ECLI:NL:RBMNE:2022:1210

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
31 maart 2022
Zaaknummer
UTR 21/4284
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan machtiging

Op 31 maart 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen [A] (eiser) en de korpschef van de politie (verweerder). Het beroep van eiser is ingediend op 24 september 2021 tegen een besluit van verweerder van 1 september 2021. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is.

De rechtbank wijst erop dat wanneer iemand namens een ander beroep instelt, er een machtiging moet worden ingediend indien de rechtbank hierom vraagt. Dit is vastgelegd in artikel 8:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval heeft de rechtbank op 8 december 2021 een aangetekende brief gestuurd naar eiser, waarin werd verzocht om binnen vier weken een machtiging in te dienen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief.

Gelet op het ontbreken van de vereiste machtiging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4284

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 maart 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

de korpschef van de politie, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat [A] (hierna: [A] ) heeft ingediend op
24 september 2021, tegen het besluit van verweerder jegens eiser van 1 september 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die namens een ander beroep in beroep gaat moet, als de rechtbank daar om vraagt, een machtiging indienen waar in staat dat hij dat namens die ander mag doen. Dit staat in artikel 8:24 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen machtiging is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft [A] op 8 december 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat [A] binnen vier weken een machtiging moet indienen, waaruit blijkt dat eiser het goed vindt dat [A] namens hem optreedt.
4. [A] heeft niet gereageerd op deze brief.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 31 maart 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.