Op 5 januari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 6 juli 2021. De rechtbank heeft echter besloten om de zaak niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiseres het griffierecht van € 181,- niet op tijd had betaald. De rechtbank heeft eiseres op 20 september 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien het griffierecht niet tijdig was ontvangen en eiseres geen geldige reden had opgegeven voor deze vertraging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, en de uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.