Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de op 8 maart 2022 betekende dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling op 16 maart 2022
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Thuiskopie.
2.Het geschil
1.016,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiser de opheffing van een conservatoir beslag dat door gedaagde, Stichting de Thuiscopie, is gelegd op zijn onverdeelde aandeel in een woning. Het beslag is gelegd omdat gedaagde meent dat eiser, als voormalig bestuurder van een vennootschap, aansprakelijk is voor het niet voldoen van thuiskopievergoedingen door die vennootschap. Eiser betwist deze aansprakelijkheid en stelt dat de vordering van gedaagde ondeugdelijk is. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat aan de eisen voor bestuurdersaansprakelijkheid is voldaan. De vordering van gedaagde is summierlijk ondeugdelijk gebleken, en er is onvoldoende bewijs dat de vordering op de vennootschap onverhaalbaar is. De belangenafweging tussen partijen leidt tot de conclusie dat het belang van eiser bij opheffing van het beslag zwaarder weegt dan het belang van gedaagde bij handhaving van het beslag. De voorzieningenrechter heft daarom het beslag op en veroordeelt gedaagde in de proceskosten van eiser.