ECLI:NL:RBMNE:2022:1117
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag persoonsgebonden budget op basis van de Wet langdurige zorg wegens gebrek aan gewaarborgde hulp
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) had ingediend, en Zilveren Kruis Zorgkantoor, de verweerder. Eiser had een Wlz-indicatie voor onbepaalde tijd met het zorgprofiel 'GGZ Wonen met intensieve begeleiding'. De aanvraag voor een pgb werd door verweerder afgewezen, omdat eiser geen gewaarborgde hulp had, wat volgens de wetgeving een vereiste is voor het verkrijgen van een pgb.
Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat hij al jaren een pgb op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) had beheerd zonder problemen. Hij betoogde dat de wet geen gewaarborgde hulp voorschrijft en dat verweerder voldoende mogelijkheden heeft om hem aan te spreken als het beheer van het pgb niet goed verloopt. Tijdens de zitting werd duidelijk dat eiser momenteel geen gewaarborgde hulp heeft, wat een cruciaal punt in deze zaak is.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht geen pgb heeft verleend, omdat de wet dwingend voorschrijft dat een gewaarborgde hulp aanwezig moet zijn voor personen met het zorgprofiel 'GGZ wonen met intensieve begeleiding'. De rechtbank concludeerde dat, ondanks de argumenten van eiser, de wetgeving geen ruimte biedt voor een belangenafweging in dit geval. Eiser werd andere mogelijkheden voor passende zorg voorgehouden, zoals zorg in natura vanuit een gecontracteerde zorgaanbieder. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.