Uitspraak
1.De procedure
- mr. R.A. Korver namens verzoekster;
- mr. P.M.E. Bernini;
- mr. G.P.N. Robben, officier van justitie.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. Korver, op 23 maart 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen rechter-commissaris mr. P.M.E. Bernini in de strafzaak met parketnummer 16/700104-16. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter-commissaris niet voldoende rekening hield met de belangen van verzoekster en dat er een schijn van vooringenomenheid bestond. Tijdens de zitting op dezelfde dag heeft de wrakingskamer, bestaande uit mr. R.C. Stijnen, mr. A.C. van den Boogaard en mr. H.A. Brouwer, het verzoek behandeld. Mr. Korver heeft pleitaantekeningen overgelegd en de gang van zaken rondom de getuigenverhoren toegelicht. De rechter-commissaris had eerder een verzoek tot uitstel van een getuigenverhoor toegewezen, maar weigerde dit ook voor andere getuigen, wat leidde tot de wraking. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter-commissaris om geen regiemoment te houden een procesbeslissing was en geen blijk gaf van vooringenomenheid. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond, waarbij zij benadrukte dat de rechterlijke onpartijdigheid niet in het geding was.