Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 31 maart 2022 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van een spoeduithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige (voornaam)], die op 25 februari 2022 weer bij de moeder is geplaatst na een crisisUHP. De moeder had bezwaar gemaakt tegen de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing die op 18 februari 2022 was verleend, omdat zij vond dat de GI niet eerst had gekeken naar minder ingrijpende maatregelen. De kinderrechter oordeelde dat er op het moment van de spoedmachtiging sprake was van onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige, wat de beslissing rechtvaardigde. De kinderrechter benadrukte dat het niet aan haar was om het optreden van de politie te beoordelen, en dat de moeder andere wegen had om haar dossier in te zien en aanpassingen te verzoeken. De kinderrechter hield de eerdere beslissing in stand, waarbij de samenwerking tussen de moeder en de GI positief werd beoordeeld, wat in het belang van de minderjarige is.