ECLI:NL:RBMNE:2022:1306
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Uwv over Ziektewet-uitkering
In deze zaak heeft eiser, die zich op 10 mei 2021 ziek meldde vanuit de Werkloosheidswet (WW), beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 3 september 2021 besloten dat eiser per 1 september 2021 geen recht meer had op een Ziektewet-uitkering, omdat hij in staat werd geacht zijn eigen arbeid te verrichten als graffiti verwijderaar. Eiser betwistte deze conclusie en stelde dat zijn medische beperkingen onvoldoende waren erkend. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 8 februari 2022, waarbij eiser en zijn gemachtigde afwezig waren, maar het Uwv vertegenwoordigd was.
De rechtbank oordeelde dat het Uwv zijn besluiten mocht baseren op rapportages van (verzekerings-)artsen, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldeden. De rechtbank concludeerde dat de rapportages van de artsen van het Uwv zorgvuldig waren opgesteld, geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende begrijpelijk waren. Eiser had geen medische informatie overgelegd die de conclusies van de artsen in twijfel trok. De rechtbank oordeelde dat de medische beoordeling juist was en dat eiser per 1 september 2021 in staat was zijn arbeid te verrichten. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. S.G.M. van Veen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.