2.11.[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- griffierecht € 240,00
- salaris gemachtigde €
436,00(2 punten x tarief € 218,00)
Totaal € 801,03
De wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten en de wettelijke rente daarover zal op de hierna genoemde wijze worden toegewezen.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting te betalen € 2.627,44 met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 11 augustus 2021 tot de voldoening;
bepaalt dat [gedaagde] het tuinhuisje met alle toebehoren binnen drie dagen na betekening van dit vonnis bij [eiser] moet ophalen, op straffe van een dwangsom van
€ 100,00 per dag dat zij dat nalaat met een maximum van € 2.000,00;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 469,17 aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 801,03, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 109,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2022.