddel B;
Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , d.d. 4 januari 2021, pagina 263 – 266:
bewijsmiddel C;
Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , d.d. 28 januari 2021, pagina 270 – 278:
bewijsmiddel D;
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] , d.d. 28 december 2020, pagina 256- 258:
bewijsmiddel E;
Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] d.d. 23 december 2020, pagina 127 – 131:
bewijsmiddel F.
Per aangetroffen stof/goed wordt telkens achtereenvolgend genoemd:
- de vindplaats van het goed, zoals vermeld in bewijsmiddel A of B;
- een proces-verbaal waarin een SIN-nummer aan het goed is toegekend, zoals vermeld in bewijsmiddel C, D of E;
- een NFI-rapport over de samenstelling van het goed, dan wel forensisch proces-verbaal over de aard van het goed.
4.3.3
Ten aanzien van de feiten 1 , 2, 3, 6 en 7
Bewijsmiddel A
Op (de rechtbank begrijpt, gelet op het tijdstip van de sluiting van de doorzoeking [2] , dat bedoeld wordt:) 17 december 2020 is een woning en een berging doorzocht aan de [adres] , [woonplaats] . Op dit adres staan onder andere de verdachten [A] en [verdachte] ingeschreven. Dit betreft een tussenwoning met in de achtertuin een stenen berging. [3]
4.3.4
Voorts ten aanzien van feit 1
4.3.4.1 Met betrekking tot de MDMA
Bewijsmiddel B
In het keukenblok zit onder de oven een opbergruimte. In de opbergruimte onder de oven:
C.3.1. boodschappentas van Albert Heyn met een witte brok. [4]
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754282
SIN:
AANR4981NL
Relatie met SIN:
AANW6649NL
Bijzonderheden: C.3.1 witte brokken in AH tas lade onder oven
Omschrijving: 2 boterhamzakken met beige poeder en brokjes
gewicht netto: 137,3 gram [5]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige:
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [6]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6649NL
Poeder/brokken/kristallen, uit 137 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel B
Begane grond van de woningIn het keukenblok zit onder de oven een opbergruimte. Het plankje voor de opbergruimte kon worden opengeklapt (kantelscharnier) waarna je in de opbergruimte kon kijken. In de opbergruimte onder de oven:
C.3.1.a een gripzakje met een witte brok [7]
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754295
SIN:
AANR4978NL
Relatie met SIN:
AANW6652NL
Bijzonderheden: C.3.1.a witte brok
Omschrijving: Gripzak met daarin een lepel en beige brokjes
gewicht netto: 8,86 gram [8]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige:
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [9]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6652NL
Poeder en brokjes, beige, uit 8,68 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel A
Stenen berging (schuur), zichtbaar op stellingen:
A. l. 3a: 4 pillen, los in zwarte plastic tas [10]
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754199
SIN:
AANR4971NL
Relatie met SIN:
AANW6650NL
Bijzonderheden: A.1.3.a, pillen, groen, 4 stuks, 1,90 gram [11]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige:
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [12]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6650NL
Tablet, groen, uit 1,90 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel B
In het keukenblok stond een koel/vriescombinatie met daarboven een keukenkast. In deze keukenkast stond een bruine tas. In de bruine tas zat:
C.7.1.c gripzakje met diverse pillen [13]
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754311
SIN:
AANR4977NL
Relatie met SIN:
AANW6653NL
Bijzonderheden: C.7.1.C pillen diverse kleuren in gripzakje
Omschrijving: Gripzak met 28 tabletten, diverse kleuren 12,23 gram [14]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [15]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6653NL
Tablet, divers, uit 12,23 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel B
Op de vensterbank van de (ouder) slaapkamer stond een bijouteriedoos met twee laden. In de onderste lade van de bijouteriedoos lagen:
B.2.1 lade bijouteriedoos, ½ blauwe pil in een gripzakje
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754215
SIN:
AANR4975NL
Relatie met SIN:
AANW6655NL [16]
Bijzonderheden: B.2.1.halve blauwe pil
Omschrijving: 1 gripzak met groen/blauw kleurige halve tablet
Gewicht netto: 0,21 gram [17]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige:
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [18]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6655NL
Poeder, groen/blauw, uit 0,21 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel B
Op de vensterbank van de (ouder) slaapkamer stond een bijouteriedoos met twee laden. In de onderste lade van de bijouteriedoos lagen:
B.2.1.a lade bijouteriedoos, 2½ groene pillen in boterhamzakje
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754235
SIN:
AANR4976NL
Relatie me SIN:
AANW6654NL
Bijzonderheden: B.2.1.a 2,5 pil groen
Omschrijving: 2 groenkleurige tabletten + delen
Gewicht netto: 1,21 gram [19]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [20]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6654NL
Tablet, groen, uit 1,21 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel B
Eerste verdieping (ouderslaapkamer) van de woningIn een zwart mandje op de vensterbank van de slaapkamer lagen:
B.1.1 vensterbank, 16,5 roze pillen in een gripzakje
B.1.1.a vensterbank, 9 groene pillen in een gripzakje
B.1.1.b vensterbank, 1,5 groene pil en ¼ oranje pil in een gripzakje
Deze drie doorzichtige gripzakjes met pillen zaten in een zwart gevlochten mandje dat op de vensterbank van de slaapkamer stond. Aan de bovenzijde was het mandje open en de gripzakjes met pillen lagen zichtbaar in het mandje. [21]
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754204
SIN:
AANR4972NL
Relatie met SIN:
AANW6651NL
Aantal: 16.5 stuks
Bijzonderheden: B.l.1 roze pillen in gripzak 16,5 pil
gewicht netto: 8,24 gram [22]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [23]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6651NL
Tablet, roze, uit 8,24 gram
Bevat MDMA
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754208
SIN:
AANR4973NL
Relatie met SIN:
AANW6658NL, AANW6659NL
Bijzonderheden: B. l. l. a groene pillen 9 stuks
Omschrijving: 8 hele groene tabletten + 1 deel
Gewicht netto: 4,46 gram [24]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [25]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6658NL
Tablet, groen, uit 4,05 gram
Bevat MDMA
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [26]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW665NL
Tablet, groen, uit 0,41 gram
Bevat MDMA
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754214
SIN:
AANR4974NL
Relatie met SIN:
AANW6656NL, AANW6657NL
Bijzonderheden: B. l. l. b, groen en oranje pillen beide 1,5 tot 3 pillen
Omschrijving: 2 tabletten + delen
Gewicht netto: 1,18 gram [27]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [28]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6656NL
Tablet, beige, uit 0,46 gram
Bevat MDMA
Tabel 1: onderzoeksmateriaal en conclusie [29]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6657NL
Tablet, beige, uit 0,72 gram
Bevat MDMA
--
Bewijsmiddel A
Stenen berging (schuur), zichtbaar op stellingen:
A.1.4: 52 gripzakjes met gekleurde pillen (in drie grote gripzakken) in een sporttas [30]
Bewijsmiddel F
Goednummer: PL0900-2020409824-2752726
SIN:
AANX1721NLAantal: 2641 pillen
Gewicht: 1160,8 gram
Bijzonderheden: A.1.4 aangetroffen in schuur [31] Omschrijving: Gripzakken (52) met geel, groen, rood en paarse tabletten
Goednummer: PL0900-2020409824-162583
SIN:
AANZ6099NL
Relatie met SIN:
AANX1721NLgele tabletten uit partij van 1160,80 gram [32]
Rapport van 21 december 2020, opgesteld door ing. A.G.A. Spong, NFI-deskundige:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie [33]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANZ6099NL
Tablet, geel, uit 1160,80 gram
Bevat MDMA
Bewijsmiddel F
Goednummer: PL0900-2020409824-162584
SIN:
AANZ6100NL
Relatie met SIN:
AANX1721NLGroene tabletten uit partij van 1160,80 gram [34]
Rapport van 21 december 2020, opgesteld door ing. A.G.A. Spong, NFI-deskundige
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie [35]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANZ6100NL
Tablet, groen, uit 1160,80 gram
Bevat MDMA
Bewijsmiddel F
Goednummer: PL0900-2020409824-162585
SIN:
AANZ6101NL
Relatie met SIN:
AANX1721NLpaarse tabletten uit partij van 1160,80 gram [36]
Rapport van 21 december 2020, opgesteld door ing. A.G.A. Spong, NFI-deskundige:
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie [37]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANZ6101NL
Tablet, paars, uit 1160,80 gram
Bevat MDMA
Bewijsmiddel F
Goednummer: PL0900-2020409824-162586 [38]
SIN:
AANW6550NL
Relatie met SIN:
AANX1721NL
rode tabletten uit partij van 1160,80 gram [39]
Rapport van 21 december 2020, opgesteld door ing. A.G.A. Spong, NFI-deskundige
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie [40]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6550NL
Tablet, rood, uit 1160,80 gram
Bevat MDMA
Conclusie:
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dat het totale gewicht van aangetroffen tabletten bevattende MDMA (in ieder geval) de tenlastgelegde
1.334,31 grambetreft.
4.3.4.2 Met betrekking tot de amfetamine
Bewijsmiddel B
In het keukenblok zat een koel/vries-combinatie. In het diepvries gedeelte van de koel/vriescombinatie:
C.5.1 een plastic bak met een witte substantie
De diepvries was verdeeld in enkele vakken. In het middelste vak lag een plastic bak. In dit vak lagen ook andere bevroren producten (etenswaren). Bij het openen van de diepvries was de plastic bak direct zichtbaar. [41]
Bewijsmiddel C
Goednummer: PL0900-2020409824-2754217
SIN:
AANR4789NL
Relatie met SIN:
AANW6584NL
Bijzonderheden: C.5.1 witte substantie in plastic bak uit vriezer
Gewicht netto: 277,0 gram [42]
Rapport van 4 januari 2021, opgesteld door ing. M. Visser – van Leeuwen, NFI-deskundige
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie [43]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6584NL
Pasta, wit, uit 277,00 gram
Bevat amfetamine
--
Bewijsmiddel B
Bovenop de keukenkast stond een plastic bord waarop onder andere een zakje wit poeder lag.
C.6.1: zakje wit poeder [44]
Bewijsmiddel D
Goednummer: PL0900-2020409824-2754298
SIN:
AANR4979NL
Relatie met SIN:
AANW6648NL
Bijzonderheden: C.6.1 witte brokjes en kruimels op gele plastic bord
Omschrijving: Plastic zak met wit/geel poeder en brokjes
Gewicht: 16,21 gram [45]
Rapport van 15 januari 2021, opgesteld door ing. N. van Doorn, NFI-deskundige
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie [46]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AANW6648NL
Poeder en brokjes, wit/geel,
uit 16,21 gram
Bevat amfetamine
Conclusie:
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dat het totale gewicht van aangetroffen substantie bevattende amfetamine
293,21 gramis.
4.3.4.3 Met betrekking tot de 2C-B
Bewijsmiddel B
In het keukenblok stond een koel/vriescombinatie met daarboven een keukenkast. In deze keukenkast stond een bruine tas. In de bruine tas zat:
C.7.1 boterhamzakje met fluor gele pillen
C.7.1.b gripzakje met paarse pillen, opschrift MM [47]
Bewijsmiddel C
Goednummer: PL0900-2020409824-2754222
SIN:
AANR4788NL
Relatie met SIN:
AANW6581NL
Bijzonderheden: C.7.1 fluor gele pillen in boterhamzakje
Omschrijving: 298 gele tabletten, in boterhamzakje
Gewicht: 53,65 gram [48]
Goednummer: PL0900-2020409824-2754227
SIN:
AANR4828NL
Relatie met SIN:
AANW6583NL
Bijzonderheden: C.7.1.b paarse pillen in gripzakje met opschrift mm
Omschrijving: 25 paarse tabletten
Gewicht: 3,66 gram [49]
Rapport van 4 januari 2021, opgesteld door ing. A.B.M. van Esch – de Bruin, NFI-deskundige
Tabel 1 Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AANW6581NL
Monster, 3 tabletten (a 0,18 gram) geel
Bevat 2C-B
AANW6583NL
Monster, 3 gleuftabletten (à 0,14 gram)
Paars
Bevat 2C-B
Conclusie
In het onderzoeksmateriaal is 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenethylamine) aangetoond. Deze substantie is vermeld op lijst I van de Opiumwet. [50]
Conclusie:
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dat het totale gewicht van aangetroffen tabletten bevattende 2C-B
57,31 gramis.
4.3.5
Voorts ten aanzien van feit 2
Bewijsmiddel A
In de schuur bij de woning van verdachte werd aangetroffen:
37 doosjes Diazepam [51]
Een rapport van 19 februari 2021, opgemaakt door W. Best, specialistisch senior inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd:
Diazepam behoort tot de geneesmiddelengroep benzodiazepine agonisten.
Diazepam staat op lijst II van de Opiumwet vanwege de kans op het
optreden van verslaving. [52]
Het in bijlage 1 genoemde product Diazepam kan aangemerkt worden als
geneesmiddel, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b Geneesmiddelenwet.
Dit geneesmiddel valt tevens onder de bepalingen van de Opiumwet. [53]
Bijlage I:
Diazepam, 37 doosjes, totaal aantal tabletten: 1.110. [54]
4.3.6
Voorts ten aanzien van feit 3
Bewijsmiddel B
In bruin tasje, aangetroffen in keukenkastje, zat: C.7.1.a boterhamzakje met een brok hash [55]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 4]
Ik onderzocht een door collega’s aangetroffen hoeveelheid qua kleur en samenstelling op hennep gelijkende stof.
Ik zag aan de kleur en de uiterlijke kenmerken van de aangetroffen drugs dat deze
afkomstige zijn van een hennepplant. Tevens rook ik, dat de geur die de aangetroffen
drugs verspreidden, overeenkwam met de kenmerkende geur van hennepplanten. Ik zag en voelde dat het een blok hash betrof.
Ten behoeve van de drugsidentificatie werd tevens gebruik gemaakt van een door de
Politie Utrecht voorgeschreven drugstestkit van de fabrikant M.M.C. International BV. Ik gebruikte daarbij een ampul van de drugsidentificatietest ‘Cannabis’,
waarmee hennep, waaronder wordt begrepen elk deel van de restplant van het geslacht Cannabis dan wel gebruikelijke vaste mengsels van hennephars en plantaardige elementen van hennep kunnen worden aangetoond.
Ik zag, dat tijdens het testen een duidelijke kleurreactie optrad. Deze reactie gaf
een positieve indicatie op de aanwezigheid van hennep.
Uit de determinatie en de drugstest mag gesteld worden, dat de inbeslaggenomen drugs resthennepplanten waren van het geslacht Cannabis. Deze plantensoort staat vermeld op lijst II onderdeel b van de Opiumwet. [56]
Ik zag dat de inhoud van het boterhamzakje met restanten van hennepplanten (blokje
hash) in totaal een netto gewicht had van 0,0195 kilogram.
Nettogewicht hennep 0,0195 x 1000 = 19,5 gram [57]
4.3.7
Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
Verdachte heeft ontkend op de hoogte zijn geweest van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de woning en bijbehorende schuur. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdovende middelen verdeeld door de woning en schuur zijn aangetroffen. Het gaat dan om keukenkastjes, in de diepvriezer en in de slaapkamer, tussen levensmiddelen en andere gebruiksvoorwerpen, en de verdovende middelen lagen (grotendeels) ook in het zicht. Naar het oordeel van de rechtbank kan het daarom niet anders dan dat verdachte dit moet hebben gezien en op de hoogte was van de aanwezigheid van deze verdovende middelen.
Dit ligt anders voor de GHB die is aangetroffen in de laadruimte van de Peugeot. Verdachte heeft weliswaar kort voor haar aanhouding nog in deze auto gereden, maar uit de bewijsmiddelen volgt niet dat zij wist van de jerrycans met GHB in de afgesloten laadruimte van de auto. Ook waren de jerrycans met GHB niet zichtbaar van buiten de Peugeot. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte dan ook partieel worden vrijgesproken.
4.3.8
Voorts ten aanzien van feit 6
Bewijsmiddel A
Eerste verdieping (ouderslaapkamer)
Op de grond een zwart vuurwapengelijkend voorwerp in een Jumbo boodschappentas die weer in een boodschappentas van Hoogvliet zat. [58] . De boodschappentas van de Hoogvliet lag in het zicht in de hoek van de slaapkamer. De kartonnen doos van de verpakking van een wapen “Special Force 229S”, was zichtbaar, omdat je van bovenaf in de boodschappentas kon kijken. [59]
Kennisgeving inbeslagname, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 7] en [verbalisant 8]
Volgnummer 1
Goednummer: PL0900-2020410043-2752876
Categorie: Wapens
Merk: Special Force
SIN:
AANW6498NL
Registratienummer: [wapennummer 1]
Bijzonderheden : Gasdrukpistool kaliber 4.5mm bb, merk win gun. [60]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 9]
Naar aanleiding van de onder dit proces aangetroffen en in beslag genomen
voorwerpen, is door mij, in het kader van de Wet wapens en munitie, een nader onderzoek aan deze voorwerpen ingesteld, waarbij het onderstaande werd bevonden.
Omschrijving voorwerpen.
1.
Goednummers : PL0900-2020410043-2752876 (pistool)
SIN :
AANW6498NL (pistool)
Wapen : nabootsing vuurwapen, gasdrukpistool
Categorie : I sub 7. [61]
Het vorenomschreven gasdrukpistool is een voorwerp dat voor wat betreft vorm
en afmeting een sprekende gelijkenis vertoont met een echt bestaand vuurwapen,
namelijk een pistool, merk Sig Sauer, model P229 en is derhalve voor
bedreiging of afdreiging geschikt.
Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie I,
onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op artikel 3 onder a van de Regeling
wapens en munitie. [62]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 6
Verdachte heeft verklaard dat zij niet wist dat er een gasdrukpistool in haar slaapkamer lag. De rechtbank verwerpt dit verweer. Het wapen is aangetroffen in een tas die op de grond stond in haar slaapkamer. Nu verdachte ook in die slaapkamer sliep, staat daarmee vast dat zij (ook) het wapen voorhanden heeft gehad. Voorts kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte bekend was met de aanwezigheid van dit wapen, gezien de wijze hoe het op de slaapkamer in het zicht lag.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het voorhanden hebben van het wapen dat is aangetroffen in de Dodge Ram. Deze auto wordt door medeverdachte gebruikt, en niet door verdachte. Er is geen bewijs voorhanden waaruit blijkt dat verdachte dat wapen voorhanden heeft gehad, dan wel dat zij hiermee bekend was.
4.3.9
Voorts ten aanzien van feit 7
Bewijsmiddel B
Op de grond van de (ouder) slaapkamer lag een klapmes “Inox” met een houten heft. [63]
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 7] ,
Het inbeslaggenomen klapmes is een Stiletto als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 1 van de Wet Wapens en Munitie en is verboden ingevolge artikel 13 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Strafbaarstelling in artikel 55 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie. [64]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 7
Het mes is aangetroffen op de vloer van de slaapkamer van verdachte en de medeverdachte. Dit maakt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte en de medeverdachte dit mes voorhanden hadden.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 17 december 2020 te Woerden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1334,31 gram, van een materiaal bevattende MDMA
en
- 293,21 gram van een materiaal bevattende amfetamine en
- 57,31 gram van een materiaal bevattende 2C-B en
- zijnde MDMA en amfetamine en 2C-B, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
op 17 december 2020 te Woerden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 1110 pillen, van een materiaal bevattende Diazepam
zijnde Diazepam, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
op 17 december 2020 te Woerden, tezamen en in vereniging met een ander, aanwezig heeft gehad 19,5 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6.
op 17 december 2020 te Woerden tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een voorwerp dat voor wat betreft de vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met vuurwapens of met voor ontploffing bestemde voorwerpen te weten een voorwerp in de vorm van een pistool, merk Wingun, model Special force 229S, kaliber 4.5MM BB (voorzien van wapennummer [wapennummer 1] ), heeft voorhanden gehad;
7.
op 17 december 2020 te Woerden, tezamen en in vereniging met een ander, een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto, heeft voorhanden gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 2 en 3
Telkens, medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 6 en 7
Telkens, medeplegen van handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 6 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Verdachte heeft de zorg over jonge, kwetsbare kinderen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte had samen met haar partner diverse soorten drugs voorhanden. Deze drugs lagen door de hele woning verspreid: in de vriezer, onder de oven, in keukenkastjes en op de slaapkamer. Ook lagen in de berging bij de woning grote hoeveelheden verboden middelen. En dit terwijl zij met hun vier kinderen in de woning leefden. Hiermee hebben verdachte en medeverdachte het risico genomen dat hun kinderen in hun onwetendheid deze drugs zouden innemen. Door dit te doen heeft verdachte ook bijgedragen aan het in stand houden van de handel in drugs. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van synthetische drugs, zoals MDMA en amfetamine, grote gezondheidsrisico’s meebrengt voor de gebruikers daarvan. Ten slotte had verdachte een verboden (nep)wapen en mes in huis.
Uit het strafblad (de justitiële documentatie) van verdachte van 30 december 2021 blijkt dat zij in het verleden is veroordeeld in verband met de Opiumwet. Deze veroordeling vond echter zodanig lang geleden plaats dat de rechtbank dit niet in het nadeel van verdachte zal meewegen bij de hoogte van de strafoplegging.
Gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten en de hoeveelheid daarvan kan in beginsel niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Nu het aandeel van verdachte in de feiten waarvoor zij wordt veroordeeld kleiner is dan dat van de medeverdachte, zal de rechtbank de gevangenisstraf aan verdachte geheel voorwaardelijk opleggen. Daarnaast zal aan verdachte een taakstraf van 120 uur worden opgelegd. Dit is lagere taakstraf dan door de officier van justitie is geëist. Dit wordt veroorzaakt doordat de rechtbank voor een aantal onderdelen van de tenlastelegging tot een vrijspraak komt en rekening houdt met het aandeel van verdachte in de bewezen verklaarde feiten.
Alles overziende acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden en een taakstraf van 120 uur passend en geboden.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22a en 22d, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet en
  • 13 en 55 Wet wapens en munitie
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 4 en 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, 2, 3, 6 en 7 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 3 maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mrs. S.M. Schothorst en E. Slager, rechters, in tegenwoordigheid van D.G.W. van de Haar-Kleijer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 maart 2022.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat zij
1
op of omstreeks 17 december 2020 te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1334,31 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
- ongeveer 293,21 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
- ongeveer 57,31 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B en/of
- ongeveer 148,2 kilogram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende gamma-hydroxyboterzuur (GHB)
zijnde MDMA en/of amfetamine en/of 2C-B en/of gamma-hydroxyboterzuur, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
op of omstreeks 17 december 2020 te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1110 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Diazepam
zijnde Diazepam,een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
op of omstreeks 17 december 2020 te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aanwezig heeft gehad ongeveer 19,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van niet meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
op of omstreeks 17 december 2020 te Woerden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, 863,3 gram Fenylazijnzuur, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
5
op of omstreeks 17 december 2020, te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, één of meer voorwerp(en), te weten een geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer) 11.650 euro, althans één of meer (grote) geldbedragen, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, althans heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had
en/of
(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten een geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer) 11.650 euro, in ieder geval enig(e) geldbedrag(en), heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
6
op of omstreeks 17 december 2020 te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk meerdere voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens of met voor ontploffing bestemde voorwerpen te weten
- een voorwerp in de vorm van een pistool, merk Wingun, model Special force 229S,kaliber 4.5MM BB (voorzien van wapennummer [wapennummer 1] ), en/of
- een voorwerp in de vorm van een pistool, kaliber 6mm BB (voorzien van nummer [wapennummer 2] )
heeft voorhanden gehad;
7
op of omstreeks 17 december 2020 te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto heeft voorhanden gehad;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal PL090-2020409824, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 327. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Bewijsmiddel A, pagina 31
3.Bewijsmiddel A, pagina 29
4.Bewijsmiddel B, pagina 193
5.Bewijsmiddel D, pagina 273
6.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 281
7.Bewijsmiddel B, pagina 193
8.Bewijsmiddel D, pagina 274
9.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 283
10.Bewijsmiddel A, pagina 29
11.Bewijsmiddel D, pagina 274
12.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 280
13.Bewijsmiddel B, pagina 195
14.Bewijsmiddel D, pagina 274
15.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 285
16.Bewijsmiddel D, pagina 275
17.Bewijsmiddel D, pagina 276
18.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 284
19.Bewijsmiddel D, pagina 275
20.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 286
21.Bewijsmiddel B, pagina 191 en 192
22.Bewijsmiddel D, pagina 273
23.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 279
24.Bewijsmiddel D, pagina 277
25.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 289
26.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 290
27.Bewijsmiddel D, pagina 276
28.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 287
29.NFI-rapport van 15 januari 2021, pagina 288
30.Bewijsmiddel A, pagina 30
31.Bewijsmiddel F, pagina 129
32.Bewijsmiddel F, pagina 130
33.NFI-rapport van 21 december 2020, pagina 135
34.Bewijsmiddel F, pagina 130
35.NFI-rapport van 21 december 2020, pagina 134
36.Bewijsmiddel F, pagina 130
37.NFI-rapport van 21 december 2020, pagina 133
38.Bewijsmiddel F, pagina 130
39.Bewijsmiddel F, pagina 131
40.NFI-rapport van 21 december 2020, pagina 132
41.Bewijsmiddel B, pagina 194
42.Bewijsmiddel C, pagina 265
43.NFI-rapport van 4 januari 2021, pagina 267
44.Bewijsmiddel B, pagina 194
45.Bewijsmiddel C, Pagina 273
46.NFI-rapport van 4 januari 2021, pagina 282
47.Bewijsmiddel B, pagina 194 en 195
48.Bewijsmiddel C, pagina 264
49.Bewijsmiddel C, pagina 265
50.NFI-rapport van 28 januari 2021, pagina 269
51.Bewijsmiddel A, pagina 29
52.Deskundigenrapport, pagina 226
53.Deskundigenrapport, pagina 229
54.Deskundigenrapport, pagina 230
55.Bewijsmiddel B, pagina 194 en 195
56.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , pagina 238
57.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , pagina 239
58.Bewijsmiddel A, pagina 30 en 42
59.Bewijsmiddel B, pagina 192
60.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , pagina 294
61.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] , pagina 231
62.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] , pagina 232
63.Bewijsmiddel B, pagina 193
64.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] , pagina 318