Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[onderneming 1] B.V.,
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- het vonnis van de rechtbank Gelderland van 6 januari 2021, waarin de zaak naar de rechtbank Midden-Nederland is verwezen
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van [gedaagde sub 1]
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3]
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de spreekaantekeningen van mr. Effting
- de spreekaantekeningen van mr. Van der Mark.
2.Waar het over gaat
3.De beoordeling
‘Ik heb navraag gedaan inzake [onderneming 3] bv[rechtbank: dat is [onderneming 3] ]
. Deze was opgericht om een doorstart te kunnen maken na het faillissement van [onderneming 1] .’
- zoveel mogelijk aanwezig is bij bestuursvergaderingen, meedenkt over het algemene beleid en daarover zijn stem laat gelden
- zich regelmatig adequaat laat voorlichten over de financiële situatie en vooruitzichten van de vennootschap
- vragen stelt (zo nodig kritisch) aan medebestuursleden wat betreft taken die niet behoren tot zijn takenpakket.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)
- hoe hoog de schade van [onderneming 1] ongeveer is of tenminste is
- of er overwaarde zit op de woning van [gedaagde sub 1]
- hoe hoog het totale saldo is dat door het beslag onder de Rabobank is ‘bevroren’
- hoe waarschijnlijk het is dat de moeder van [gedaagde sub 1] ruim € 22.000 kan betalen.