ECLI:NL:RBMNE:2022:1159

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
UTR 21/4793
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering door UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van het UWV. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 9 februari 2021, waarin het UWV had besloten dat zij niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. Het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond bij het bestreden besluit van 29 oktober 2021. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarna de rechtbank de zaak op zitting heeft behandeld met behulp van een beeldverbinding. Eiseres nam telefonisch deel aan de zitting, terwijl de gemachtigde van het UWV aanwezig was.

De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsartsen de relevante informatie van de huisarts en psycholoog in hun beoordeling hadden meegenomen. Eiseres had geen andere medische informatie overgelegd die de beoordeling van het UWV in twijfel trok. De rechtbank benadrukte dat de subjectieve ervaring van eiseres met haar klachten niet doorslaggevend was in de context van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Aangezien het beroep ongegrond werd verklaard, was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier L.S. Lodder.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4793

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

17 maart 2022

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het UWV), verweerder
(gemachtigde: R. Wildeboer ).

Procesverloop

Op 9 februari 2021 (het primaire besluit) heeft het Uwv besloten dat eiseres niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering.
Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Bij het besluit van 29 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 17 maart 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan, waarbij is gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank oordeelt dat wat eiseres aanvoert onvoldoende is om te kunnen zeggen dat het onderzoek onzorgvuldig heeft plaatsgevonden. De verzekeringsartsen hebben de informatie van de huisarts en de psycholoog in de beoordeling meegenomen. Zoals eiseres erkent was er geen andere informatie beschikbaar, omdat zij verder niet onder behandeling heeft gestaan voor haar klachten. Daarom kan niet gezegd worden dat het onderzoek niet zorgvuldig is geweest.
2. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep het medische rapport heeft gebaseerd op dossieronderzoek en het telefonisch spreekuur in bezwaar. Op basis daarvan is gemotiveerd welke beperkingen er zijn aangenomen. Eiseres heeft in beroep geen objectiveerbare medische informatie overgelegd, die aanleiding geeft tot twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling. Aan de manier waarop eiseres zelf haar klachten ervaart, hoe begrijpelijk ook, kan in de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling geen doorslaggevende betekenis toekomen.
3. Omdat het beroep ongegrond is, bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 maart 2022 door
mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van L.S. Lodder, griffier.
de griffier is verhinderd om
het proces-verbaal te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.