Op 5 januari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiseres had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 3 maart 2021. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 360,-. De rechtbank heeft eiseres op 20 oktober 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiseres geen geldige reden had opgegeven voor deze vertraging, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.