Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden van 26 januari 2015, waarbij aan [minderjarige] onder meer de maatregel is opgelegd van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld in vereniging en afpersing in vereniging;
- stukken waaruit blijkt dat de PIJ-maatregel is ingegaan op 12 januari 2016;
- de beslissing van deze rechtbank van 8 november 2021, waarbij de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel is afgewezen zodat de PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk eindigde en waarbij de vordering tot het vaststellen van voorwaarden tijdens de voorwaardelijke beëindiging is toegewezen;
- het reclasseringsadvies van 9 maart 2022, opgemaakt door I. Landus, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland;
- het proces-verbaal van verhoor van [minderjarige] door de rechter-commissaris op 10 maart 2022;
- het bevel van de rechter-commissaris van deze rechtbank van 10 maart 2022 tot de voorlopige tenuitvoerlegging van terugplaatsing in de JJI na voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel;
- de schriftelijke vordering van de officier van justitie van 14 maart 2022 die strekt tot terugplaatsing in de JJI voor de resterende duur van de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel (240 dagen).
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.De rapportage en de toelichting daarop
4.De standpunten
5.Het oordeel van de rechtbank
6.De beslissing
[minderjarige]in de JJI toe voor de duur van
vijf maanden;
18 juli 2022 te 15.00 uur.